Afgelopen vrijdag zagen veel mensen een oplichtend spoor door de lucht trekken. Het moet een stuk steen uit de ruimte zijn geweest, dat door de dampkring richting aarde bewoog. Waarschijnlijk is deze meteoriet iets ten noorden van Zwolle neergekomen.
Nederland is een meteoriet rijker. Op vrijdag 28 juni rond half tien ‘s avonds kwam het stuk ruimtesteen uit de lucht vallen, en trof de aarde iets ten noorden van Zwolle. Dat is althans het sterke vermoeden van de Werkgroep Meteoren (een onderafdeling van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Weer- en Sterrenkunde), op grond van ruim vijfhonderd meldingen van een heldere vuurbol. Het lichtverschijnsel werd gezien door mensen in Nederland, België en Duitsland. De steen zelf is (nog) niet gevonden.
Vuurbollen zo helder als deze komen één à twee keer per jaar boven Nederland voor, vertelt Joost Hartman, voorzitter van de Werkgroep Meteoren. Wat deze vuurbol echter extra bijzonder maakte, waren de doffe knallen (sonic booms) die gehoord werden. Die zijn behoorlijk zeldzaam. Sonic booms treden op als een voorwerp door de geluidsbarrière heen gaat – dus sneller gaat dan 343 meter per seconde (de snelheid van het geluid). De laatste keer dat dit in Nederland op grote schaal voorkwam was in 1843, toen een grote meteoriet insloeg bij Utrecht.
Daarnaast was er vrijdag sprake van onhoorbaar (infra-)geluid, dat ontstaat als een grote meteoor door de lucht beweegt. Infrageluid is zo laag dat wij het niet kunnen horen. De signalen werden opgepikt door meetinstrumenten van het KNMI.
Magnitude
Meteoren met een lagere helderheid worden vrijwel dagelijks waargenomen. Meestal branden ze volledig op in de lucht. Als ze na zonsondergang vallen worden ze automatisch door een cameranetwerk gefilmd.
De vuurbol van vrijdag kwam daarvoor helaas te vroeg. Om half tien was de schemering nog nauwelijks ingevallen. “Als licht dan toch waarneembaar is, is de helderheid (uitgedrukt als magnitude – red.) sterker dan -4”, zegt Hartman. “Dat is de helderheid van de planeet Venus.” Maar het is duidelijk dat de meteoor bij Zwolle nog veel helderder was, voegt hij er aan toe.
Op grond van deze helderheid schat de Werkgroep Meteoren de doorsnede van de meteoor op ongeveer een meter. “Voor hij in de dampkring kwam”, zegt Hartman. Tijdens de hogesnelheidsreis door de dampkring wordt een meteoor door de luchtwrijving zo heet dat hij deels opbrandt en soms in stukken uiteen valt – van dat laatste zijn in dit geval waarnemingen gemeld. Uiteindelijk was er waarschijnlijk een kleine tien procent van het object bij Zwolle over toen het op aarde neerkwam.
Hooiberg
Dus, heeft u altijd al een keer een meteoriet willen vinden? Dan moet u nu gaan zoeken, in het gebied ten noorden van Zwolle, in de buurt van Staphorst. De steen heeft waarschijnlijk een doorsnede van pakweg twintig centimeter en een dunne zwarte korst.
Zelf begint de Werkgroep Meteoren er overigens niet aan. Door een gebrek aan duidelijke beelden van de baan die het object aflegde, is de exacte landingsplek niet goed te bepalen. Hij moet er ergens liggen, maar het zou zoeken zijn naar een speld in een hooiberg.
“Twee jaar geleden was er ook zo’n heldere bol, en hadden we wél veel beelden”, vertelt Hartman. “Toen was het traject goed te berekenen, en eindigden we met een gebied van zeventig hectare waar de meteoriet zou moeten liggen.” Het leidde het tot een grote zoektocht, waarbij het gebied een aantal weekenden achter elkaar met tien tot vijftien mensen werd uitgekamd. “Maar ja”, zegt Hartman. “Die hebben we ook niet gevonden.”
En dat is jammer – want buitenaardse stenen zijn miljarden jaren oude reizigers, en gunnen ons dus een blik op het zonnestelsel en op het verre verleden. Tot nu toe zijn er zes meteorieten van Nederlandse bodem bekend, het zou leuk zijn als daar een zevende bij zou komen.
De Werkgroep Meteoren houdt zich dan ook aanbevolen voor beelden – vooral filmpjes – van de vuurbol. Want hoe meer gegevens, hoe beter de baan gereconstrueerd kan worden.