Naar de content

Een hele snelle geschiedenis van alles

Recensie prentenboek Het hele soepzootje

Uitgeverij Gottmer

In ‘Het hele soepzootje’ legt wetenschapsjournalist Floor Bal samen met illustrator Sebastiaan van Doninck de hele geschiedenis van de aarde uit voor kleuters. Van oerknal tot nu. De tekeningen zijn prachtig maar dit onderwerp aan kleine kinderen uitleggen, blijkt toch behoorlijk lastig.

De illustraties van de zeedieren behoren tot mijn favoriete tekeningen.

Sebastiaan van Doninck in 'Het hele soepzootje', uitgeverij Gottmer

Ga er maar aanstaan. ‘Het ontstaan van het heelal, de aarde, de mensen en de rest’, uitleggen aan kleuters. Wetenschapsjournalist Floor Bal durfde het aan want toen haar destijds vijfjarig zoon aan haar vroeg hoe de mensen op aarde waren gekomen, kon ze in de boekhandel niet één boek vinden die dit uitlegt op passend niveau. “Terwijl er 32 verschillende Bijbels voor kleuters zijn, is er geen enkel boek dat de wetenschappelijke ideeën over het ontstaan van het heelal en het leven op hun niveau uitlegt”, zegt Bal tegen AdValvas, het platform van de Vrije Universiteit waar ze redacteur is. Daarom besloot ze het zelf te maken, samen met illustrator Sebastiaan van Doninck.

De tekeningen van Van Doninck zijn geweldig en maken het boek. Of het nu een vis is, de oerknal of een varkentje, Van Doninck weet het in beeld te brengen. De zeedieren zijn mijn favoriet.

Ingewikkelde materie in kindertaal

Persoonlijk ben ik minder fan van de tekst. Waar boeken als “Het raadsel van alles wat leeft”, “Een heel kleine geschiedenis van bijna alles” en “Van oerknal tot robot” (geschikt vanaf circa 10 tot en met 12 jaar) respectievelijk 160, 176 en 96 pagina’s nemen om uit te leggen hoe het heelal, de aarde en de mens zijn ontstaan, moest Bal het in 32 pagina’s doen. In nog geen 200 korte zinnen. Dat is vrij weinig om toch behoorlijk ingewikkelde materie uit te leggen in kindertaal. Dan moet je heel veel weglaten, met de kans dat het af en toe te kort door de bocht wordt. En dat gebeurt helaas ook wel een paar keer.

Zo schrijft Bal dat een vis meer kan eten en minder snel gegeten wordt als hij ‘vinnen heeft die als pootjes werken’. Maar dat vind ik niet zo’n logische redenering. En nadat ze schrijft dat sommige vissen langer leven, schrijft ze ‘zo past de familie zich aan’. Vervolgens is er ineens een nieuwe soort. Het is duidelijk dat hier in een paar zinnen begrippen als mutatie, adaptatie en natuurlijke selectie worden uitgelegd, maar wat mij betreft gaat het te snel. Langer leven betekent niet per se dat een soort zich aanpast. En waaraan de soort zich aanpast, is ook niet duidelijk. Door aanpassing en adaptatie erbij te halen, wil de schrijfster denk ik graag kloppend zijn, maar met dit soort zinnen, roept ze juist vragen op.

Een schepper

De pagina’s met de komst van de dinosauriërs zijn prachtig maar zinnen als ‘de teen van een dinosauriër is zo groot als een schildpad’ en ‘de zeester deelt het water met een reuzenhaai’ zijn wat gek zonder uitleggende illustraties erbij. Als je zuinig moet zijn met je zinnen, hadden deze wel achterwege kunnen blijven.

Bal schrijft een aantal keer ‘het is tijd dat…’. Wie vindt het tijd voor die nieuwe stap? De verteller. Maar je kunt het ook lezen alsof er achter de evolutie een gedachte zit, alsof het gestuurd wordt. En dat wil de schrijfster denk ik juist niet zeggen in een boek over het ontstaan van de aarde en haar bewoners.

Volgens de schrijfster zijn mensen geen dieren.

Sebastiaan van Doninck in 'Het hele soepzootje', uitgeverij Gottmer

Mens en dier

De laatste tien pagina’s worden aan de humane evolutie besteed. En ook daar is het hier en daar wat slordig. Zo staat er dat de aapachtigen van het warme eten veranderen, en dat van al dat nadenken hun hoofden groeien ‘en wat daarin zit ook’. Hierdoor worden ze steeds slimmer. Maar dat suggereert dat de dieren met de grootste hersenen ook de slimste dieren zijn. In dat geval zou dat de potvis zijn, en niet de mens.

Een echte fout is dat over het ontstaan van de mens geschreven wordt dat het ‘geen dieren meer zijn, maar mensen’. Want mensen, dat zijn toch echt dieren.

Dit is een dappere poging en een prachtig vormgegeven boek. Ik ben het met de schrijfster eens dat zo’n boek er moest komen. Met deze uitgave kun je zeker het een en ander aan kinderen uitleggen over het ontstaan van de aarde en het kan de basis voor een gesprek vormen. Maar wie kleuters iets over de evolutie uit wil leggen, moet hier en daar wel zelf wat toevoegen.

Floor Bal en Sebastiaan van Doninck, ‘Het hele soepzootje. Het ontstaan van het heelal, de aarde, de mensen en de rest’, vanaf 4 jaar, Uitgeverij Gottmer, 32 pagina’s.

ReactiesReageer