Reizen vergroot je wereld. Dat ontdekte ik maar weer eens tijdens een studiereis naar Rome. Samen met studenten stapte ik in de traditie van zestiende- en zeventiende-eeuwse jonge mensen die als onderdeel van hun opleiding door Europa reisden om de kunst en cultuur van andere landen op te snuiven, net als wij.
Ciao Roma!
Samen met de studieadviseur van onze opleiding, die ook mee is als begeleider, wacht ik de studenten op vlakbij station Termini, het grote treinstation van Rome. De zon wil nog niet echt doorbreken, maar het vrolijke geklets van de kleine dertig studenten uit alle leerjaren van onze opleiding, die het station uit lopen, maakt de eerste avond in Rome meteen een stuk warmer.
De volgende dag duiken we meteen volop in de Romeinse cultuur. KRO-correspondent Lidy Peters leidt ons rond door de Friezenkerk (in het Italiaans: Santi Michele e Magno), ook wel ‘de kerk van de Friezen’ genoemd. Daarmee worden niet de Friezen van tegenwoordig bedoeld, maar de bewoners van het hele kustgebied van Nederland, noord-Vlaanderen en het kustgebied van Duitsland aan de Noordzee tot aan Denemarken.
Lidy vertelt ons over de geschiedenis van de kerk, en deelt ook een paar leuke anekdotes uit Vaticaanstad met ons. Ze vertelt over het moment dat er een nieuwe paus gekozen wordt. De kleding waarin hij zich aan de wereld presenteert, wordt tijdens de procedure alvast in drie maten klaar gehangen. Vooraf weet men namelijk niet wie de nieuwe paus wordt en of die groot of klein, dik of dun is. Maar soms is een paus zó dik, dat ook de grootste maat niet past en dan hangt zijn soutane dus open aan de achterkant terwijl wij hem van de voorkant zien. Ik kijk na dit verhaal nooit meer hetzelfde naar een nieuwe paus!
Cultuur maakt verschil
Op de stralende, zonnige volgende dag bezoeken we Bas Ernst in de Nederlandse Ambassade in Rome. Hij is verantwoordelijk voor de zichtbaarheid van de Nederlandse cultuur in de stad. Niet alleen promoot hij Nederlandse schrijvers, kunstenaars en ontwerpers op de Italiaanse markt, maar hij gebruikt cultuur ook om gevoelige onderwerpen op de kaart te zetten. In Italië is het bijvoorbeeld erg moeilijk om het homohuwelijk politiek bespreekbaar te maken, omdat de katholieke kerk grote invloed heeft. Door bijvoorbeeld een theatervoorstelling over homodiscriminatie naar Rome te halen, ontstaat er een debat en kunnen denkbeelden stukje bij beetje veranderen. Zo werkt het team van Bas aan het overbrengen van de Nederlandse normen en waarden door middel van cultuur.
We bezoeken deze dag ook het Koninklijk Nederlands Instituut in Rome. Mijn Nijmeegse collega Alan Moss is toevallig deze week op het KNIR voor een cursus met het thema ‘de toeristische stad’. Dit sluit mooi aan bij Alans promotieonderzoek naar reisverslagen uit de zeventiende eeuw én bij onze eigen reis naar Rome.
De ‘grote reis’ in de zestiende en zeventiende eeuw
Onze reis naar Rome is namelijk enigszins vergelijkbaar met wat (met name) rijke jongemannen in de zestiende en zeventiende eeuw deden. Het was voor hen gebruikelijk om een zogenaamde grand tour (‘grote reis’) te maken als een min of meer verplicht onderdeel van hun brede opvoeding. Op deze uitgebreide tour door Europa trokken ze langs allerlei steden om daar de plaatselijke cultuur en kunsten in zich op te nemen. De jongemannen reisden vrijwel altijd (ook) naar Italië. Een stad als Rome was met haar kunstschatten uit de Oudheid een van de favoriete bestemmingen.
Jongemannen hielden op reis niet alleen vaak een album amicorum (album van vrienden) bij waarin ze handtekeningen van bekende mensen, medereizigers en vrienden verzamelden, maar ze schreven vaak ook een reisverslag dat ze bij thuiskomst aan hun dierbaren lieten lezen. Veel van die reisverslagen zijn bewaard gebleven. Voorafgaand aan de studiereis gaf ik studenten de opdracht een aantal van deze zeventiende-eeuwse verslagen te lezen en aan de hand van hun bevindingen maakten we een wandeling door Rome.
We startten onze wandeling bij de Porta Sancta, de ‘Heilige Deur’ van de Sint Pietersbasiliek. Normaal gesproken is deze deur dicht, maar tijdens zogenaamde ‘Heilige Jaren’ wordt hij geopend. De nieuwe paus kondigde in 2015 een extra Heilig Jaar aan. Aan het begin van dit Heilig Jaar, op Kerstavond, opende paus Franciscus de deur feestelijk. Het hele jaar 2016 is de deur open en kun je er als bezoeker doorheen lopen. In de zeventiende-eeuwse reisverslagen is te lezen hoe de reizigers dit ritueel meemaakten. Zo schrijft Hellemans Hooft in zijn verslag: ‘wij saegen de poort open slaen, daer een hoop kardinaelen waeren, en bisschoppen’ en ook Coenraad Ruysch beschrijft levendig hoe hij het ritueel ervoer; over de andere Nederlanders die hij tegenkwam en hoe ze samen naar voren drongen om meer van de opening te kunnen zien. In de tijd van Hooft en Ruysch werd de deur overigens nog opengebroken met een hamer en aan het einde van het jaar weer dichtgemetseld, vandaag de dag opent de paus de deur met de hand.
Vanaf de Sint Pieter wandelen we door naar Piazza Navona, een prachtig plein in een van de oudste buurten van Rome. Op de plaats van Piazza Navona stond ooit een groot stadion voor atletiekwedstrijden. Nadat het Romeinse Rijk ten val kwam, hebben de Romeinse burgers hun huizen gebouwd op de tribunes. De atletiekbaan groeide uit tot een plein. De zeventiende-eeuwse reiziger Johannes Lieshoud schrijft in zijn reisverslag over de geschiedenis van het plein: hoe het oorspronkelijk een ‘atletiekbaanvormig circus’ was, waarin ooit paardenspelen werden gehouden: ‘In dese loop baanen lieten de Romynen de waagens tegen malkander rennen. Ook hielden sy hier stiere gevegt en veel andere speelen.’ Egbert de Pomerede liep over Piazza Navona toen het ‘merktdag’ (marktdag) was, terwijl Hellemans Hooft er ’s avonds per toeval leek te belanden. Tegen het einde van de avond hoorde hij ‘schone (mooie) musik van stemmen en instrumenten’. Carolus Casparus Neander en Gerard Horenken zijn vooral te spreken over ‘verscheiden schone fonteinen’ in Rome, waarvan die ‘op de Piazza Navona uitmunt’ (die op Piazza Navona een van de mooiste is).
Het is heel bijzonder om in 2016 met deze getuigenissen van 400 jaar geleden in de hand een wandeling door Rome te maken en te lezen hoe de reizigers de monumenten die wij ook bekijken beschreven. Soms zijn deze reisverslagen zelfs een hele mooie aanvulling op hedendaagse reisgidsen. Er zijn namelijk gebouwen die de zeventiende-eeuwse reiziger nog wel kon zien en beschrijven, maar wij niet meer. Zo bestaat de Chiesa di San Giacomo bijvoorbeeld niet meer, omdat de kerk in 1937 afgebroken is toen de laan richting het Vaticaan werd aangelegd. Maar zij wordt nog wel beschreven in de verslagen die de studenten bestudeerd hebben, waardoor we ons de kerk toch nog een beetje kunnen voorstellen.
In gesprek met Antoine Bodar
Op onze laatste dag in Rome spraken we met priester Antoine Bodar in de prachtige Santa Maria del’Anima kerk over hoe het is om in Rome te wonen en over het voordeel van veel studies (of een brede studie) doen. Verschillende studenten vroegen hem hoe hij omgaat met de media en of het niet lastig is om aan te schuiven bij Pauw en Witteman als de katholieke kerk weer eens onder vuur ligt. Antoine vertelde dat het voor hem een soort sport is om beschaafd te blijven, ook als hij van alle kanten aangevallen wordt. Een wijze les voor ons allemaal.
Natuurlijk hebben we niet alleen educatieve dingen in Rome gedaan. We zijn zelf ook het Romeinse leven in gedoken. We hebben onze eigen pizza’s gebakken na een demonstratie van een Italiaanse pizzabakker.
En ’s avonds eindeloos door de stad geslenterd, een speurtocht gedaan, heel veel ijs gegeten en veel gelachen om bijvoorbeeld Italiaanse kindjes die jaloers die ijsjes uit onze handen keken.
Op de laatste avond gooide ik, zoals altijd wanneer ik in Rome ben, een muntje in de Trevi Fontein. De legende zegt dat wanneer je met je rug naar de fontein staat, je ogen sluit, aan Rome denkt en met de rechterhand over je linkerschouder een muntje in het water gooit, je ooit zult terugkeren naar de stad. Ik hoop dat het werkt en zo niet, dan heb ik in elk geval een goede daad verricht, want de vele munten die in de fontein gegooid worden, worden door de gemeente aan goede doelen geschonken.
Tijdens de reis naar Rome heb ik veel nagedacht over het onderwijsprogramma dat wij onze studenten bieden en hoe waardevol excursies en studiereizen daarbinnen zijn. Sommige studenten hadden nog nooit gevlogen of nog nooit een grote stad buiten Nederland bezocht. Ik zag hun wereld voor mijn ogen groter worden. Ze beklommen de Sint Pieter en keken uit over de eeuwige stad, hoorden wat ze op ambassades allemaal doen op cultureel gebied en hoe cultuur verschil kan maken, luisterden naar Alan Moss’ lezing over reizigers uit vroegere eeuwen, en lazen in de historische reisverslagen. Ze vonden hun weg in de stad die op elke hoek geschiedenis en kunstschatten in zich draagt.
Zeventiende-eeuwse studenten reisden naar plaatsen als Rome als onderdeel van hun studietijd, als vast onderdeel van hun brede vorming. Deze Romereis had hetzelfde vormende effect op onze studenten, en daardoor ook op mij. Als je reist, stop je nooit met leren en je verwonderen. Ik kan het iedereen aanraden en als het fysiek om wat voor reden dan ook niet lukt, reis dan door te lezen. Door het lezen van bijvoorbeeld reisverslagen, kun je thuis in je stoel met een beetje verbeelding de hele wereld bekijken.
Alan Moss werkt aan een digitale editie van het volledige reisverslag van Coenraad Ruysch. Hier staan links naar de tot nu toe verschenen delen.