De hersenen lopen schade op door veroudering, maar met een grote cognitieve reserve kun je daar omheen werken. Redacteur Mariska van Sprundel onderzoekt hoe ze die reserve kan opbouwen.
Op mijn tiende leerde ik keyboard spelen, een soort digitale piano, maar dan met geluiden van andere muziekinstrumenten en automatische begeleiding. Na vier jaar stopte ik, heb daarna nooit meer een instrument opgepakt. Een nieuwe taal heb ik sinds de middelbare school ook niet meer geleerd. Mijn Frans en Duits zijn diep weggezakt. Ik zit niet op schilderen of boetseren en hou niet van sudoku’s.
Laten bovenstaande activiteiten nou net uitermate geschikt zijn om je hersenen te prikkelen, wat volgens experts essentieel is om cognitief scherp te blijven. Veroudering van de hersenen uit zich in cognitieve achteruitgang, waaronder geheugenproblemen, maar dat proces is te vertragen door je brein uit te blijven dagen.
Is dit iets waar ik me als dertiger al bewust van moet zijn? Of wordt nieuwigheid pas belangrijk tegen de tijd dat ik met pensioen ga? Ik leg de vraag voor aan neuropsycholoog Sietske Sikkes, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Het antwoord is twee keer ‘ja’. “Je hersenen uitdagen is iets wat je je hele leven moet doen, maar zeker op oudere leeftijd moet blijven doen.”
— Sietske Sikkes
Cognitieve reserve
Volgens onderzoekers bestaat er zoiets als een ‘hersenleeftijd’, de biologische leeftijd van je brein, die hoger of lager kan liggen dan je kalenderleeftijd. Naarmate we ouder worden krimpen de hersenen, wat op scans is vast te stellen, net als de hoeveelheid Alzheimer-eiwitten die zich opstapelen. Maar de structuur van het brein koppelen aan de mate van hersenveroudering lukt nog niet goed, volgens Sikkes. “We zien bij honderdjarigen dat zij cognitief vaak veel beter functioneren dan je zou verwachten op basis van hun leeftijd en ook minder opstapeling hebben van Alzheimer-eiwitten. Maar er zijn ook fitte honderdjarigen die wél die eiwitten hebben. Hoe de hersenen eruit zien, kun je niet één op één vertalen naar hoe goed de denkfuncties zijn.”
Hoe je geheugen zich houdt als oudere, heeft meer te maken met je cognitieve reserve, het vermogen om met de door ouderdom opgestapelde schade om te gaan. “Is er sprake van veel krimp of Alzheimer-eiwitten zonder dat het geheugen begint te haperen, dan heb je waarschijnlijk een grote cognitieve reserve. Je hebt dan zoveel verbindingen in je hersenen aangelegd dat je als het ware om de schade heen kan werken.”
En dat brengt ons bij het principe van je brein uitdagen. “Door nieuwe dingen te leren krijg je er nieuwe verbindingen bij. Dat vergroot je cognitieve reserve”, aldus Sikkes.
Een goed gesprek
Levenslange prikkeling van je brein, dat is nodig om een stevige reserve op te bouwen. Een instrument leren spelen blijft een van de beste dingen om te doen. “Je combineert cognitieve en motorische activiteit en er komt emotie kijken bij muziek, dat stimuleert je hersenen op meerdere fronten.”
Ik vind mijn werk al een behoorlijke uitdaging voor mijn hersenen, elke dag goochel ik met zinnen en verwerk ik nieuwe informatie. Heel fijn, volgens Sikkes, maar ik kan meer doen. “Zoek buiten je werk naar prikkeling, als routine om jezelf te blijven uitdagen. Een andere route naar huis fietsen is al stimulerend, even van de automatische piloot af en nadenken over de route.”
Gesprekken voeren doet het ook goed voor de hersenverbindingen. “Je moet aandachtig luisteren en anticiperen op wat iemand zegt.” Puzzelen? “Prima, maar maak het wel steeds moeilijker of anders.” Een boek lezen? “Ja, maar maak er iets actiefs van. In je eentje lezen heeft minder effect dan wanneer je er op een boekenclub over praat en bijvoorbeeld hardop moet redeneren. Doe iets wat je moeite kost.”