Naar de content

De spieren van rokers zijn sneller uitgeput dan de spieren van niet-rokers. Roken tast dus de spierfunctie aan. Deze aantasting is niet afhankelijk van de dosis van het roken, maar is waarschijnlijk de oorzaak van een acute achteruitgang van de zuurstoftoevoer naar de spieren. Hoe groot de bijdrage van roken aan spiervermoeidheid precies is, is nog niet bekend. Ook is het niet duidelijk of spieren helemaal kunnen herstellen van een verhoogde spiervermoeidheid.

Wanneer rokers een sprintje naar de bus trekken, raken hun spieren snel uitgeput. Roken zorgt er namelijk voor dat er minder zuurstof naar de spieren getransporteerd wordt. Spieren van rokers zijn daarom eerder opgebrand dan spieren van niet-rokers. Dit concludeert bioloog Rob Wüst naar aanleiding van metingen aan de bovenbeenspier van proefpersonen. Wüst promoveert deze week aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Traplopen en fietsen

COPD is een longziekte waarbij de luchtwegen zich steeds verder vernauwen. Bij 80 procent van de patiënten is roken de oorzaak van COPD. Wüst: “Door de verlaagde longfunctie hebben veel rokers een slecht uithoudingsvermogen. Ook is het zo dat de spiermassa bij rokers met COPD ontzettend afneemt. Ik wilde daarom graag weten of roken de spierfunctie aantast. De bovenbeenspier wordt in het dagelijks leven gebruikt voor onder meer (trap)lopen en fietsen en is een goede spier om te kijken naar algemene spierfunctie.” Wüst ontwikkelde daartoe een test die met behulp van elektrische stimulatie de vermoeidheid van de bovenbeenspier meet. Deze methode is ideaal, omdat verschillen in motivatie tussen proefpersonen de meting niet kunnen beïnvloeden.

De computer meet met behulp van elektrische stimulatie de vermoeidheid van de bovenbeenspier bij een proefpersoon.

De bovenbeenspier van rokers raakt sneller vermoeid dan die van niet-rokers met een overeenkomstige leeftijd en dezelfde hoeveelheid dagelijkse lichamelijke activiteit. Die hogere vermoeidheid hangt niet samen met de dosis van roken. “Het lijkt erop dat je aan één sigaret per dag genoeg hebt om de spierfunctie aan te tasten. Of je nu die ene sigaret neemt of twintig sigaretten maakt niet zoveel uit”, aldus Wüst. Roken veroorzaakt waarschijnlijk een acute achteruitgang in de zuurstoftoevoer naar de bovenbeenspier. Vermoeidheid in spieren is omkeerbaar. Met voldoende inspanning en training kunnen rokers hun vermoeide spieren weer wat sterker maken.

Stoppen met roken

Wat verder opvalt is een verschil tussen mannen en vrouwen. De bovenbeenspieren van de vrouw raken lang niet zo snel uitgeput als hun mannelijke collega’s. Wüst: “Bij rokende vrouwen is de spiervermoeidheid even groot als bij mannen die niet roken.” Het verschil is waarschijnlijk te verklaren door het verschil in samenstelling van de spier. Vrouwen hebben een hoger percentage langzame spiervezels. Bij samentrekken werken deze efficiënter dan snelle vezels, waardoor zij ook minder snel opgebrand raken.

De bovenbeenspieren van vrouwen raken niet zo snel uitgeput als de bovenbeenspieren van mannen. Bij rokende vrouwen is de spiervermoeidheid even groot als bij mannen die niet roken.

Wüsts conclusie? “Roken levert een bijdrage aan een hogere spiervermoeidheid. Hoe groot deze bijdrage precies is, is op dit moment nog niet bekend. In de toekomst willen we kijken of de spiervermoeidheid van rokers (met of zonder COPD) verbetert als zij stoppen met roken.” Belangrijk daarbij is ook de vraag of rokers weer dezelfde mate van vermoeidheid kunnen bereiken als niet-rokers, met andere woorden of de spieren helemaal kunnen herstellen van een verhoogde spiervermoeidheid.

Rob Wüst promoveert op 9 april aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De titel van zijn proefschrift is: ‘The effects of smoking and hypoxia on skeletal muscle structure and function.’

Zie ook: