Naar de content

Red jezelf en anderen!

Nederlanders moeten weerbaarder zijn bij klimaatrampen

Romaine/Wikimedia Commons CC0 1.0

De overstroming vorig jaar in Limburg heeft veel mensen wakker geschud: ook in Nederland kan klimaatverandering rampzalige gevolgen hebben. We zouden weerbaarder en zelfredzamer moeten zijn, vinden deskundigen. “We moeten leren omschakelen naar crisismodus.” Ben jij klaar voor de volgende ramp?

“Wij voelden ons veilig. We dachten dat er overal in Nederland een overstroming kon komen, maar niet bij ons in de Limburgse heuvels”, vertelt Riny Lemmens. Toch stond haar woonkamer in het Zuid-Limburgse Geulle vorig jaar juli blank, toen plotselinge hevige regen in het Geuldal omlaag stroomde en delen van haar dorp onder water zette. Eerder vertelde ze er op NEMO Kennislink al over.

We waren er niet op voorbereid, zegt Lemmens nu. “Er kwam van alle kanten hulp van mensen die met zandzakken gingen sjouwen. Maar we hadden in die eerste uren de spullen naar boven moeten dragen.” In een nabijgelegen gehucht stond het water ’s middags al hoog, bij Lemmens ’s avonds pas. “Maar we wisten niet wat er kwam. Als we gewaarschuwd waren, hadden mensen ten minste hun auto’s kunnen wegzetten.” Ze kreeg wel veel hulp van familie, buren en vrienden. “Er waren zeker dertig mensen in huis aan het helpen; de middenstand kwam lunch brengen.”

Lemmens dacht dat ze zich in een land als Nederland kon verlaten op de overheid, maar moest lang wachten op afhandeling van de schade aan haar spullen. “Als ik iets heb geleerd van deze crisis, is het dat ik niet meer op de overheid kan rekenen. Je moet je eigen boerenverstand gebruiken en jezelf redden, met de hulp van familie en buren.”

Improviseren

“Als burgers zijn we in Nederland gewend dat alles wordt geregeld door de overheid”, zegt Maarten van Aalst, hoogleraar Klimaat en Rampen aan de Universiteit Twente. “Maar het is de vraag of dat zo kan blijven.” Van Aalst doet onderzoek naar rampen in ontwikkelingslanden. “Maar door klimaatverandering worden ook in Nederland overstromingen en extreme hitte waarschijnlijker. Hierdoor kunnen er dingen gaan gebeuren die we moeilijk kunnen voorzien. De vraag is dan: kunnen we er goed mee omgaan?”

Als bijvoorbeeld een grote dijk doorbreekt, kan het zijn dat overheidsdiensten niet meer goed werken en dat medische hulp niet toegankelijk is. Het is dan belangrijk dat de overheid kan improviseren en dat burgers zelfredzaam zijn, zegt Van Aalst. “In Nederland ontbreekt het soms aan dat improvisatievermogen. Veel hulpverlening is georganiseerd in standaardprotocollen, en dat is vaak ook onze kracht. Maar als de gebeurtenis daar niet in past, bijvoorbeeld omdat het veel erger is dan we ons konden voorstellen, dan bevriezen we soms in dat standaardprotocol. Dat zag je bij de overstroming in Duitsland en in Limburg, die heftiger werd dan wat in de protocollen voorkwam. We moeten leren omschakelen naar crisismodus.” Dat improviseren, dat kunnen ze in Bangladesh of Uganda veel beter dan bij ons, stelt Van Aalst.

Ook Kenny Meesters van de Universiteit van Tilburg heeft ervaren dat mensen in het verre buitenland vaak flexibeler omgaan met klimaatrampen dan wij in Nederland gewend zijn. Meesters onderzocht in landen als Indonesië en Nepal hoe mensen met rampen omgaan. In Indonesië zag hij dat mensen die langs de rivier wonen, de onderste verdieping van hun huis betegeld hebben. “Als er een overstroming aankomt, worden ze gewaarschuwd door vrienden stroomopwaarts en verhuizen ze hun spullen naar boven. Als het water weer zakt, is het een kwestie van er een trekkertje doorheen halen en de spullen weer terugzetten.” Zo ver hoeven we in Nederland niet te gaan, denkt Meesters, maar het is volgens hem wel belangrijk dat mensen zelfredzaam zijn.

Niet te voorspellen

“We zijn in Nederland gewend om alles te plannen en te structureren en dat doen we ook in de rampenbestrijding”, zegt Meesters. En dat leidt ertoe dat we veel protocollen maken, bevestigt hij. “In sommige situaties is dat ook goed. Als in Nieuw-Beijerland een vrachtwagen op een buurtfeest inrijdt, zetten politie, brandweer en ambulances in no time een goed georganiseerde hulpverlening op touw. Op dat moment wil je niet gaan overleggen over wie wat moet gaan doen, maar heb je een strak georganiseerd protocol nodig.”

Maar je moet daarmee niet de illusie hebben dat je alle rampen aankan. “Een ramp is eigenlijk per definitie iets wat je niet had zien aankomen. Misschien is het de volgende keer een cyberaanval of een invasie van marsmannetjes.” Sommige rampen spelen zich niet op één moment en tijd af, maar over een langere periode en op verschillende plaatsen. “Neem de extreme hitte van deze zomer. Nu ging het nog, maar dat gaat als gevolg van klimaatverandering erger worden in de toekomst, waardoor er meer mensen zullen overlijden. Oudere mensen hebben meer last van hitte dan anderen, maar je kunt niet precies voorspellen wie er problemen krijgt. Het is lastig om daar een protocol voor te maken.”

Daarom moeten we naar een flexibeler crisismanagement, denkt Meesters, waarin hulpverleners niet de enigen zijn die hulp geven. “Mensen kunnen veel meer zelf doen. Dus het is goed te bedenken wat jij kunt doen bij een ramp, waarbij je niet van tevoren weet wat het is. Het kan een overstroming zijn, maar ook de stroom en het internet die meerdere dagen uitvallen door een cyberaanval.” Je hoeft geen survival skills te hebben, zegt hij, al zou het wel helpen als er meer mensen in Nederland EHBO-vaardigheden hebben. In Nederland zijn er, vergeleken met andere landen, weinig mensen die eerste hulp kunnen verlenen.

“Veel belangrijker is dat je wéét wie er in jouw straat dokter is of eerste hulp kan bieden. En weet je wie juist wat minder mobiel is? Heb je een app-groep met de mensen in je straat?” Je hoeft niet alles zelf te kunnen, wil Meesters maar zeggen. “We zijn in een ramp niet op onszelf aangewezen. We zijn samen en verbonden, ook online. En jouw redzaamheid wordt bepaald door wat jij kunt mobiliseren. Een groot sociaal netwerk met verschillende capaciteiten erin is veel belangrijker dan alles zelf proberen te doen.”

Overzicht

Iedereen kan hulpverlener zijn, maar daar moeten mensen dan wel de ruimte voor krijgen, zegt Meesters. “We moeten niet de hulp van gewone burgers als een risico gaan zien.” Dat gebeurde bijvoorbeeld toen bewoners rondom het aanmeldcentrum in Ter Apel tenten gingen uitdelen aan asielzoekers. Die tenten moesten van de gemeente weer afgebroken worden.

Om hulp van burgers, omstanders, buren en familie meer te benutten moeten professionele hulpverleners een andere rol krijgen, stelt Meesters. “Minder alles zelf doen en meer het overzicht bewaken van de situatie: weten wat er al is gebeurd en wat er nog gedaan moet worden. En weten welke mensen daarbij kunnen helpen en welke informatie ze daarbij nodig hebben. Slimme informatiesystemen kunnen daarbij helpen, bijvoorbeeld analyses op basis van data van sociale media. Of een andere manier van communiceren over rampen, waarbij aandacht is voor wat mensen zelf kunnen doen.” Dan kan een lokale scoutinggroep gevraagd worden om tenten te komen opzetten, of een groep burgerhulpverleners om eten te brengen. Is er schade aan de elektriciteitsvoorziening, en jij bent elektricien: kom maar helpen.

Hulp van China

En wat als rampen in de toekomst groter worden dan we nu kunnen voorzien? Stel dat we in Nederland te maken krijgen met een overstroming als in Pakistan, waarbij een derde van het land onder water kwam? “Dan wordt iedereen getroffen, of ten minste je buren. Nederland zal in zo’n geval hulp moeten vragen aan de landen om ons heen of aan de VN, net zoals Nederland ook regelmatig internationaal hulp geeft”, zegt Meesters. “De structuren daarvoor zijn er: Nederland is lid van het Europese civiele beschermingsnetwerk en van de VN. Dan komt China helpen met _search and rescue_-teams. En dat is dan geen invasie of spionage, maar daarmee geeft het land gevolg aan internationaal recht. Staan we daar dan voor open?” Het zou zomaar kunnen dat de rollen een keer omgedraaid worden en dat wij de ontvangende partij worden, zegt Meesters. “Ook hier geldt: we hoeven niet alles zelf te doen.”

Uiteindelijk is Meesters niet pessimistisch. “Het zit in onze natuur om elkaar te helpen.” Ook Riny Lemmens in Limburg ziet ondanks alles een lichtpuntje in de hulp die ze kreeg van vrienden en buren. “Er was heel veel saamhorigheid, betrokkenheid en hulp van familie, vrienden en mensen in de buurt. De keerzijde van de rampspoed is dat je ook het goede in de mens ervaart.”