De eerste NICO-etappe zit erop. Volgens de kapitein heeft de Pelagia nu precies 2018 mijl gevaren, heel toepasselijk! Het schip zet nu koers naar Las Palmas: een mooie gelegenheid voor expeditieleider Lennart de Nooijer om de balans op te maken.
Ons avontuur begon precies twee weken geleden vanaf Texel. We startten niet helemaal zonder gebreken en ook onderweg zijn we het een en ander aan materiaalpech tegengekomen. Maar dankzij de inzet en het aanpassingsvermogen van de bemanning is het toch gelukt ons volledige geplande programma te draaien. Wat daarbij natuurlijk ook hielp, was het uitstekende weer. Dat maakt het werken niet alleen een stuk aangenamer, maar met weinig golfslag is het ook veel makkelijker om zware apparatuur over boord te zetten en weer binnen te halen. Nog belangrijker: er zijn tijdens de tocht geen ongelukken gebeurd en er is geen wetenschappelijke apparatuur kapot gegaan of kwijtgeraakt.

Lennart de Nooijer voor de NICO-vlag
NIOZ45 meter kernmateriaal
Wat houden we over aan deze vaartocht? We hebben zes ‘stations’ aangedaan, waar we in totaal meer dan duizend monsters hebben genomen, verdeeld over de waterlaag en het sediment. Toen we wegvoeren, was het wateroppervlak nog geen 10 graden Celsius; inmiddels is het meer dan 20 graden Celsius. Het diepste monster kwam van 4400 meter, het ondiepste was van het wateroppervlak. Daarnaast is er meer dan 45 meter kernmateriaal uit de bodem van de Atlatische Oceaan gehaald. In totaal zijn we meer dan 65 uur bezig geweest met het nemen van monsters, werk voor tien wetenschappers en twaalf bemanningsleden.
Het geheel is vastgelegd in blogs door het duo Margaux en Thijs. Is de opbrengst hoog? Of juist laag? Het cliché wil natuurlijk dat de uitkomsten van onderzoek als dit niet uit te drukken zijn in een getal, laat staan in een prijs. De toekomst zal leren of de eerste etappe van de NICO-expeditie, met de weinig romantische code 64PE428, succesvol zal zijn gebleken. Wellicht zijn de resultaten die uit onze monsters naar boven komen drijven voorspelbaar, misschien controversieel en wie weet spectaculair.
Het Grote Analyseren
Natuurlijk is elke vaartocht spannend en avontuurlijk. Soms weet je al tijdens de expeditie of je succesvol bent geweest. Wij zullen onze nieuwsgierigheid echter nog een tijdje moeten bedwingen. Gezien de hoeveelheid materiaal, in combinatie met hetgeen nog verzameld wordt op toekomstige NICO-tochten, kan het haast niet anders dat er iets spannends huist in de beestjes, het water of het sediment dat inmiddels veilig opgeborgen is in koelkasten, vriezers en containers. Onze tocht zit er bijna op, maar het meeste werk ligt nog voor ons: zodra wij en de samples weer thuis zijn, begint het Grote Analyseren pas.
Maar is er nog een andere, tastbare opbrengst. Een nieuwe generatie mariene wetenschappers is opgestaan. Zeven studenten van de Universiteit Utrecht en de Vrije Universiteit zijn mede-verantwoordelijk voor de uitvoering van ons programma. Zij hebben met eigen ogen gezien en met eigen handen ervaren wat de basis is voor menig wetenschappelijk artikel, waar zij anders enkel vanuit de collegebanken mee in aanraking waren gekomen. Met het vooruitzicht van de NICO-tochten die nog komen, denk ik dat de overdracht van de wetenschapspraktijk op volle oceaan in veilige handen aan het raken is.