Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Gedrag in het parlement meten

3 manieren waarop politicologen standpunten van politieke partijen meten

Leden van de Tweede Kamer stemmen over een motie. De leden zijn schuin op de rug gefotograffeerd.
Leden van de Tweede Kamer stemmen over een motie. De leden zijn schuin op de rug gefotograffeerd.
De Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

Hoe proberen politieke partijen verkiezingen te winnen? In hoeverre hebben Kamerleden dezelfde mening als hun kiezers? Waarom besluiten sommige partijen samen een nieuwe regering te vormen? Hoe geef je als politiek wetenschapper antwoord op dit soort ingewikkelde vragen? Deze week: gedrag in het parlement.

Ik onderzoek de samenwerking tussen de regering en oppositiepartijen. Waarom verzetten sommige oppositiepartijen zich tegen het regeringsbeleid terwijl andere oppositiepartijen samenwerken met de regering? Politici hebben vaak een idee over hoe het ideale overheidsbeleid eruit moet zien. Maar hoe bepalend zijn die beleidsvoorkeuren van oppositiepartijen voor hoe zij zich opstellen ten opzichte van de regering? Dat wil ik graag weten!

Leden van de Tweede Kamer stemmen over een motie. De leden zijn schuin op de rug gefotograffeerd.

Een stemming in de Tweede Kamer

De Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

In mijn vorige blogs besprak ik besprak ik enquêtes om beleidsvoorkeuren van partijen te meten en het doorvlooien van verkiezingsprogramma’s om politieke standpunten te meten. Deze keer gaat het over gedrag in het parlement.

Beleidsvoorkeuren onthullen met stemgedrag

Naast in teksten in verkiezingsprogramma’s, drukken partijen hun standpunten ook uit in hun handelen. Vanuit de gedachte dat partijen hun daadwerkelijke beleidsvoorkeuren onthullen in hun stemgedrag over wetsvoorstellen, amendementen en moties hebben politicologen technieken ontwikkeld om parlementair stemgedrag te visualiseren in een ruimtelijk model. Daarmee ga je na in hoeverre parlementsleden hetzelfde stemmen.

Mijn promotor, Tom Louwerse, doet dit regelmatig voor de partijen in de Tweede Kamer, zoals in onderstaande figuur. Hoe dichter partijen in deze figuur bij elkaar staan, hoe vaker zij hetzelfde stemmen. Je ziet inderdaad dat linkse partijen zoals PvdA, GroenLinks en SP dichter bij elkaar staan dan bij rechtse partijen zoals de PVV en Forum voor Democratie. Pieter Omtzigt en de BoerBurgerBeweging staan tussen de linkse en rechtse partijen in.

Deze in de VS ontwikkelde methode leent zich echter minder goed voor het meten van standpunten in de Nederlandse context. De aanname dat het stemgedrag van Kamerleden enkel gemotiveerd wordt door hun opvatting of een voorstel de status quo verbetert, klopt niet altijd in een parlementair stelsel.

Coalitieafspraken

Uit de figuur blijkt bijvoorbeeld dat D66, ChristenUnie, CDA en VVD de afgelopen jaren vaak hetzelfde stemden, terwijl zij toch uiteenlopende standpunten hebben, volgens kenners van politieke partijen. Dat komt omdat deze partijen de afgelopen periode samen de regeringscoalitie vormden en zich hielden aan coalitieafspraken. De SGP, Omtzigt, Volt, GroenLinks en PvdA staan iets dichter bij de coalitiepartijen dan BBB, SP, Partij voor de Dieren en de PVV.

Dat maakt deze methode nuttig om parlementaire verhoudingen in kaart te brengen, maar niet zozeer om beleidsvoorkeuren direct te meten. Je hebt juist aparte informatie over de beleidsposities van partijen nodig om na te gaan in hoeverre partijen in de Tweede Kamer op inhoudelijke gronden stemmen of op basis van hun houding ten opzichte van de regering.

Wat nu?

Elke manier van het in kaart brengen van partijstandpunten heeft zo zijn eigen voordelen en nadelen. Expertenquêtes bieden bijvoorbeeld partijposities op verschillende duidelijke beleidsdimensies, maar niet altijd gegevens over alle landen en periodes waarin je als onderzoeker geïnteresseerd bent. De ‘dekking’ van de inhoudsanalyses van verkiezingsprogramma’s is wat dat betreft veel beter, maar het gehanteerde codeerschema en de beleidsdimensies die je op basis daarvan construeert, zijn dan weer twijfelachtiger.

Hoe partijen in de Tweede Kamer stemmen wordt door meer factoren bepaald dan alleen de voorkeur voor een bepaald beleid, maar als er nog geen verkiezingsprogramma is – zoals bij de nieuwe partij van Pieter Omtzigt – kun je naar het stemgedrag in de Kamer kijken om een indruk te krijgen van wat Kamerleden vinden.

Mijn eigen onderzoek richt zich op oppositiegedrag in het Nederlandse, Britse, Deense en Canadese parlement in de gehele naoorlogse periode. Omdat de handmatig gecodeerde inhoudsanalyse van verkiezingsprogramma’s gegevens biedt over zo’n lange periode in al deze landen, maak ik hier meestal gebruik van. Maar gelukkig blijkt dat de belangrijkste patronen die ik vind in stand blijven als ik voor een beperkte periode en landen een expertenquête gebruik.  Welke manier om standpunten van partijen te meten je kiest hangt helemaal af voor welk doeleinde je ze wilt gebruiken.

Lees ook deze blogs!

ReactiesReageer