Nederland had nooit een vrouwelijke premier. Het Koninkrijk der Nederlanden had er echter al negen in de overzeese gebieden. Waarschijnlijk heeft dat te maken met het slavernijverleden.
“Hier op Curaçao hing destijds zoiets in de lucht van: dit overleven wij nooit.” Het is de rauwe analyse van Maria Liberia-Peters (84) over het begin van haar eerste regeerperiode. In 1984 werd ze voor het eerst premier van de Nederlandse Antillen. Shell en Exxon waren, met hun raffinaderijen op Curaçao en Aruba, de belangrijkste inkomstenbronnen en werkgevers van de Nederlandse Antillen, een eilandengroep bestaande uit zes eilanden. Vlak voordat Liberia-Peters aantrad, besloten beide bedrijven echter al hun werkzaamheden op de Nederlandse Antillen stop te zetten. De ‘opzegtermijn’: twaalf maanden. “Er was paniek in de tent”, concludeert ze ruim veertig jaar later droogjes.
— Maria Liberia-Peters
Na een loopbaan als hoofdkleuterleidster en lerares maakte ze de oversteek naar de politiek. Liberia-Peters werd benoemd tot gedeputeerde in het eilandsbestuur van Curaçao (vergelijkbaar met een wethouder) en later voor een interim-periode tot minister van Economische Zaken. Lokaal was ze bovendien beroemd, omdat ze jarenlang op het enige tv-kanaal van Curaçao een programma presenteerde over onderwijs en opvoeding, gericht aan kinderen tussen nul en vijf jaar.
Eigenlijk was in 1984 de toenmalige minister van Financiën van de politieke partij van Liberia-Peters (de Nationale Volkspartij) in beeld om premier te worden. Verschillende belangrijke leiders van de Nationale Volkspartij eisten echter dat Liberia-Peters premier moest worden. Er was maar één probleem: de hoofdpersoon wilde het helemaal niet. Liberia-Peters vond de opdracht veel te groot voor iemand met haar ervaring. Het voelde alsof de levens van de Antillianen in haar handen lagen. “Toch overtuigde men mij. Ik werd premier tegen wil en dank. Het was maar de vraag of wij onze mensen konden behoeden voor de ergste armoede.”
Negen premiers
Bijna acht jaar lang was Liberia-Peters premier van de Nederlandse Antillen, verdeeld over drie periodes (1984-1986, 1988-1990, 1990-1993). Ze is samen met Evelyn Wever-Croes (Aruba) de langstzittende vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden.
In totaal had het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden liefst negen vrouwelijke premiers. De Nederlandse Antillen hadden er vijf, Sint-Maarten drie en Aruba één. Het roept een interessante vraag op: waarom lukt het in het zonnige deel van ons Koninkrijk beter dan in het regenachtige deel?
Eén van de belangrijkste redenen is een hele cynische, denkt Gert Oostindie. De emeritus hoogleraar Koloniale en Postkoloniale Geschiedenis (Universiteit Leiden) vertelt dat Nederlanders tijdens de slavernij slaven niet als mensen wilden zien, maar als dieren of werktuigen. Voor de kerk, die destijds veel dominanter was dan nu, was het gezin heilig. Zouden slaven gezinnen hebben, dan leken ze té menselijk. “Slaveneigenaren zagen slaven als arbeidskrachten, niet als mensen met rechten. Formele gezinsverbanden, met moeder én vader, werden daarom niet gestimuleerd en zelfs verboden. Moeders kwamen er alleen voor te staan.”
Krachtige vrouwen
Oostindie legt uit dat daarnaast de bevolkingsregisters tijdens de slavernij zo werden ingericht, dat alleen de moeder officieel werd geregistreerd. Er was dus ook in officiële data geen sprake van erkenning van echtparen of gezinnen die rechten konden ontlenen aan hun samenleven. “De vrouw was noodgedwongen de enige leider in een gezin. Deels is hier het beeld van de sterke zwarte vrouw op gebaseerd.”
Liberia-Peters deelt zijn analyse. De situatie op de plantages zorgde ervoor dat moeders, meer dan elders, als enige gezinshoofd een leidende rol hadden. “Bovendien: als een vader stoer en sterk was, dan was de kans groot dat hij doorverkocht werd en moest verdwijnen om elders als slaaf te werken. De slavernijgeschiedenis heeft gezinnen zo uit elkaar gerukt. Het maakte de rol van de vrouw nog belangrijker.” De moeders moesten extra sterk zijn, om hun dochters te beschermen voor het veelvuldige misbruik op de plantages, gaat ze verder. “Als vrouw moest je continu een oogje in het zeil houden en opkomen voor je dochters tijdens het harde werk op de plantages, zodat die niet verkracht werden. Er zijn gruwelijke dingen gebeurd.”
— Gert OostindieVrouwen waren gewend verantwoordelijkheid te dragen, dat vertaalden ze naar in het publieke domein
Zo ontwikkelde zich een traditie waarin vrouwen heel zelfstandig waren, denkt ze. Dat patroon hield ook na de afschaffing van de slavernij stand. De oudste dochter zorgde dan voor de kinderen, als de ouders op de plantages werkten, vertelt de oud-premier. “De rol van mama’s, oma’s en peettantes is heel prominent in onze samenleving”, aldus Liberia-Peters, die vaak liefkozend Mama Maria genoemd wordt op Curaçao. Oostindie vult aan: “Hoewel mannen het politieke en economische leven lang domineerden, waren vrouwen binnen de gemeenschap en gezinnen vaak de dragende kracht. Dat vertaalden ze uiteindelijk naar het publieke domein: ze waren gewend zich te manifesteren en verantwoordelijkheid te dragen. Dat was in Nederland minder vanzelfsprekend.”
De jaren '70
Het zorgde ervoor dat er in de vorige eeuw al best veel vrouwengroepen waren op de eilanden, die zich inzetten voor emancipatie. Die groepen werkten in de jaren ‘70 samen aan een grote campagne voor de verkiezingen van de eilandsraad (gemeenteraad). Ze hingen de Antillen vol met posters in regenboogvorm, met daarin de kleuren van alle politieke partijen. In de kleuren stonden per partij de namen van vrouwelijke kandidaten op de kieslijst. Ook Liberia-Peters was bij die actie betrokken. “Het samenwerken van al die verschillende groepen verenigde vrouwen op alle niveaus: van huisvrouw tot academicus tot sociaal werkster.”
1975 was door de Verenigde Naties (VN) bovendien uitgeroepen tot internationaal jaar van de vrouw. Topmensen van de VN gaven op de eilanden lezingen. De lezing van Sylvia Talbot, voormalig minister van Gezondheidszorg in Guyana, inspireerde Liberia-Peters in het bijzonder. “Zij zei: kom op vrouwen, bemoei je met de politiek en laat je niet isoleren. Vrouwen voelen, horen en zien dingen die mannen ontgaan. Ik vond het een krachtig pleidooi. Zulke lezingen gaven de emancipatie een enorme boost.”

Liberia-Peters werd de tweede vrouwelijke premier van het Koninkrijk der Nederlanden.
Nationaal Archief, CC0In 1977 volgde de kroon op het werk. Lucina Elena da Costa Gomez-Matheeuws wordt de eerste vrouwelijke premier van de Nederlandse Antillen en het Koninkrijk der Nederlanden. Een doorbraak, hoewel haar regeerperiode slechts een paar dagen duurde: ze werd premier na politieke spanningen in het kabinet gedurende een demissionaire periode.
Lubbers en Venezuela
Liberia-Peters kan vol overgave vertellen over de crisissituatie van haar land in 1984. De zorgen waren extra groot, want in de jaren ‘80 ging het sowieso matig met de olie-industrie. “Wereldwijd sloten veel meer raffinaderijen die niet over eigen grondstoffen beschikten.”
Gelukkig hadden de Antilianen een plan. De raffinaderij van Shell was technisch gebouwd om Venezolaanse ruwe olie te verwerken. Daarom startte ze onderhandelingen met de Staatsoliemaatschappij Petróleos de Venezuela S.A. Met de toenmalige Nederlandse premier Ruud Lubbers (CDA) had ze een uitstekende band opgebouwd. Hij bood aan dat als Liberia-Peters dat nodig achtte, hij bereid was mee te reizen naar Venezuela.

Liberia-Peters overtuigde samen met Lubbers en Van Lennep Venezuela dat het voortbestaan van de raffinaderij essentieel was voor Curaçao en de andere eilanden. De raffinaderij bleef uiteindelijk nog 30 jaar open.
Laika ac, CC BY-SA 2.0 via Wikimedia CommonsLubbers voegde de daad bij het woord. Bovendien regelde hij ook de steun van de internationale topadviseur Emiel van Lennep, die namens de Nederlandse regering de Antilliaanse regering bijstond tijdens de onderhandelingen met Venezuela. Van Lennep was tot 1984 liefst vijftien jaar secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), waarin 38 (veelal machtige) landen samenwerken op sociaal en economisch beleid.
Grote afstand
“Ik kreeg veel steun van Lubbers”, herinnert Liberia-Peters zich. “Hij was econoom en dacht mee in cijfers, maar was ook groots in medemenselijkheid. Samen met hem en Van Lennep overtuigden we Venezuela dat het voortbestaan van de raffinaderij essentieel was voor Curaçao en de andere eilanden.” De staatsoliemaatschappij van Venezuela beloofde de raffinaderij in elk geval voor negen jaar over te nemen, om de eilanden tijd te geven om een ramp af te wenden. “Uiteindelijk bleef de raffinaderij dertig jaar open, tot eind 2018”, zegt Liberia-Peters.
Liberia-Peters toonde daarmee dat, ook in ons Koninkrijk, vrouwen prima in staat zijn om een land door de zwaarste storm te gidsen. Het is nog onzeker of Nederland na de verkiezingen van vandaag een vrouwelijke premier krijgt. Daarmee is er een gerede kans dat de emancipatoire afstand tot de overzeese gebieden onverminderd groot blijft, concludeert Oostindie. “Het is best ironisch: eigenlijk zoeken we naar een verklaring waarom het Caribisch deel van het koninkrijk normaal is. Dat roept bij mij de vraag op: waarom zijn we hier in Nederland abnormaal?”

