Plastic wegwerpbekers mogen niet meer op veel plaatsen, zoals op festivals en in voetbalstadions. Het idee van hergebruikbekers is mooi, maar qua uitvoering is er nog werk aan de winkel.
Kort na carnaval zit Ulphard Thoden van Velzen ietwat brommend achter zijn krant. De Wageningse plasticwetenschapper heeft sowieso al weinig met carnaval en de beelden die hij ziet, vergroten zijn enthousiasme niet. Op foto’s slingeren brede plastic slierten door de straten van carnavalssteden. “Ik begrijp het als je geen eenmalige plastic bekers wilt. Maar als ik zulke foto’s zie, dan zijn we van de ene ramp in de andere beland. Hergebruikbekers zijn vaak steviger en dus zwaarder, omdat ze meerdere gebruiksomlopen mee moeten. Nu hebben we dus nog steeds een Mount Everest aan plastic, maar dan van harder en zwaarder plastic. Dat plastic ga je niet meer hergebruiken als het platgestampt in de goot ligt.”
Per beker ben je qua CO2-uitstoot en milieuvervuiling dan veel slechter af, zegt Thoden van Velzen. “Aan de andere kant is het waarschijnlijk beter dat er één zware hergebruikbeker in het milieu komt dan acht wegwerpplastic bekers. Maar de conclusie blijft: zolang je het gedrag van feestvierders niet verandert, bereik je het omgekeerde van wat je wil bereiken.”
Oplichters
De hergebruikbeker is een alternatief voor de plastic wegwerpbeker en is doorgaans van betere kwaliteit. De bekers worden verzameld, gewassen en hergebruikt, zo is het idee. Afgaande op berichten in Brabantse media is het gebruik van de hergebruikbeker een wisselend succes. Zo schrijft het Brabants Dagblad dat de veegploeg in Roosendaal na carnaval merkte dat er veel minder plastic te ruimen is dankzij recyclebare statiegeldbekers. In een bericht van Omroep Brabant staat dat er ‘nog steeds bergen plastic op straat’ lagen, ook na het verbod op plastic wegwerpbekers in Breda. En in Helmond werd barpersoneel uitgemaakt voor oplichters, omdat ze geld voor de bekers vroegen. Net als in Breda zou hier wel minder plastic zijn achtergebleven dan in voorgaande jaren.
De Belgische wetenschapper Els Du Bois, die aan de Universiteit Antwerpen onderzoek doet naar circulair gebruik van plastic, is het met Thoden van Velzen eens: het succes van de hergebruikbeker valt of staat met gedragsverandering. “De herbruikbare beker op zich is geen wondermiddel. Je moet de beker combineren met een goed systeem en zorgen dat ie ook daadwerkelijk wordt ingezameld. Het gaat dus om het ecosysteem en gedragsverandering. De uitdaging is dat drank veel invloed op het gedrag heeft.” Du Bois legt uit dat er in België in het begin best wat weerstand was, maar dat mensen er inmiddels veel meer aan gewend zijn. “Er kwamen veel opmerkingen over, maar nu is het voor de meerderheid van de bevolking routine.” Volgens haar is inmiddels de meerderheid van festivals en grote events om. “En ook voetbalstadions zijn geswitcht naar herbruikbaar.” In Nederland is dat vanaf begin 2024 zelfs verplicht.
Wel ziet ze ‘een wildgroei aan allerlei types herbruikbare bekers’. “Je wil liever niet dat die bekers maar één festival meegaan, anders gaat de investering in het milieu zichzelf ook nauwelijks opbrengen. Soms worden bekers gemaakt voor slechts één event, doordat bijvoorbeeld het logo van het event erop staat.”
Infrastructuur
Du Bois praat met grote tevredenheid over de Vlaamse infrastructuur voor herbruikbare bekers. Ze legt uit dat er een aantal verhuurbedrijven bestaat waar je de bekers kan huren voor een event. Die bekers worden heel vaak hergebruikt. “In Vlaanderen tref je veel van dit soort maatwerkbedrijven, die de bekers lokaal kunnen wassen. We zien daarbij dat de sociale economie een rol speelt binnen de circulaire economie: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die moeilijk aan een baan komen, bedienen de wasinstallaties en stapelen de bekers om ze op te bergen. Mooi dat je ziet dat die mensen een heel nuttige functie krijgen.”
Ook Thoden van Velzen ziet ‘wasstraten’ voor plastic bekers in Nederland. “Dat zijn mooie bedrijven. Je hebt daar vaak een aparte wasstraat voor verschillende bekers, zoals die van kantoren en evenementen. Laatst las ik wel een LinkedIn-bericht van zo’n bedrijf, waarin stond dat ze teleurgesteld waren dat er zeer geringe hoeveelheden bekers weer terugkwamen.”
Statiegeld
Ook Du Bois is niet blind voor de nadelen van de hergebruikbeker. De grootste uitdaging vindt ze de enorme complexiteit om een gesloten systeem van hergebruik te krijgen. Zoiets kan je niet van de ene op andere dag implementeren. “Je moet je er heel bewust van zijn dat je een flinke transitieperiode nodig hebt om er een succes van te maken. We zijn het zodanig gewoon dat we in een single use-wegwerpmaatschappij leven, dat de gedragsverandering misschien wel het meest complex is om te realiseren.”
Statiegeld kan mensen aansporen om van inlevering van de beker een
gewoonte te maken. Ook motiveert het gebruikers ‘die niet intrinsiek
gemotiveerd zijn om de bekers terug te brengen’. Bovendien geeft
statiegeld een gevoel van waarde aan producten. “Momenteel worden bekers
niet beschouwd als producten met waarde”, vindt ze. Nadeel is wel dat de extra kostprijs
mensen met een lager budget kan uitsluiten.
Du Bois pleit ervoor dat events veel experimenteren. Als voorbeeld noemt ze concertbezoekers die dichtbij een podium staan op een druk evenement. Is het realistisch om te verwachten dat zij de hele tijd een leeg glas in de hand houden, als het alternatief is dat ze zich door een zwetende mensenmassa moeten beuken om een bekertje bij de bar in te leveren? “Je moet realistisch zijn: dat gaan ze waarschijnlijk niet doen, want de mens houdt van gemakkelijke oplossingen. Daarom moedig ik organisatoren aan om creatief te zijn. Het hoort erbij dat je nadenkt over andere oplossingen, bijvoorbeeld door op meer plekken inleverpunten te maken, misschien wel midden in het publiek.” Ze noemt het ‘een oefening in geduld’. “Als je zo experimenteert, dan zie ik een enorme potentie voor de hergebruikbeker. Maar dat gaat wel stapje voor stapje.”