Naar de content

Communistische bemoeienis in de keuken

Winnaar Volkskrant-IISG Scriptiepijs voor geschiedenis 2017

Olav Hofland wint de Volkskrant-IISG Scriptieprijs 2017. Juryvoorzitter Jouke Turpijn reikt de cheque van 1500 euro uit.
Olav Hofland wint de Volkskrant-IISG Scriptieprijs 2017. Juryvoorzitter Jouke Turpijn reikt de cheque van 1500 euro uit.
Brand Berghouwer voor IISG

De communistische inmenging tijdens de jaren vijftig ging ver: zelfs koken moest volgens plan. Of dit in de praktijk ook van de grond kwam onderzocht Olav Hofland. Met zijn scriptie wint hij de Volkskrant-IISG Scriptieprijs van 2017.

Drie mannen haalden dit jaar de shortlist van de Volkskrant IISG scriptieprijs 2017. Uitzonderlijk, want de afgelopen jaren domineerden vrouwelijke jonge onderzoekers de ranglijsten. Olav Hofland (Universiteit Leiden) is uiteindelijk tot winnaar gekozen met zijn scriptie Cooking Towards Communism. Domestic cooking and the Khrushchev Regime’s struggle for the Communist way of life.

Olav Hofland wint de Volkskrant-IISG Scriptieprijs 2017. Juryvoorzitter Jouke Turpijn reikt de cheque van 1500 euro uit.

Juryvoorzitter Jouke Turpijn en Olav Hofland, winnaar Volkskrant-IISG Scriptieprijs 2017

Brand Berghouwer voor IISG

In deze uitermate soepel geschreven scriptie – de jury noemt het zelfs een pageturner – levert Hofland een bijdrage aan onderzoek naar alledaags communisme onder Nikita Chroesjtsjov. Hoe probeerde Chroesjtsjovs regime (1953-1964) het kookgedrag van de Sovjets te hervormen zodat het paste in de communistische manier van leven? Een zeer interessant onderwerp waarachter allerlei goeie bedoelingen zitten. Maar zoals zo vaak gaan die aan tegenstrijdigheid ten onder, kunnen we lezen in het pakkende relaas van Hofland.

Terug naar de bron

Op het twintigste partijcongres in 1956 hield Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, een speech waarin hij zei terug te willen naar de leer uit de begindagen van het communisme. Dit betekende dat het hele leven volgens de principes van het communistische moraal moest worden ingericht. Niet alleen werk, maar ook vrijetijdsbesteding, het onderhouden van relaties en de mate van consumptie. Hofland legt in zijn scriptie uit wat Chroesjtsjov daarmee wilde bereiken: ‘De socialistische manier van leven zou bijdragen aan de gezondheid van burgers, zou vrouwen emanciperen en het egocentrische materialisme – wat hoort bij de burgerlijke stand – uitwissen.’

Er is al veel onderzoek naar dit onderwerp gedaan. Hofland richtte zich echter specifiek op het koken en de manieren waarop Chroesjtsjov het thuis eten probeerde af te schaffen om het communisme te dienen. De jury waardeerde deze bijdrage aan de historiografie van het koken in de Sovjet-Unie. Hofland in zijn scriptie: ‘Sovjets aten over het algemeen drie maaltijden per dag: ontbijt, tussen de middag de hoofdmaaltijd en na werk of school het lichtere avondeten. Hoewel het aantal mensen dat het middagmaal in kantines op het werk nuttigde toenam onder Chroesjtsjov, bleven de meeste mensen thuis eten.’ En dat was nu net niet de bedoeling.

Emancipatie

Sovjetvrouwen moesten bevrijd worden uit de keuken zodat ze op gelijke voet met mannen hun talenten konden ontwikkelen. Daarnaast had de staat meer invloed op mensen buitenshuis. Thuis koken had dus geen plaats in de communistische manier van leven. Chroesjtsjovs ambitie was om koken binnen twintig jaar uit huis te verbannen door het uit te besteden. De gehele familie zou in staatskantines gezond, lekker en goedkoop voedsel kunnen krijgen.

En het bleef niet alleen bij beleid maken, laat Hofland zien. In 1959 startte Chroesjtsjov met de uitbreiding en verbetering van voedseldiensten. Nieuwigheden als zelfbediening en afhaalmaaltijden werden geïntroduceerd en het aantal locaties waar men gesubsidieerd kon eten groeide significant.

Te weinig groente

Maar toch gingen de Sovjets niet massaal buiten de deur eten. Waarom niet? Volgens Hofland had dat verschillende redenen. Aan de ene kant had je de door de staat gesteunde voedselwetenschappers die de Sovjetvrouwen alleen maar meer werk gaven in plaats van hun lasten te verlichten. Volgens de wetenschappers moest er zoveel mogelijk groente en fruit gegeten worden. Dit was lastig in een land waar schaarste heerste en buiten het seizoen weinig te krijgen was. De vrouwen moesten daarom zelf groente en fruit gaan verbouwen maar ook wekken, inmaken, invriezen enzovoort. Hier was niet aan te ontkomen. Verschillende soorten indoctrinerende media zoals krantencolumns, vrouwentijdschriften en kookboeken prentten vrouwen in wat ze in de keuken moesten doen.

Volgens de socialistische leer moest er zoveel mogelijk groente en fruit gegeten worden.

Wikimedia Commons, Arnaud 25, publiek domein

Aan de andere kant realiseerde het regime zich dat hun beleid tijd nodig had om te slagen. Hofland laat zien hoe het regime veranderingen stapsgewijs invoerde en rekening hield met de realiteit van het dagelijks leven, de tekortkomingen van de economie en culturele gewoontes. Modernisering van de keuken moest hierbij helpen, totdat het einddoel, niet meer thuis koken, bereikt was. Vriezers en koelkasten om groenten beter te bewaren, conservenblikken en afwasmachines deden hun intrede. Deze huishoudelijke modernisering, die ook in Westerse landen opkwam na de Tweede Wereldoorlog, diende hier dus een hoger communistisch doel.

Van de mannen en kinderen werd ook verwacht dat ze meer zouden helpen in de keuken. De Sovjetvrouw zou door dit alles minder tijd kwijt zijn aan het bereiden van voedsel. Het resultaat was echter dat de autonomie in eigen keuken juist toenam en mensen thuis bleven eten. Naast de nieuwe visies over gezond voedsel, waaraan vrouwen veel tijd kwijt waren, ondermijnde dit uiteindelijk het beleid. Communistische gezinnen gingen niet massaal hun gezonde maaltijd nuttigen in staatskantines. Ondanks de wens om de vrouw uit de keuken te krijgen, bleef het haar domein, ook in de Sovjet Unie.

Sovjetpropaganda

Wat de vrouwen van al deze ontwikkelingen vonden, komt niet terug in de scriptie. Voor het bronnenonderzoek heeft Hofland alleen gekeken naar beleidsdocumenten, kookboeken, vrouwentijdschriften, voedseltechnologische tijdschriften, kranten en columns. De vrouwen zelf, bijvoorbeeld hun dagboeken of interviews met hen, zijn geen onderwerp van de studie.

Hofland geeft zelf al aan dat verder onderzoek naar hun ervaringen en meningen zeker van belang is om een breder beeld te krijgen. De jury vroeg zich zelfs enigszins af of hij zich niet teveel had laten verblinden door de oppervlakkigheid van de Sovietpropaganda. Maar ondanks deze kleine kanttekening is Hofland een terechte winnaar.

Het juryrapport

De Volkskrant-IISG Scriptieprijs voor Geschiedenis wordt sinds 2010 jaarlijks uitgereikt. Bij de beoordeling let de jury op masterscripties die een duidelijk vernieuwende benadering hebben. Hierbij kan gedacht worden aan een nieuw onderwerp of aan een vernieuwende aanpak van een bestaand onderwerp. Aan de prijs is een geldbedrag van €1500,- verbonden.

De jury bestond dit jaar uit de historici Jouke Turpijn (Universiteit van Amsterdam, voorzitter), Jan Hein Furnée (Radboud Universiteit Nijmegen), Anna Tijsseling (Universiteit Utrecht), Dennis Bos (Universiteit Leiden), Peer Vries en Filipa Ribeiro da Silva van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De jury ontving 38 scripties en niet alleen van de geschiedenisopleidingen. De jonge historici zochten de grenzen van hun vakgebied op en werkten vanuit verschillende disciplines.

Volgens het juryrapport schreef Olav Hofland met Cooking towards communism ‘een pageturner die een heel ander licht op een donkergrijs regime werpt. Het onderwerp bevindt zich op het historiografisch gezien zeer relevante snijvlak van politieke geschiedenis, voedselgeschiedenis en Ruslandkunde.’ Het oog voor detail en de liefde voor de Russische taal spatten ervan af. (Olav studeerde Geschiedenis en Russische studies aan de Universiteit Leiden.)

Eerdere winnaars van de Volkskrant-IISG scriptieprijs zijn onder andere Marlisa den Hartog (2-16, Bareez Majid (2015), Stefan Penders (2013), Floris Keehnen (2012) en Joppe van Driel (2011).

ReactiesReageer