Naar de content

De geheimen van middeleeuwse boekkunstenaars

Onderzoek achter de nieuwe tentoonstelling Magische miniaturen

Museum Catharijneconvent, foto Marco Sweering

In middeleeuwse boeken staan vaak de meest schitterende en kleurrijke afbeeldingen. Deze miniaturen zijn voor het eerst grootschalig onderzocht én vormen het onderwerp van een nieuwe tentoonstelling.

Middeleeuwse boeken, geschreven op perkament, waren duur. Er zat veel tijd in het maakproces en de gebruikte materialen waren kostbaar. Voor hoge geestelijken, de adel en rijke burgers was dat nog niet genoeg. Zij bestelden boeken die helemaal vol stonden met gekleurde afbeeldingen, vaak afgewerkt met zilver en goud. Omdat ze zo kostbaar zijn, waren de eigenaren zuinig op hun boeken. Wereldwijd zijn er honderden middeleeuwse boeken met miniaturen bewaard gebleven.

Een selectie van de mooiste miniaturen uit de Zuidelijke Nederlanden is nu te zien bij de nieuwe tentoonstelling Magische miniaturen in Museum Catharijneconvent. Conservator Micha Leeflang heeft technisch onderzoek gedaan naar miniaturen, waarvan een deel onderdeel is van de tentoonstelling. Door middel van Infraroodreflectografie (IRR) kon Leeflang door de verflagen heen kijken zonder de miniaturen aan te tasten. Met de speciale camera lichtten alle materialen op die koolstof bevatten wanneer je er met infrarood licht op schijnt. Zo kon Leeflang de onderliggende tekening, de eerste opzet door de kunstenaar, zichtbaar maken.

Nieuwe techniek, nieuwe mogelijkheden

IRR-camera’s bestaan al sinds de jaren zestig, maar miniaturen vormden altijd een probleem, aldus Leeflang. “Middeleeuwse boeken konden niet staan en de camera werkte alleen rechtop. Hierdoor konden we alleen miniaturen op losse bladen onderzoeken. Sinds drie jaar is de techniek echter zo ver dat de camera kan kantelen waardoor we ook liggende boeken kunnen scannen.” Leeflang was de eerste die deze kans aangreep om miniaturen op grote schaal te bekijken en vergelijken.

Een ander probleem bij miniaturenonderzoek met IRR zijn de materialen. Wanneer het perkament te bobbelig is komt dat de scherpte van het beeld niet ten goede. Leeflang heeft daarom een selectie gemaakt van de meest vlakke handschriften. In totaal heeft ze 70 miniaturen uit 25 handschriften gescand. Vijf zijn afkomstig van het Catharijneconvent zelf en de rest ligt in de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag, die een grote collectie middeleeuwse handschriften bezit.

Daarnaast blokkeren metalen, en in dit geval het veelgebruikte goud in de tekeningen, infrarood waardoor er niets onder te zien valt. Per toeval kwam Leeflang achter de oplossing voor dit probleem. “Het hele boek Der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant staat vol miniaturen, aan allebei de zijdes van de pagina’s. We zagen dus tijdens het scannen van een pagina wat er op de andere kant onder het goud zat! Een overijverige miniaturist had bij alle dieren een randversiering van boompjes gemaakt, ook bij de zeedieren. Om dit te corrigeren, is er later goud overheen aangebracht.”

Makers onthuld

Door alleen miniaturen uit de Zuidelijke Nederlanden te onderzoeken, kon Leeflang de makers en hun technieken beter analyseren. “Er zijn veel onzekerheden over miniaturen en nu konden we eindelijk op zoek naar antwoorden. Zijn miniaturen te vergelijken met schilderijen? Werkten er meerdere meesters aan de randversieringen? Kun je verschil zien in de opbouw wanneer er meer man aan hebben gewerkt?”

Detail van een voorgrondfiguur: Hendrik V wordt gekroond tot koning van Engeland.

Op de ondertekening (links) is te zien dat de arm van de man in het groen in eerste instantie hetzelfde was getekend als bij de man in het rood. Om meer variatie aan te brengen, heeft de miniaturist de ondertekening niet gevolgd en schilderde hij de man met zijn arm in de zij.

Chroniques dʼAngleterre, , Brugge, ca. 1470-1480. (Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, Ms. 133 A 7, deel III, fol. 1r)

Micha Leeflang

Uit het onderzoek kwam duidelijk naar voren dat er meerdere handen aan te pas kwamen bij de miniaturen. De meester maakte bijvoorbeeld de ondertekening en een medewerker kleurde hem in. Ook werden boeken doorgeschoven: de ene miniaturist begon eraan en een ander maakte het af.

“Miniaturen in handschriften van Jacob van Maerlant zijn het onderwerp van veel discussie: waar komen ze vandaan en door wie zijn ze gemaakt? Er zijn vier boeken met teksten van Van Maerlant onderzocht en de opzet en de correcties zijn in alle vier manuscripten hetzelfde. Ze zijn echter op verschillende plekken gemaakt, van Utrecht tot Brugge. Verder onderzoek is hier nodig, maar wij denken dat het om een leidend atelier gaat, waarbij de medewerkers zich verplaatst hebben naar verschillende steden.”

Minischilderij

Het meest spannende vond Leeflang dat je door IRR veel beter kunt zien hoe de miniaturist werkte. “In die tijd moest een religieuze afbeelding herkenbaar zijn voor het publiek en was elke opstelling hetzelfde. Dus Johannes heeft altijd een rood gewaad aan en God is hoger afgebeeld dan mensen. Maar ondanks dit soort beperkingen, gaven miniaturisten daaromheen toch hun eigen draai aan de tekening. Je ziet veel correcties in de ondertekeningen en die creativiteit had ik niet verwacht.”

Miniaturen lijken ook meer op grote schilderijen op paneel uit die tijd dan gedacht. Niet alleen waren de makers vaak dezelfde persoon, ook het maakproces was grotendeels hetzelfde, zo blijkt uit dit onderzoek. “Omdat het uiterlijk van die twee zo anders is, verwachtten we ook een andere opbouw, maar dat is dus niet het geval. Miniaturen blijken precies op dezelfde manier opgezet te zijn als een schilderij. Er is een ondertekening of schets, er kunnen aanwijzingen instaan voor andere medewerkers, er zijn kleurnotaties te zien. Zo moest het gewaad van Jezus met een duurder rood ingekleurd worden dan de rode kleding van andere figuren. Bijzonder toch? Want het verschil zie je niet.”

Kleurige middeleeuwen

In de middeleeuwen had je wereldlijke en kerkelijke boeken, die Leeflang allebei heeft onderzocht. “De Kerk was vaak de opdrachtgever voor religieuze boeken, maar de adel en rijke burgers bestelden ook wereldlijke boeken. Maar omdat iedereen gelovig was, was de scheidslijn dun. Zo beginnen kronieken, de geschiedenisboeken, met het scheppingsverhaal uit de Bijbel.”

Echte bestsellers waren de getijdenboeken, die dagelijks gebruikt werden voor het gebed thuis. Een getijdenboek was een soort agenda of kalender en de vele afbeeldingen geven een mooi en kleurrijk inkijkje in het dagelijks leven van de middeleeuwer.

Niet alle handschriften die Leeflang onderzocht, zijn te zien in de tentoonstelling. De makers hebben een hoek ingericht voor de boeken van Van Maerlant, waarbij ook een film te zien is over het onderzoek. Verder is de tentoonstelling opgezet in drie thema’s: het boek, de opdrachtgevers en de ambachtsman.

“Er is een lijst van 120 mooiste boeken en daaruit heb ik de miniaturen gekozen die het beste het verhaal over deze drie thema’s kunnen vertellen. Hierbij wil ik laten zien dat het donkere en grauwe beeld over de middeleeuwen niet correct is. Kijk naar al die schitterende boeken en je ziet juist een heel sprankelend beeld.”

Een korte versie van de film uit de tentoonstelling, over het onderzoek.

Meer info

De tentoonstelling is te zien van 23 februari tot en met 3 juni 2018 in Museum Catharijneconvent.

Bij de tentoonstelling hoort een uitgebreide verdiepende catalogus waar meerdere (boek)wetenschappers hun bijdrage aan hebben geleverd. Kunsthistoricus en conservator Micha Leeflang heeft samen met Margreet Wolters het artikel over IRR voor haar rekening genomen:

Anne Margreet W. As-Vijvers en Anne S. Korteweg, Zuid-Nederlandse miniatuurkunst. De mooiste verluchte handschriften in Nederlands bezit (februari 2018, Museum Catharijneconvent Utrecht, WBOOKS Zwolle, Koninklijke Bibliotheek ’s-Gravenhage).
rmatie is te vinden op de website van W_books.

ReactiesReageer