Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Verkiezingsprogramma's doorvlooien om politieke standpunten te meten

3 manieren waarop politicologen standpunten van politieke partijen meten

Een bruine doos met een gleuf erin. Erboven zweven briefjes in dezelfde kleur.
Een bruine doos met een gleuf erin. Erboven zweven briefjes in dezelfde kleur.
Image by Freepik

Hoe proberen politieke partijen verkiezingen te winnen? In hoeverre hebben Kamerleden dezelfde mening als hun kiezers? Waarom besluiten sommige partijen samen een nieuwe regering te vormen? Politicologen proberen daar achter te komen door verkiezingsprogramma’s door te vlooien.

Ik onderzoek de samenwerking tussen de regering en oppositiepartijen. Waarom verzetten sommige oppositiepartijen zich tegen het regeringsbeleid terwijl andere oppositiepartijen samenwerken met de regering? Politici hebben vaak een idee over hoe het ideale overheidsbeleid eruit moet zien. Maar hoe bepalend zijn die beleidsvoorkeuren van oppositiepartijen voor hoe zij zich opstellen ten opzichte van de regering? Dat wil ik graag weten!

In mijn vorige blog besprak ik enquetes om beleidsvoorkeuren van partijen te meten, deze keer gaat het over verkiezingsprogramma’s.

Inhoudsanalyse van verkiezingsprogramma’s

Een tweede veelgebruikte manier om standpunten van partijen te meten is door te kijken naar de teksten waarin partijen hun standpunten uitdrukken, bijvoorbeeld in verkiezingsprogramma’s. Een analyse van de inhoud van deze documenten helpt bij het construeren van partijposities op allerlei beleidsdimensies. Een groot internationaal onderzoeksproject analyseert al sinds 1945 verkiezingsprogramma’s in 67 landen.

De programma’s zijn opgedeeld in quasi-zinnen en deze worden door getrainde codeurs volledig handmatig voorzien van een code uit 56 inhoudelijke beleidscategorieën. Een zeer arbeidsintensieve en tijdrovende klus!

Gecodeerd verkiezingsprogramma CDA 2002-2003
Opmerking: Toegekende categorieën: 603 (traditionele waarden), 504 (uitbreiding sociale voorzieningen), 605 (law and order), 506 (investering onderwijs), 303 (efficiëntie overheidsapparaat), 701 (arbeiders), 201 (vrijheid en mensenrechten), 606 (goed burgerschap).

Manifesto Research on Political Representation

Zinnen coderen

Op basis van deze codes bereken je dan vervolgens posities op verschillende beleidsdimensies. Zo vergelijk je bijvoorbeeld het aandeel quasi-zinnen dat besteed wordt aan ‘linkse’ thema’s met het aandeel quasi-zinnen dat besteed wordt aan ‘rechtse’ thema’s. Je moet er dan vanuit gaan dat partijen vooral verschillen in de thema’s waar ze nadruk op leggen en minder op tegenovergestelde standpunten op hetzelfde thema.

Een partij die sceptisch is over milieubescherming weidt volgens deze redenering niet zo uitgebreid uit over haar tegenstand tegen milieubeschermende maatregelen, maar besteedt simpelweg meer aandacht aan andere onderwerpen, zoals economische groei of infrastructuur.

Onderwerpen in verkiezingsprogramma’s van linkse en rechtse partijen
Gebaseerd op een analyse van verkiezingsprogramma’s van linkse en rechtse politieke partijen.

Rick van Well voor NEMO Kennislink

Ideologische ontwikkelingen van partijen door de jaren heen

Omdat deze methode relatief gemakkelijk toe te passen is op programma’s uit het verleden, is het mogelijk om de ideologische ontwikkelingen van partijen door de tijd heen na te gaan, zoals in onderstaande figuur. Daaruit blijkt dat de gematigd linkse en gematigd rechtse partijen dichter bij elkaar zijn komen te staan, met name in de afgelopen 30 jaar. Dit komt mogelijk doordat alle grote gevestigde partijen catch-all-partijen zijn geworden die een zo breed mogelijk spectrum aan kiezers proberen aan te spreken.

Er is echter ook kritiek op deze metingen van partijstandpunten: op het verouderde codeerschema uit de jaren ’80 (er is bijvoorbeeld geen categorie over immigratie), de relatief hoge kans dat verschillende codeurs verschillende categorieën toekennen aan dezelfde quasi-zinnen, en de manier waarop de categorieën gebruikt worden om beleidsdimensies te creëren. Dat leidt politicologen tot andere inhoudsanalyses en de laatste jaren ook vaker het gebruik van automatische tekstanalyse.

Verkiezingsprogramma’s blijven ook strategische documenten. Partijen kunnen in hun programma’s over bepaalde onderwerpen bewust zwijgen of standpunten bijvoorbeeld wat extremer opschrijven als een wapen in toekomstige onderhandelingen.

Volgende keer: gedrag in het parlement

ReactiesReageer