Naar de content

'Grenzen zijn meer dan lijnen in de grond'

Geograaf Philip Steinberg over oplossingen voor territoriale conflicten

Sasha Popovic/Flickr.com via C BY-NC-ND 2.0

Het conflict tussen Spanje en Catalonië is nog steeds niet voorbij. Hoe kun je territoriale conflicten vreedzaam oplossen? En hoe bepaal je bij een afscheiding de nieuwe grenzen? NEMO Kennislink sprak erover met de Britse geograaf Philip Steinberg.

Tanks in de straten. Politieagenten die inslaan op bejaarden die willen stemmen. Een regionale premier die inmiddels naar een ander land is gevlucht om arrestatie te voorkomen. Het lijkt iets voor een bananenrepubliek, maar gebeurde toch echt in Spanje. Het uitschrijven van een referendum over onafhankelijkheid door Carles Puigdemont, de voormalige premier van Catalonië, leidde tot ingrijpen van Madrid. Spanje wil een afscheiding koste wat kost tegenhouden.

Ook elders in de wereld rommelt het. Zo hielden de Koerden in Irak een referendum over onafhankelijkheid in september, tot woede van hún nationale regering. Ook veel andere volken dromen van een eigen staat: van de Basken in Spanje tot de Kasjmir in India en de Toeareg in Mali.

Vlam in de pan

De geschiedenis leert dat wanneer een dergelijk verlangen onderdrukt blijft de vlam gemakkelijk in de pan kan slaan, wat kan resulteren in een burgeroorlog. Dat is misschien niet zo gek want afscheidsbewegingen gaan uit van het recht op zelfbeschikking van een volk en beschouwen de staat waarin ze gedwongen zijn te blijven als een bezettende macht.

Tegenspartelende nationale regeringen beroepen zich daarentegen op het internationale recht: zij mogen als staat hun territorium behouden, tenzij ze een deel van hun land met extreem geweld bejegenen of er bijvoorbeeld genocide begaan. Hoe kun je zulke territoriale conflicten vreedzaam oplossen?

Een goede persoon om die vragen op af te vuren is Philip Steinberg. Als hoofd van de International Boundaries Research Unit, een Engels onderzoeksinstituut dat zich specialiseert in grenzen en territoriale conficten, zijn dergelijke vragen voor hem dagelijkse kost (zie ook kader).

International Boundaries Research Unit

Het , oftewel IBRU, werd opgericht in 1989. Het is een van de weinige wetenschappelijke onderzoeksinstituten die zich geheel focust op grenzen en alles wat daarmee te maken heeft. De theoretische kennis die het instituut produceert heeft een ferme link met de praktijk. Zo adviseert IBRU op verzoek staten die met een grensconflict worstelen hoe ze die conform het internationale recht kunnen oplossen. Ook bemiddelt het instituut soms achter de schermen bij grensconflicten. IBRU maakt deel uit van het Geography Department van de Universiteit van Durham.

Waar de rust in Irak voor nu lijkt teruggekeerd, blijft de spanning tussen Madrid en Barcelona om te snijden. Stel, je zou de Spaanse regering mogen adviseren, wat zou je dan zeggen?

“Oef, dat is een moeilijke vraag; het is een lastige kwestie. Wat ik wel kan zeggen is dat territoriale spanningen nooit op zichzelf staan, ze komen doorgaans voort uit wrok of bepaalde misverstanden aan beide kanten. Die gaan soms wel eeuwenlang terug. Het is belangrijk die onderliggende issues aandacht te geven. Als je dat niet doet, is het heel moeilijk nader tot elkaar te komen. Dat wordt vaak nog moeilijker als het gebied dat zich af wil scheiden uiteindelijk je buurland wordt. Besef daarbij dat het niet fijn is als je een deel van je land en bevolking verliest, maar dat het alternatief, onder dwang mensen binnen je grenzen houden, soms erger is.”

Als een staat uit elkaar gaat vallen, hoe worden de nieuwe grenzen van het gebied dat onafhankelijk wordt dan uitgestippeld?

“Als het gebied in kwestie een provincie of een anderszins relatief autonoom gebied was binnen de staat waarvan het zich afscheidt, dan worden die grenslijnen gewoonlijk de nieuwe grenzen. Grenzen worden namelijk doorgaans bepaald en internationaal erkend op basis van het principe van uti possidetis, Latijn voor ‘zoals je in je bezit hebt’. Als het gebied dat onafhankelijk wordt geen administratieve eenheid vormde binnen het buurland, dan gelden gewoonlijk eerdere grensverdragen. In Afrika of Azië kan het daarbij bijvoorbeeld nog gaan om koloniale grensverdragen.”

Kent het _uti possidetis_-principe ook nadelen?

“Ja, zo houdt het geen rekening met culturele diversiteit. Met name bij grenzen in Afrika, en in mindere mate Azië, zie je dat terug; koloniale grenzen waren het resultaat van handjeklap tussen Europese staten. Hierdoor scheiden ze vaak etnische groepen van elkaar. In Europa speelt dit minder, al zijn grenzen zelden perfect. Zo werden de grenzen van Servië en Kroatië bepaald op basis van uti possidetis. Hierdoor bleef een aantal overwegend Kroatische dorpen in het buurland liggen, en andersom. En mocht Catalonië zich inderdaad gaan afscheiden, dan kan het dus zijn dat een aantal Catalaanse dorpen toch in Spanje blijft en omgekeerd.”

De Maasai zijn een van de vele volkeren in Afrika die van elkaar gescheiden zijn door nationale grenzen; ze huizen deels in Tanzania en deels in Kenia.

Anita Ritenour/Flickr.com via CC BY 2.0

Waarom domineert dit principe dan toch? En waarom leggen gemeenschappen die zich liever bij het buurland willen voegen zich hier bij neer?

“Omdat een beter alternatief ontbreekt. Als je niet werkt met bestaande grenzen, verzand je al snel in eindeloze discussies over hoe de grens dan wel moet lopen. In het beste geval vertraagt dat een regeling en in het slechtste geval zorgt het ervoor dat oude conflicten weer oplaaien. Om die reden accepteren staten die een vreedzame transitie willen doorgaans het _uti possidetis_-principe en moedigen ze gemeenschappen die ze liever in hun eigen staat hadden gezien aan hetzelfde te doen.”

Als grenzen tot stand komen op basis van het _uti possidetis_-principe, is daarmee de kous niet altijd af. Zo krijgen een nieuwe staat en het buurland waar hij eerder deel van uitmaakte soms bonje over stukken land waarover eerdere verdragen niets zeggen, of blijken hun ideeën over de watergrenzen te botsen. Hoe kunnen de betrokken staten dan escalatie voorkomen?

“Als gezamenlijk om de tafel gaan zitten, al dan niet onder leiding van een onafhankelijke partij, ze niets oplevert, dan kunnen ze de zaak voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Daarvoor moet je dan wel je buurland overtuigen mee te doen, anders geldt de jurisprudentie van het hof niet. Om die reden is het conflict in de Zuid-Chinese zee bijvoorbeeld nog niet opgelost: China weigert deelname.”

We merken er misschien niet zo veel van, maar in ons land worden regelmatig internationale grensconflicten beslecht. Als het rechtsprekende orgaan van de Verenigde Naties heeft het Internationale Gerechtshof daartoe de bevoegdheid. Tegelijkertijd grijpen de Verenigde Naties niet per se in als een staat een bepaalde uitspraak naast zich neerlegt.

PRORoman Boed/Flickr.com via CC BY 2.0

Is het voor de verliezende partij niet lastig de beslissing van het hof in eigen land te verkopen?

“Daar zijn wel manieren voor. Zo presenteren de politieke leiders van het verliezende land zich soms als morele winnaars: ze hebben laten zien vreedzaam voor de rechten van hun volk te willen strijden. Daarbij zorgt een uitspraak van het Internationale Gerechtshof over een betwiste grens voor rust. Dat kan de economie stimuleren. Internationale bedrijven zijn vaak huiverig om grootschalige investeringen in een betwist grensgebied te doen, zelfs als het waardevolle grondstoffen bevat. Zo ging Shell pas op grote schaal naar olie boren in de Noordzee toen in het maritieme grensconflict tussen Nederland en Denemarken enerzijds en Duitsland anderzijds in 1971 definitief beklonken was in het voordeel van Duitsland.”

Je vertelde eerder dat nationale grenzen nogal eens etnische gemeenschappen opbreken. Dat zorgt natuurlijk voor veel praktisch ongemak. Hoe kunnen staten dat leed verzachten?

“Ze kunnen onder meer hun grensbeleid erop aanpassen. Een mooi voorbeeld daarvan is te vinden in Scandinavië. Voor de Sami, een nomadisch herdersvolk, is de Noors-Zweedse grens maar lastig. Zo is de verkoop van rendiervlees op lokale markten in Zweden een belangrijke inkomstenbron voor dit relatief arme volk. Maar doordat je daar in Zweden belasting over moet betalen, werd de winst die ze daarmee konden behalen wel heel klein. Dit dilemma leidde ertoe dat sommige Sami dan maar de rendieren meenamen uit Noorwegen om ze ter plekke in Zweden te slachten! Om de Sami te ontlasten, heffen Zweden en Noorwegen daarom geen accijns meer op kleine hoeveelheden ingevoerd rendiervlees.”

Ondermijnen dergelijke zachtere grenzen niet de autoriteit van de betrokken staten?

“In tegendeel. Grenzen zijn meer dan lijnen in de grond, ze gaan pas leven en waarde krijgen als mensen ze erkennen en daar naar handelen. Van zakenmensen die de andere invoervoorschriften respecteren tot reizigers die hun paspoort laten zien. Als een bepaalde bevolkingsgroep extreem veel hinder ondervindt van een grens, gaat deze groep sneller over tot ondermijnend gedrag. Of voelt die gemeenschap zich steeds minder verbonden met het land waarin ze wonen, omdat die nationaliteit te veel botst met hun belangen. Waardoor ze weer eerder kunnen gaan nadenken over een eigen staat.”

ReactiesReageer