Het plaatsen van windmolens op zee heeft geen enkel effect op de CO2-uitstoot, zei Annemiek Verrips van het Centraal Planbureau vorige week bij het NOS-journaal. Ze verklaarde haar uitspraak met het zogenaamde ´waterbed-effect´: een bijwerking van het CO2-handelssysteem, waarbij een vaste hoeveelheid uitstootrechten in omloop is. Een felle discussie in de (sociale) media volgde, met name over de vraag of dit de windmolens dan wel het emissierechtensysteem aangerekend moest worden. Maar klopt de redenering wel? Hoe gaat de emissiehandel eigenlijk in zijn werk? Kennislink vroeg het aan klimaatbeleid-expert Pieter Boot van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Wat is het waterbedeffect?
“Europa heeft afspraken gemaakt om de uitstoot van schadelijke gassen -in dit geval het broeikasgas CO2 – tegen te gaan. Om een reductie in CO2 voor elkaar te krijgen, is een plafondwaarde afgesproken, en zijn er vervolgens emissierechten in omloop gebracht voor de grote industrie en elektriciteitscentrales. Hoe meer emissierechten een bedrijf bezit, hoe meer CO2 het mag uitstoten.”
“In die rechten kan vervolgens gehandeld worden: Wie ze over heeft kan ze verkopen, wie te weinig heeft moet extra bijkopen. Dus als in het ene land minder wordt uitgestoten dan voorzien, kan daardoor in het andere land juist meer CO2 in de lucht worden gebracht. Net als bij een waterbed, waar de ene plek omhoog gaat als je een andere plek omlaag duwt.”
Daarmee kom je dus nooit onder het afgesproken maximum te zitten?
“Jawel hoor! Op dit moment zitten we er zelfs behoorlijk ver onder. Nadat de emissierechten van de vorige periode waren uitgegeven begon de crisis, waardoor er al een tijd lang minder CO2 wordt uitgestoten dan voorzien. Er is op dit moment een overschot aan emissierechten dat groot genoeg is om het een vol jaar uit te kunnen zingen.”
Hebben die uitstootrechten een vaste prijs?
“Nee. Er zijn perioden geweest dat ze 4 euro waard waren, maar ook perioden waarin de prijs 25 euro voor een ton CO2-uitstoot was. Ze volgen de regels voor de vrije markt, waar meer aanbod betekent dat de prijs keldert. Op dit moment bedraagt deze nog maar 6 euro per ton uitstoot. Het stimulerende effect is dus wel een beetje weg. In veel gevallen is het nu goedkoper om CO2 uit te stoten dan om CO2-beperkende maatregelen te nemen. Wat je daardoor ook krijgt, is dat bedrijven een voorschot aanschaffen. Die kopen de rechten op nu ze goedkoop zijn, om ze later te gebruiken.”
En dan is van een waterbed opeens geen sprake meer, toch?
“Dan ligt het ingewikkelder. Maar toch: als Nederland straks uitstootrechten overhoudt, wordt het overschot groter en de prijs dus weer lager. Dat zou elders wel weer tot extra uitstoot kunnen leiden.”
Over hoeveel geld hebben we het eigenlijk? Totaal, in Nederland?
“Nederland stoot grofweg 165 miljoen ton CO2 per jaar uit. Ongeveer de helft daarvan valt onder het CO2-handelssysteem, de andere helft niet – dat is bijvoorbeeld de CO2 die uit de uitlaat van onze auto´s komt, of uit de schoorstenen van onze huizen. Zoals ik zei zitten we momenteel op 6 euro per ton, dus we praten in Nederland over ongeveer 500 miljoen euro per jaar.”
De discussie spitst zich momenteel toe op onze windmolenparken op zee. Zijn er soortgelijke problemen bekend uit andere landen? Zijn er initiatieven afgeblazen, omdat ze door het emissiehandelsysteem niet effectief genoeg waren?
“Een paar jaar geleden waren er grootse plannen om CO2 uit kolencentrales af te vangen en op te slaan in de grond, op land of in zee. Dat is een dure aangelegenheid, en dat initiatief is stil komen te liggen nu de uitstootprijs zo laag is. Het kan financieel niet meer uit.”
“Maar je kan als land ook zelf ingrijpen in het systeem. Engeland neemt de klimaatdoelstellingen zeer serieus, daar heeft de regering besloten een nationale minimumprijs voor de emissierechten te hanteren. Je moet er daar altijd 12 euro per ton uitstoot voor betalen. In feite heft Engeland dus belasting op de uitstoot. Volgend jaar gaan ze er zelfs 23 euro per ton voor vragen. En ze hebben aanvullende wetgeving, met normen voor de hoeveelheid CO2 die uitgestoten mag worden bij de productie van elektriciteit.”
Zouden alle landen dat dan niet moeten doen?
“Het zou beter zijn als het hele systeem wordt aangepast – en dat wordt ook continu geprobeerd. In de discussie wordt steeds over de emissiehandel, de uitstootplafonds en het waterbed-effect gesproken alsof dat voor eeuwig vastgelegde feiten zijn waar we mee moeten dealen. Dat is niet helemaal terecht. De emissiehandel is een kunstmatig instrument, de afspraken die we gemaakt hebben om de boel te reguleren kunnen we bijsturen als ze niet blijken te werken. Zo wordt op dit moment overwogen om een deel van de rechten tijdelijk uit de markt te halen, om de prijs weer wat te normaliseren; Als de rechten schaarser worden, worden ze immers duurder.”
“Het zou misschien effectiever zijn ze helemaal uit de markt te halen, maar dan moet er een unaniem besluit van alle Europese lidstaten komen, en dat is dus minder makkelijk door te voeren. Veel landen willen ook dat de doelstellingen scherper worden naarmate de tijd vordert, dat zal dan te merken zijn in volgende rondes waarin de rechten worden uitgegeven. Het is een voortschrijdend proces, gericht op de lange termijn.”
Dus er zijn plannen het emissieplafond omlaag te schroeven?
“Ja, de reductie bedraagt nu 1,74% per jaar, en de Europese Commissie heeft voorgesteld die vanaf 2021 te verhogen naar 2,2% per jaar.”
Wat is uw eigen mening eigenlijk, in deze windmolendiscussie?
“Dat er te veel wordt gefocust op de CO2-reductie. De molens worden óók neergezet om een andere doelstelling te halen, namelijk dat we in 2020 14% van onze energie uit hernieuwbare bronnen halen. Daar moeten we nog een flinke slag maken, en zo heel veel mogelijkheden hebben we niet in Nederland. Windenergie is een van de duurzame energiebronnen die het beste bij ons land past.”
“Als het alleen om de CO2 ging, zouden we gas in plaats van kolen kunnen stoken, en waren we klaar geweest. We moeten het zien als een lange-termijn project. Dat mis ik in de discussies.”
.