In 2026 dreigen Nederlandse melkveehouders 400.000 vrachtwagens vol mest over te houden. Waar komt dat overschot vandaan? En wat moeten we ermee?
Nederlandse boerderijdieren poepten vorig jaar 73,3 miljard kilo mest bij elkaar. Runderen zijn goed voor alleen al 61,4 miljard daarvan. En dan vooral koeien. Voor elk glas melk poept en plast een koe bijna drie glazen mest. Reken maar na: een koe die per jaar 10.000 liter melk geeft, produceert dus zo’n 28.000 liter mest. Voor elke liter melk die je koopt, blijft er dus 2,8 liter mest achter bij de boer. Koop je liever kaas? Kan ook. Voor een kilo kaas is ongeveer 10 liter melk nodig. Elke kilo kaas komt dus met 28 liter mest.
Mestoverschot
We drinken geen drijfmest en ‘organische fractie’ klinkt ook niet als iets wat je op je brood zou willen smeren. Maar mest is broodnodig, legt Jan Roefs uit. De voormalige akkerbouwer teelde onder meer wortels, bonen en spelt, maar ook mais en suikerbieten. Tegenwoordig is hij directeur van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding. De gewassen op de velden hebben mest nodig vanwege de voedingsstoffen die er in zitten. Dus rijden boeren mest uit over hun land.
Alleen zitten we al meer dan veertig jaar met een mestoverschot. Wanneer boeren te veel mest op het land brengen, spoelen meststoffen weg naar het grondwater of naar de sloot die naast het veld ligt. Gevolg: er zitten te veel meststoffen in ons grondwater en in rivieren en sloten. Algen, bacteriën en wat woekerende planten zijn er dol op, maar vissen gaan dood. Verschillende stoffen uit de mest geven problemen, zoals fosfaat, maar nitraat is het meest kritiek.
Om de gezondheid van het water te verbeteren, kwam de EU in 1991 met de Nitraatrichtlijn. Nitraat is een stikstofverbinding. Voortaan mochten boeren per jaar nog maar 170 kilo stikstof uit dierlijke mest uitrijden per hectare landbouwgrond. In een ton rundermest zit 4 tot 4,5 kilo stikstof, rekent Roefs voor. Zo kun je per hectare ongeveer 40.000 kilo mest kwijt. Maar melkveehouders hebben vaak veel meer mest.
— Gerard VelthofWe zouden naar aantallen veedieren kunnen die meer passen bij de grootte van Nederland
Een beetje vreemd is het wel, legt Roefs uit. Of je nou in Cyprus boert of in Finland, die maximaal 170 kilo stikstof geldt overal. Terwijl de bodem, het weer en andere omstandigheden nogal verschillen tussen die gebieden. En dan zijn er ook nog de planten zelf. Sommige plantensoorten nemen meer voedingsstoffen op dan andere. Dan maakt het uit of je spruitjes teelt of mais, aldus Roefs. En gras is weer een ander verhaal. “Mais neemt geen stikstof meer op na juli.” Na de oogst zijn de planten weg. “Gras is het hele jaar dóór groen. Het neemt veel meer stikstof op.”
Melkveehouders met grasland kregen daarom een uitzondering, vertelt Gerard Velthof. Hij is buitengewoon hoogleraar nutriënten- en koolstofbeheer in de bodem, aan Wageningen University. Met deze uitzondering mocht een veehouder jaarlijks tot 250 kilo stikstof uit koeienmest uitrijden op grasland, per hectare. “Daar bestaat ook een wetenschappelijke onderbouwing voor”, beaamt Velthof. Gras is inderdaad goed in het opnemen van nitraat, zodat het niet zo snel uitspoelt naar het grondwater.
Alleen hoort bij deze uitzondering op grasland ook de plicht om in de gaten te houden hoe het met het milieu gaat. En dat is in het geval van ons water niet best. Vanaf 2026 moeten melkveehouders dan ook terug van maximaal 250 naar 170 kilo per hectare, vertelt Velthof. Ze houden daarmee zo’n 400.000 vrachtwagens vol mest over, berekende Roefs. Wat moeten we daarmee?

Vanaf het voorjaar rijden boeren mest uit over hun land.
Mirko Fabian, via PexelsAkkerbouwers zouden meer dierlijke mest kunnen afnemen. Ze halen het maximum van de Nitraatrichtlijn namelijk nu nog niet. “Ze gebruiken veel kunstmest”, zegt Velthof. Dat is makkelijk in gebruik en de kwaliteit van kunstmest is heel constant. Wat er in zit, is exact bekend. Zo weet een teler precies wat de plantjes te eten krijgen. Daarnaast kunnen planten kunstmest veel beter opnemen. Dan sijpelen er weinig voedingsstoffen weg. Dierlijke mest werkt minder precies. Dat moet eerst afgebroken worden in de bodem, wat maanden kan duren.
Melkveehouders mogen volgens de Nitraatrichtlijn naast koeienmest ook kunstmest gebruiken, legt Velthof uit. Gras kan, afhankelijk van de bodemsoort, 350 kilo stikstof verwerken per hectare. Melkveehouders willen hun gras goed laten groeien, want dat is koeienvoer. Dus gebruiken ze bovenop de 250 kilo dierlijke stikstof liefst ook nog 100 kilo stikstof uit kunstmest. Als ze terug moeten naar 170 kilo uit dierlijke mest, dan zullen ze naar verwachting 180 kilo stikstof uit kunstmest toevoegen.
— Jan Roefs
Er is echter een slimme truc. Wat als we de stikstof uit de mest halen en er een soort kunstmest van maken? Er zijn verschillende technieken die dat doen. De gezuiverde stikstof heeft een vergelijkbare werking als kunstmest. En ook de nitraatuitspoeling is vergelijkbaar met die van kunstmest. Zou je deze meststof dan niet als kunstmest mogen zien, en dus mogen toevoegen aan je eigen grond ter vervanging? “Die discussie loopt nu”, vertelt Velthof.
Renure, zo heten de kunstmestvervangers die gemaakt zijn van dierlijke mest. Maar wat doet de boer daarna dan met rest van de mest, waar de stikstoffen grotendeels uitgehaald is? Uitrijden over het land, is het antwoord van Roefs. Eigen land of dat van anderen. Vanwege de voedingsstoffen. “Akkerbouwers maken zich zorgen om de hoeveelheid organische stof in de bodem.” Ze hebben de overgebleven mest hard nodig.
Stel: je gebruikt Renure plus de mest waar de Renure uit gezuiverd is. Ben je dan niet alsnog aan het overbemesten? “Nee”, zegt Roefs. “Je vervangt kunstmest door Renure. Je gebruikt het bijvoorbeeld wanneer het gewas in volle groei is.” Planten nemen de nitraat meteen op. “De rest van de mest breng je dan bijvoorbeeld in het voorjaar op het land.” Voedingsstoffen komen dan langzaamaan vrij, naarmate de mest verteerd wordt in de bodem.
Er zijn nog meer opties. Er wordt gekeken of we meer mest kwijt kunnen in landen met een tekort, vertelt Velthof. Varkensmest gaat al met vrachtwagens naar bijvoorbeeld Frankrijk, waar Frans graan groeit op Nederlandse mest. Bedrijven persen ook droge mestkorrels, om het vervoer efficiënter te maken. Kippenmestkorrels gaan de wereld over, vertelt Roefs: “Naar Oost-Azië, Spanje, Costa Rica: gebieden waar mest schaars is.” Het kan een optie zijn voor het koeienmestoverschot: korrels van maken en die verschepen.
We zouden ons vee ook minder eiwitten kunnen voeren, legt Velthof uit. Stikstof komt namelijk vooral uit eiwitten. “Veehouders geven nu te veel eiwit.” Zo weten ze zeker dat hun dieren optimaal groeien en maximaal melk geven. De hoeveelheid eiwit kan alleen ook te laag worden. Dan levert een koe wat minder op dan het dier eigenlijk zou kunnen. Aan de boer de schone taak om het optimum te vinden: niet te veel stikstof, maar ook niet te weinig.

Nederlandse boerderijdieren poepten vorig jaar 73,3 miljard kilo mest bij elkaar. Runderen zijn goed voor alleen al 61,4 miljard daarvan.
CC0, via PxHere.comEn minder mest produceren? Dan hoeven we er ook niet vanaf. “De veeteelt in Nederland is heel intensief”, zegt Velthof. In andere landen leven verhoudingsgewijs niet zo veel dieren als hier. “We zouden naar aantallen kunnen die meer passen bij de grootte van Nederland.” Maar dat betekent dat veebedrijven moeten krimpen of stoppen. En dat geeft weerstand.
En dan is er ook nog het plan van Caroline van der Plas om naar Brussel te gaan en de regels te veranderen. Je zou de bemestingsnormen kunnen afstemmen op wat de gewassen nodig hebben, oppert Roefs. Planten die veel stikstof opnemen, geef je veel. Planten die weinig willen, krijgen weinig. “Maar regels veranderen gaat jaren duren”, weet Roefs. Vervolgens is de vraag wat er gebeurt met het nitraatgehalte in het water. Want het idee is dat we ooit de normen voor schoon water gaan halen.