Naar de content

‘Een online discussie is vaak geen echte dialoog’

Wie is de trol: discussies op internet

Frederique Matti voor NEMO Kennislink

Een discussie via een chatgesprek loopt eerder uit de hand dan een face-to-facediscussie. Volgens sociaal psycholoog Carla Roos komt dat doordat we online veel meer langs elkaar heen praten.

Tijdens de coronapandemie zagen we dat discussies onder de artikelen op NEMO Kennislink veel vaker dan voorheen ontaarden in vijandige gesprekken of zelfs scheldpartijen. Er werden ook meer reacties geplaatst door complotdenkers: mensen die geen vertrouwen hadden in het coronavaccin of in het coronabeleid, en daarmee de wetenschap, de overheid en de journalistiek wantrouwden.

Dat zorgde ervoor dat we veel meer reacties moesten gaan modereren: beledigende en ongefundeerde reacties verwijderen, of mensen tot de orde roepen die zich onfatsoenlijk gedroegen. Omdat we als redactie maar beperkte mankracht hebben voor het modereren van reacties, zagen we ons steeds vaker gedwongen om de reactiemogelijkheid uit te zetten. Hierin stonden we als redactie niet alleen, want bij veel andere nieuws- en wetenschapsplatforms zag je hetzelfde gebeuren.

Vier mensen zitten naast elkaar met hun mobiel in hun hand. Over hun hoofden zijn grote emoji geplakt, die boos en verontwaardigd kijken.

In coronatijd waren de reacties op NEMO Kennislink vaker negatief van toon.

Freepik

In die tijd ontstond een samenwerking tussen NEMO Kennislink en onderzoekers van het project BETTER-MODS, die online discussies proberen te verbeteren met hulp van artificiële intelligentie (AI). Uit die samenwerking kwam het educatieve project 'Wie is de trol?' voort. Daarin wordt momenteel een game ontwikkeld voor jongeren en senioren, om hun inzicht te geven in online discussies en de werking van AI.

‘Uh, nou, misschien’

Wat gaat er nu eigenlijk mis in online discussievoering? Die vraag stellen we aan Carla Roos, die aan de Tilburg University onderzoek doet naar online communicatie. Voor haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen vergeleek ze online discussies met mondelinge. Daarvoor liet ze studenten in een lab met elkaar praten over lastige onderwerpen. Het viel haar op dat de studenten in de mondelinge gesprekken heel voorzichtig hun mening uitten: “Ze zeggen bijvoorbeeld ‘uh, nou ik denk dat ik het er op zich wel mee eens ben, of misschien niet helemaal’, en kijken vervolgens hoe hun gesprekspartner reageert.”

Online zie je veel vaker dat mensen een mening als een feit presenteren

Het tweede dat Roos opviel, was dat degene die luisterde, de spreker heel duidelijk het gevoel gaf dat hij luisterde: door te knikken of bevestigend ‘ja’ te zeggen. “Het zijn precies deze twee dingen die online veel moeilijker zijn. In die situatie waarin we studenten met elkaar lieten chatten, uitten ze zich veel duidelijker en reageerden minder op elkaar. Ze hadden daardoor het gevoel dat ze meer gepolariseerd waren, en ze identificeerden zich minder met elkaar dan in een mondeling gesprek.”

Geen echt gesprek

Buiten de discussies in het lab, die Roos gebruikte voor haar proefschrift, maakte ze ook een analyse van discussies op Reddit. Wat ze daar zag, was dat mensen nog veel minder op elkaar reageerden dan in de labsituatie. “Je ziet eigenlijk dat mensen niet op elkaar reageren. Er is geen echt gesprek. Iemand maakt bijvoorbeeld een opmerking over hoe erg hij de lockdowns vindt. En een ander begint opeens over katten. Mensen lijken dus vooral te zeggen wat ze op dat moment kwijt willen.”

Neem jij deel aan online discussies?

In een recenter onderzoek probeerde Roos online gesprekken zodanig te manipuleren dat er wél een echt gesprek ontstond. Dat deed ze op basis van wat ze eerder ontdekte in face-to-facegesprekken. “Vaak zie je dat mensen face to face laten merken dat wat ze zeggen ook maar een mening is. Ze beginnen dan met ‘ik denk dat’ of ‘mijn mening is’. Daarmee geef je de andere persoon ruimte om het met jou oneens te zijn. Online zie je veel vaker dat een mening als een feit wordt gepresenteerd.”

Vervolgens maakte Roos een nepdiscussie waarin frases als ‘ik denk dat’ of ‘is mijn mening’ waren toegevoegd. “We zagen dat mensen veel eerder geneigd waren om aan dit soort discussies mee te doen dan aan discussies die niet op die manier gemanipuleerd waren, omdat ze minder gepolariseerd en conflictueus overkwamen. En hoewel het nog een verkennende studie was, waren er indicaties dat mensen die mee gingen doen aan de discussie, ook die norm overnamen. Dus zelf gingen ze ook meer woorden als ‘ik denk’ in hun reacties schrijven. Het lijkt er dus op dat je met enige manipulatie de norm in online discussies kunt verbeteren.”

ReactiesReageer