Nabestaanden kunnen dankzij deepfake-technologie praten met overledenen. Maar hoe rouw je om iemand, als deze persoon in de virtuele wereld nog springlevend is? Psychiater Dirk de Wachter is sceptisch. “Je voedt hiermee de illusie van onsterfelijkheid.”
“Hee, daar ben je eindelijk! Er is in de tussentijd zo veel gebeurd.” Het is de eerste keer in jaren dat Conny haar zus weer spreekt. “Ik weet het”, antwoordt haar zus. “Ik was gewoon zo moe, en had behoefte aan afstand. Gelukkig is alles rustiger nu.” Dat begrijpt Conny wel. Haar zus heeft een lang ziekbed achter de rug. Ook was hun relatie bij leven nogal ingewikkeld. Juist daarom is het fijn om haar nu – zes jaar na haar overlijden – opnieuw even te spreken.
Tijdens het gesprek zit Conny in de ene kamer voor een laptop, kijkend naar een video van haar overleden zus, terwijl in een andere kamer iemand haar vragen beantwoordt. Dankzij deepfake-technologie beweegt de mond op het beeldscherm en kan er een ‘gesprek met de overledene’ plaatsvinden. Voor Conny is het fijn om haar zus weer te zien, maar het roept ook vragen op. Is het wel verstandig om je hersenen zo voor de gek te houden?
Bewegingen kopiëren naar een ander
De techniek die dit gesprek mogelijk maakt, heet deepfake-technologie. Het is een techniek die een foto of video zo manipuleert, dat het net lijkt of iemand iets doet of zegt wat in het echt nooit is gebeurd. Dat kan door een computerprogramma op basis van beeldopnames te laten registreren hoe iemand beweegt. Hoe gaat de mond open en dicht, hoe beweegt het hoofd en de rest van het lichaam? Vervolgens gebruikt het die informatie om te beredeneren hoe de persoon op de foto of video zou moeten bewegen om het er realistisch uit te laten zien.
De afgelopen jaren was de technologie vooral in het nieuws omdat de angst heerste dat het gebruikt zou worden om politici woorden in de mond te leggen, of om neppe wraakpornovideo’s te maken. De techniek wordt dan ook steeds realistischer. Je kan inmiddels zelfs het stemgeluid of herkenbare gezichtsuitdrukkingen levensecht nabootsen, wat de strijd tegen nepnieuws een stuk lastiger maakt. Maar de techniek kan dus ook worden ingezet om mensen een laatste ‘gesprek’ te geven met een overledene.
Dat werkt in principe op dezelfde manier: de nabestaanden leveren een foto of video aan, waar de computer mee aan de slag gaat. In de ene kamer zit de nabestaande die praat tegen die afbeelding. In de andere kamer registreert de deepfake-technologie de gezichtsuitdrukkingen van een andere persoon die reageert op de nabestaande. Die bewegingen vertaalt de software naar het beeld van de overledene. Aan de stem is in dit geval niet gesleuteld, maar dat maakt voor de beleving weinig uit, weet Conny.
Zien wat je wil zien
“Ergens wist ik wel dat het niet klopte wat ik zag”, vertelt Conny. Ze volgde tweemaal een deepfake-rouwsessie. Eenmaal met een overleden vriendin en een paar jaar later met haar overleden zus. De eerste keer in was in 2018. De techniek stond toen nog echt in zijn kinderschoenen en het beeld was daardoor verre van perfect. De mond bewoog wel een beetje, maar niet helemaal synchroon met het geluid. “Maar mijn brein trok zich daar allemaal niets van aan”, vertelt Conny. “Wat overheerste was het overweldigende gevoel dat ik iemand zag die ik al heel lang niet had gezien.”
Dat je brein die ‘foutjes’ voor lief neemt is niet gek, vertelt psychiater Dirk de Wachter. “We zien nu eenmaal graag wat we willen zien.” Maar het komt ook omdat het gaat om een van de grootste mysteries van het leven: de dood. “Die een plekje geven vindt de mens van oudsher maar lastig, al doen we ons best via bijvoorbeeld kunst en religie.” Een gesprek met deepfakes zou in die traditie passen, maar is volgens De Wachter toch geen zaligmakend idee. “Deze technologie voedt de illusie van onsterfelijkheid, wat ik problematisch vind. In mijn ogen bemoeilijkt dat het afscheid alleen maar meer.”
Afscheid accepteren
De dood en troost zijn thema’s waar De Wachter zich al langer mee bezighoudt, maar sinds een paar jaar raken deze hem ook persoonlijk. “Ik ben erg ziek geweest, en de kans dat ik sterf is nog steeds reëel. Ik heb me daarom eerder al eens afgevraagd hoe het voor mijn vrouw en kinderen zou zijn als ik nu zou sterven.” Er staan ontzettend veel filmpjes en foto’s van De Wachter op het internet. “Het lijkt mij heel vreemd en verwarrend voor hen om met een paar muisklikken mij te kunnen zien praten, alsof er niets is gebeurd.” Deepfakes gaan daarin nog een stuk verder. “Als die beelden zo echt zijn, en zelfs interactie mogelijk maken, lijkt het mij zeer lastig om het definitieve afscheid te aanvaarden.”
Rouwtherapeute Leoniek van Maarel begrijpt die angst wel. “Het is belangrijk om te beseffen dat iemand echt is overleden. Maar mensen zijn ook zelfstandig denkende wezens. Bovendien is het niet aan ons om te beslissen hoe de ander moet rouwen.” Ze gebruikt de techniek regelmatig in haar praktijk en vergelijkt het met kleren van de overledene die nog een tijd in de kast blijven hangen. “Uiteindelijk proberen nabestaanden niet meer alles vast te houden en zullen ze vanzelf de spullen gaan opruimen. We doen soms alsof rouwende mensen heel irrationeel zijn, maar dat is niet terecht.”
Wat is echt en wat is nep?
Toch is de deepfake-rouwtherapie niet voor iedereen geschikt, denkt Van Maarel. Bij de cliënten die ze zelf heeft bijgestaan, zoals Conny, neemt ze daarom van tevoren een uitgebreide vragenlijst door om te begrijpen waarom ze dit willen doen en hoe ze zich voelen. Het is volgens de rouwtherapeute belangrijk dat nabestaanden niet het idee krijgen dat ze écht met de overledene in gesprek zijn. “Ze weten goed dat ze praten tegen een foto of video-fragment, en dat de stem van iemand anders is. Ze zullen daarom enkel dingen uit de sessie halen die voor hen helend werken.”
Psychiater De Wachter kan zich wel voorstellen dat mensen troost halen uit zo’n ‘hiernamaals contact’, maar is er niet zeker van dat echt en nep zo goed te onderscheiden is. In zijn praktijk ervaart hij namelijk regelmatig hoeveel invloed visuele informatie kan hebben op iemands belevingswereld. “Dan zit er iemand voor mij die mij hoogst overtuigende filmpjes laat zien waaruit blijkt dat de aarde écht plat is”, aldus De Wachter. “De virtuele wereld is dan echter dan de wereld waarop degene loopt.”
Dat geldt uiteraard niet voor iedereen die in contact komt met deepfakes. Toch is het iets om op te letten, aldus De Wachter. “De inhoud van psychoses heeft namelijk altijd te maken met de tijd waarin we leven.” Waar zijn psychotische patiënten vroeger via de kerk Goddelijke openbaringen ontvingen, krijgen zij die tegenwoordig via het internet, merkt hij op. De Wachter ziet psychische patiënten daarom als belangrijke signaalgevers voor ontwikkelingen in de samenleving. “Het zijn de kwetsbare mensen die ons, de zogenaamd minder kwetsbare mensen, kunnen aanzetten tot nadenken over complexe kwesties.”
Meepraten over de erfenis
Omdat deepfake-technieken zich steeds verder zullen ontwikkelen, is het volgens De Wachter dan ook een kwestie van tijd voordat patiënten langskomen met de overtuiging en ‘bewijs’ dat een overleden personen nog in leven is. Die ontwikkelingen tegenhouden is niet realistisch, weet de psychiater. “Daarom is het extra belangrijk dat we als samenleving alert zijn op alle mogelijke toepassingen en samen nadenken hoe we onze toekomst voor ons zien. Het gebruik van deepfakes kan enorm interessant zijn, maar we moeten ook ontzettend kritisch zijn.”
De optimistische Van Maarel kan daar wel in meegaan. “Om eerlijk te zijn ben ik blij dat ik er over dertig jaar niet meer ben. Het is een heel ingewikkelde nieuwe wereld waar we instappen.” Ze vreest vooral voor de situatie waarin deepfake-technieken vrij beschikbaar zouden zijn, en dus zonder professionele begeleiding worden ingezet. “In onze kliniek zijn getrainde collega’s verantwoordelijk voor de antwoorden die overledenen geven. Dat zal daarom nooit iets controversieels zijn. Als het vrij beschikbaar is en iedereen input kan geven aan wat een overledene antwoordt, dan zie ik lastige situaties voor me. Beelden van overledenen die ineens andere meningen hebben over zaken als erfenissen bijvoorbeeld. We moeten mensen daarom goed voorlichten en waarschuwen voor mogelijke risico’s.”
Uiteindelijk zullen we gewoon moeten afwachten, concludeert De Wachter. “Wie weet hoe de samenleving er over tien jaar uitziet, als deze technologie alledaags is geworden. Misschien hebben we allemaal wel minder heftige rouwprocessen. Of misschien zitten we juist dagenlang te praten met de overledenen, in plaats van te leven met de levenden.” Het zal waarschijnlijk een mix van beide zijn, besluit hij. “Zoals altijd eigenlijk.”
Voor Conny werkte de ervaring helend. “Ik kon zeggen wat ik wilde zeggen. Namelijk dat het me speet hoe dingen gelopen zijn, en dat ik bepaalde dingen nu veel beter begrijp.” Op een gegeven moment voelde het goed om af te sluiten en zei ik nog iets als ‘Ik hou van je, je bent altijd in mijn hart.’ Toen verdween het beeld.”