De communistische inmenging tijdens de jaren vijftig ging ver: zelfs koken moest volgens plan. Of dit in de praktijk ook van de grond kwam onderzocht Olav Hofland. Met zijn scriptie wint hij de Volkskrant-IISG Scriptieprijs van 2017.
Drie mannen haalden dit jaar de shortlist van de Volkskrant IISG scriptieprijs 2017. Uitzonderlijk, want de afgelopen jaren domineerden vrouwelijke jonge onderzoekers de ranglijsten. Olav Hofland (Universiteit Leiden) is uiteindelijk tot winnaar gekozen met zijn scriptie Cooking Towards Communism. Domestic cooking and the Khrushchev Regime’s struggle for the Communist way of life.
In deze uitermate soepel geschreven scriptie – de jury noemt het zelfs een pageturner – levert Hofland een bijdrage aan onderzoek naar alledaags communisme onder Nikita Chroesjtsjov. Hoe probeerde Chroesjtsjovs regime (1953-1964) het kookgedrag van de Sovjets te hervormen zodat het paste in de communistische manier van leven? Een zeer interessant onderwerp waarachter allerlei goeie bedoelingen zitten. Maar zoals zo vaak gaan die aan tegenstrijdigheid ten onder, kunnen we lezen in het pakkende relaas van Hofland.
Terug naar de bron
Op het twintigste partijcongres in 1956 hield Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, een speech waarin hij zei terug te willen naar de leer uit de begindagen van het communisme. Dit betekende dat het hele leven volgens de principes van het communistische moraal moest worden ingericht. Niet alleen werk, maar ook vrijetijdsbesteding, het onderhouden van relaties en de mate van consumptie. Hofland legt in zijn scriptie uit wat Chroesjtsjov daarmee wilde bereiken: ‘De socialistische manier van leven zou bijdragen aan de gezondheid van burgers, zou vrouwen emanciperen en het egocentrische materialisme – wat hoort bij de burgerlijke stand – uitwissen.’
Er is al veel onderzoek naar dit onderwerp gedaan. Hofland richtte zich echter specifiek op het koken en de manieren waarop Chroesjtsjov het thuis eten probeerde af te schaffen om het communisme te dienen. De jury waardeerde deze bijdrage aan de historiografie van het koken in de Sovjet-Unie. Hofland in zijn scriptie: ‘Sovjets aten over het algemeen drie maaltijden per dag: ontbijt, tussen de middag de hoofdmaaltijd en na werk of school het lichtere avondeten. Hoewel het aantal mensen dat het middagmaal in kantines op het werk nuttigde toenam onder Chroesjtsjov, bleven de meeste mensen thuis eten.’ En dat was nu net niet de bedoeling.
Emancipatie
Sovjetvrouwen moesten bevrijd worden uit de keuken zodat ze op gelijke voet met mannen hun talenten konden ontwikkelen. Daarnaast had de staat meer invloed op mensen buitenshuis. Thuis koken had dus geen plaats in de communistische manier van leven. Chroesjtsjovs ambitie was om koken binnen twintig jaar uit huis te verbannen door het uit te besteden. De gehele familie zou in staatskantines gezond, lekker en goedkoop voedsel kunnen krijgen.
En het bleef niet alleen bij beleid maken, laat Hofland zien. In 1959 startte Chroesjtsjov met de uitbreiding en verbetering van voedseldiensten. Nieuwigheden als zelfbediening en afhaalmaaltijden werden geïntroduceerd en het aantal locaties waar men gesubsidieerd kon eten groeide significant.
Te weinig groente
Maar toch gingen de Sovjets niet massaal buiten de deur eten. Waarom niet? Volgens Hofland had dat verschillende redenen. Aan de ene kant had je de door de staat gesteunde voedselwetenschappers die de Sovjetvrouwen alleen maar meer werk gaven in plaats van hun lasten te verlichten. Volgens de wetenschappers moest er zoveel mogelijk groente en fruit gegeten worden. Dit was lastig in een land waar schaarste heerste en buiten het seizoen weinig te krijgen was. De vrouwen moesten daarom zelf groente en fruit gaan verbouwen maar ook wekken, inmaken, invriezen enzovoort. Hier was niet aan te ontkomen. Verschillende soorten indoctrinerende media zoals krantencolumns, vrouwentijdschriften en kookboeken prentten vrouwen in wat ze in de keuken moesten doen.
Aan de andere kant realiseerde het regime zich dat hun beleid tijd nodig had om te slagen. Hofland laat zien hoe het regime veranderingen stapsgewijs invoerde en rekening hield met de realiteit van het dagelijks leven, de tekortkomingen van de economie en culturele gewoontes. Modernisering van de keuken moest hierbij helpen, totdat het einddoel, niet meer thuis koken, bereikt was. Vriezers en koelkasten om groenten beter te bewaren, conservenblikken en afwasmachines deden hun intrede. Deze huishoudelijke modernisering, die ook in Westerse landen opkwam na de Tweede Wereldoorlog, diende hier dus een hoger communistisch doel.
Van de mannen en kinderen werd ook verwacht dat ze meer zouden helpen in de keuken. De Sovjetvrouw zou door dit alles minder tijd kwijt zijn aan het bereiden van voedsel. Het resultaat was echter dat de autonomie in eigen keuken juist toenam en mensen thuis bleven eten. Naast de nieuwe visies over gezond voedsel, waaraan vrouwen veel tijd kwijt waren, ondermijnde dit uiteindelijk het beleid. Communistische gezinnen gingen niet massaal hun gezonde maaltijd nuttigen in staatskantines. Ondanks de wens om de vrouw uit de keuken te krijgen, bleef het haar domein, ook in de Sovjet Unie.
Sovjetpropaganda
Wat de vrouwen van al deze ontwikkelingen vonden, komt niet terug in de scriptie. Voor het bronnenonderzoek heeft Hofland alleen gekeken naar beleidsdocumenten, kookboeken, vrouwentijdschriften, voedseltechnologische tijdschriften, kranten en columns. De vrouwen zelf, bijvoorbeeld hun dagboeken of interviews met hen, zijn geen onderwerp van de studie.
Hofland geeft zelf al aan dat verder onderzoek naar hun ervaringen en meningen zeker van belang is om een breder beeld te krijgen. De jury vroeg zich zelfs enigszins af of hij zich niet teveel had laten verblinden door de oppervlakkigheid van de Sovietpropaganda. Maar ondanks deze kleine kanttekening is Hofland een terechte winnaar.