Naar de content

De huidige pandemie toont aan hoezeer we verbonden zijn met onze omgeving

Hoofdredacteur Leon Heuts geeft een filosofische beschouwing over onze omgang met het coronavirus en wat dit zegt over onze tijdsgeest

Nemo Science Museum

De reactie op de coronacrisis is zoveel mogelijk isolatie, afzondering of ‘social distancing’. Het is uiteraard een noodzakelijke maatregel om de verspreiding van het virus te vertragen. Maar is het ook het antwoord op een wereld die steeds onvoorspelbaarder wordt?

Dit is een opiniestuk, en weerspiegelt de visie van de hoofdredacteur. Ben je het (niet) eens met de auteur? Geef dan vooral een reactie hieronder.

In de expositie Humania in NEMO Science Museum is een opstelling te zien van petrischaaltjes, waarin verschillende schimmels en bacteriën zijn opgekweekt die zich in en op het menselijke lijf bevinden. De schaaltjes hangen verticaal, tegen een glazen wand, en van een afstandje ziet het er vrolijk uit. De schimmels en bacteriekoloniën hebben elk een eigen kleurtje. De opstelling is ongeveer zo groot als een mens, en het oogt als een hedendaagse Ecce homo. Dat laatste is eeuwenlang een favoriet thema geweest voor schilders en beeldende kunstenaars – een weergave van Christus die wordt tentoongesteld met doornenkroon en gegeseld lichaam. Pontius Pilatus sprak de woorden uit, waarschijnlijk spottend: dat is dus de mens, ontdaan van al zijn waardigheid. In deze postchristelijke tijd is dat in een tentoonstelling over de mens een verzameling petrischaaltjes. De mens, ontdaan van al zijn decorum, is zijn microbioom. Nu we steeds meer weten over de intieme symbiose tussen ons lichaam en de vele micro-organismen die in en op ons leven, is dat niet eens verrassend.

Tijdsgeest

Humania is zo interessant omdat het veel wetenswaardigheden laat zien over de mens, en zoals alle exposities drukt het ook een tijdsgeest uit. ‘De mens’ is door filosofen sinds de Verlichting gedefinieerd als een rationeel en autonoom wezen, een individu. Dat is een vruchtbare gedachte geweest, ze bracht ons emancipatie en universele mensenrechten. Want dat individu komt rechten toe, op basis van niets anders dan zijn autonomie – en niet bijvoorbeeld afkomst of gender. Maar Humania laat zien hoe afhankelijk wij eigenlijk zijn, en hoe weinig individu. In de opstellingen en zelftestjes leert de expositie dat we het product zijn van een lange geschiedenis en ingewikkelde biologische en psychologische processen. We staan voortdurend in verbinding met onze omgeving, onze evolutie en geschiedenis, onze cultuur, onze bacteriën, die allemaal een grote invloed op ons hebben.

Het is al vaker gezegd dat de huidige pandemie deze verbinding indringend aantoont, op allerlei manieren. Virussen zijn een wezenlijk onderdeel van onze geschiedenis, en letterlijk van onszelf: een kleine tien procent van het menselijke genoom bevat van oorsprong viraal DNA. Maar los van de virale aanwezigheid in ons zelf, laat het nieuwe coronavirus zien hoe wij op deze planeet met elkaar zijn verbonden. De praktijken op een zogeheten ‘natte markt’ in een grote Chinese stad hebben inmiddels een grote impact op het dagelijkse leven van vele Nederlanders.

De paradox is al vaker genoemd: hoe meer we wereldwijd met elkaar zijn verbonden, hoe meer lokale, schijnbaar geïsoleerde gebeurtenissen een mondiale crisis kunnen veroorzaken. Het is een gevolg van toegenomen mobiliteit door technologische ontwikkeling. Maar ook hier stuiten we op een paradox: technologische ontwikkeling heeft ons onafhankelijker gemaakt van de natuur, en tegelijkertijd zijn we afhankelijker dan ooit van de grillen ervan. Hoe onafhankelijk zijn we dan eigenlijk?

Afzondering

De reactie op de crisis is zoveel mogelijk isolatie, afzondering – social distancing. Het is uiteraard voor nu een bitter noodzakelijke maatregel; de verspreiding van het virus moet worden tegengegaan en op zijn minst vertraagd om medische voorzieningen zo min als mogelijk te overbelasten. Maar het is ook een gemiste kans als we na deze crisis doorgaan met business as usual. Of, erger nog, dat afzondering geldt als het beste antwoord op een wereld die steeds onvoorspelbaarder wordt.

Afzondering blijkt al de remedie op tal van hedendaagse crises. Vluchtelingen en migranten proberen we te weren met hoge muren, economische onvoorspelbaarheid en afhankelijkheid bezweren we met bilaterale verdragen en handelsoorlogen, et cetera. Of denk aan lege schappen in de supermarkt. In feite is hamsteren ook een vorm van afzonderen: als jij maar genoeg in huis hebt.

Een crisis biedt een mogelijkheid om na te denken over wie we zijn, en wat we anders zouden kunnen doen. Dat is overigens de letterlijke betekenis van ‘crisis’, dat afstamt van het Griekse werkwoord krinein, wat zoveel betekent als ‘onderscheid maken’ of ‘oordelen’. In een crisis komen onderliggende structuren bloot te liggen, en we kunnen beslissen wat we daarmee kunnen aanvangen.

‘In feite is hamsteren ook een vorm van afzonderen: als jij maar genoeg in huis hebt.’

Flickr, Daniel Ramirez via CC BY 2.0

Wat deze crisis aan onderliggende structuur laat zien, is hoe afhankelijk en verbonden wij zijn, met elkaar en de planeet. De mens heeft zich altijd voorgesteld als de kroon op de schepping, we zijn immers begiftigd met rede – de animal rationale. Wetenschap en technologie zijn daarbij bij uitstek de middelen geweest om de natuur naar onze hand te zetten, alsook de rechtvaardigingen om onze unieke positie te onderstrepen.

Samenwerking

Maar juist diezelfde wetenschap en technologie laten tegenwoordig zien hoe betrekkelijk die positie eigenlijk is. Naarmate we meer te weten komen over onszelf en de planeet, zien we hoe afhankelijk we zijn van de omgeving waarin we leven – of dat nu de samenwerking is met de bacteriën in onze darmen, of onze bescheiden plek in het grote ecologische systeem van de aarde. Wetenschappers demonstreren overigens juist nu hoe die bescheidenheid en samenwerking leiden tot bijzondere resultaten. Virologen onderkennen de gevaren van een virus als organisme dat hooguit 0,1 micrometer groot is. En de samenwerking en kennisuitwisseling wereldwijd van virologen en andere medisch specialisten zijn nu onze beste wapens om dit virus te bestrijden. We mogen dan ook hopen dat nationale belangen, over afzondering gesproken, die uitwisseling niet in de weg zitten.

Bescheidenheid, samenwerking, afhankelijkheid en solidariteit hoeven niet de voor de hand liggende uitkomsten van deze crisis zijn – de mens kan hardleers zijn. En toch zijn het de meest logische waarden. Wat dat betreft onderstreept deze pandemie dat we op een kruispunt staan. Het is natuurlijk altijd link, om niet te zeggen potsierlijk, om te veel betekenis te leggen in zoiets als een virale uitbraak. Net zoals filosofen na de aardbeving die Lissabon verwoestte in 1755 concludeerden dat natuurrampen geen ‘wil van God’ zijn, en daarmee religie naar de uitgang wezen, is ook hier geen hogere macht in het spel. Maar deze pandemie is wel mede het gevolg van ons eigen handelen, en dat zegt iets.

Symbiose

We leven bijvoorbeeld in een tijd waarin technologie en wetenschap steeds intiemer met ons verbonden raken – denk aan biotechnologie of datatechnologie. Er ontstaan nieuwe symbiotische vormen die de onderlinge afhankelijkheid alleen maar vergroten. Waar houdt mijn ‘ik’ op, en begint het internet? Is mijn mobiel alleen maar een voorwerp, of net zo vervlochten met mijn dagelijkse bestaan als mijn eigen lijf? Wat ons nu treft, is een natuurlijk virus, maar we weten inmiddels dat computervirussen net zo verwoestend kunnen zijn. Biotechnologie gaat zo mogelijk nog een stap verder, en laat de grens tussen natuurlijk en synthetisch leven vervagen. We hoeven daar niet bang voor te zijn. De mens is ‘kunstmatig van nature’, zoals techniekfilosoof Jos de Mul dat zegt. Sinds we de eerste speer wierpen en zo onze actieradius vergrootten, hebben we onszelf steeds opnieuw gedefinieerd door de technologie die we uitvonden. Bio- en datatechnologie bieden evidente voordelen voor gezondheid, duurzaamheid, mobiliteit, kennisdeling, inspraak, en ga zo maar door.

Maar we staan ook voor een diepere reflectie van wie wij zelf eigenlijk zijn. Wat ons zo bijzonder maakt, is dat we steeds nieuwe samenwerkingen ontwikkelen, zelfs met virtuele of synthetische vormen. Samenwerking en relaties zijn uiteindelijk wat de mens het meeste kenmerkt. Er is geen duidelijke grens tussen ons en de wereld.

Tegelijkertijd: hoe hechter deze samenwerkingen, hoe eenvoudiger ook om te manipuleren, als eigenbelang de bovenhand krijgt. We zien het aan fake news, of hoe algoritmen worden ingezet voor slechts commerciële of politieke belangen. Maar hoewel het eenvoudiger is, zijn de gevolgen van handelen uit alleen eigenbelang in een steeds meer vervlochten wereld ook steeds meer desastreus. De wereld is een zero sum game. We kunnen eigenlijk niet meer anders dan onze afhankelijkheid erkennen, en de wereld daar op inrichten. Dat is het kruispunt waar we op staan.

Technologie en wetenschap bieden daartoe ongekende mogelijkheden, maar het is niet aan ‘de wetenschappers’, of ‘de technologie’. We zullen het allemaal moeten doen, net zoals dit virus niet alleen door wetenschappers kan worden verslagen. Het is aan ons om vorm te geven aan een vervlochten wereld. Met om te beginnen door dat laatste te erkennen als een gegeven – en als een waarde. Dat is de mens, in al zijn waardigheid.

ReactiesReageer