Naar de content

Astronomen claimen nieuwe planeet op het spoor te zijn

Object ter grootte van Uranus zou een extreem grote baan hebben

Caltech/R. Hurt (IPAC)

Amerikaanse astronomen zeggen bewijs te hebben voor een enorm hemellichaam dat ver voorbij de baan van de buitenste planeet Neptunus om de zon draait. Ze deden computersimulaties van de vreemde en verstoorde banen van een handvol planetoïden in de buitenste regionen van het zonnestelsel. Hun conclusie: er moet een negende planeet zijn.

Impressie van de gasreus in de donkere buitenregio van het zonnestelsel.

Caltech/R. Hurt (IPAC)

Een uitzonderlijke claim vraagt om uitzonderlijke bewijs. En astronomen Konstantin Batygin en Mike Brown zeggen dat ze beide hebben: er is een grote kans dat er op zo’n tweehonderd astronomische eenheden (de afstand tussen de aarde en de zon) van de zon een planeet ter grootte van Uranus bestaat. Dat is zeven keer verder dan de buitenste planeet Neptunus. De planeet zou zeker tien keer zo zwaar als de aarde zijn en in 10.000 tot 20.000 jaar om de zon draaien.

Volgens de twee astronomen van het California Institute of Technology zou de planeet tijdens de vorming van het zonnestelsel veel dichter bij de zon zijn ontstaan en door interacties met andere planeten naar buiten zijn geslingerd, waar het door het aanwezige gas afremde en nu nog steeds rondwaart. Maar er is een probleem: de vermeende planeet is nog niet waargenomen. De berekeningen van Batygin en Brown werden afgelopen woensdag in The Astronomical Journal gepubliceerd.

Interview Brown

Lees hier het interview dat Kennislink eerder had met Mike Brown, de man die Pluto vermoordde.

Baanberekeningen

Brown – een gerespecteerd wetenschapper – lijkt zeker van zijn ontdekking, maar hij begrijpt dat het nogal een claim is die hij maakt. “Als ik mijn artikel niet zou kennen en het voor het eerst las zou ik zeggen dat het een gestoord idee is”, laat hij aan Nature weten. “Maar als je naar het bewijs kijkt dan is het moeilijk om tot een andere conclusie te komen.”

Het bewijs voor het nog onontdekte hemellichaam leunt op de bewegingen van de zes verst bekende objecten in het zonnestelsel, waaronder de duizend tot tweeduizend kilometer grootte dwergplaneet Sedna. Samen met vijf planetoïden beschrijft die laatstgenoemde een grote, langgerekte baan om de zon. Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld de planeten die vrijwel ronde banen beschrijven.

Een mogelijke verklaring voor zo’n opvallende baan is dat een planetoïde van buiten het zonnestelsel is gevangen door de zwaartekracht van de zon. Toen echter bleek dat ál deze verre objecten een vergelijkbare en verstoorde baan lijken te hebben werd een ander scenario waarschijnlijker. Het kan namelijk zijn dat de ijzige objecten zijn beïnvloed door een groot hemellichaam in de buitenregio en daardoor in hun bijzondere baan zijn ‘gegooid’.

De banen van de zes verst bekende Kuipergordelobjecten, waaronder Sedna, in magenta. Allen draaien ver voorbij de baan van de buitenste planeet Neptunus en hebben erg elliptische banen. Ook wijzen de banen ruwweg in dezelfde richting. De banen kunnen ontstaan door een zware planeet in de buitenwijk van het zonnestelsel (oranje).

Caltech/R. Hurt (IPAC)

Katygin en Brown deden baanberekeningen voor alle zes objecten en kwamen tot de conclusie dat er slecht een 0,007 procent kans bestaat dat deze banen door puur toeval zijn ontstaan. In hun scenario is een grote planeet, waarschijnlijk een gasreus, verantwoordelijk voor het creëren van deze vreemde banen.

Andere astronomen zijn blij met het nieuws, maar ook voorzichtig. Zo zal het niet de eerste claim voor een nieuwe planeet zijn die uiteindelijk in de prullenbak verdwijnt. Astronoom Dave Jewitt van de Universiteit van Californië in Los Angeles laat op de website van Science weten dat de achilleshiel van deze ontdekking het relatief kleine aantal objecten is dat Katygin en Brown meenemen in hun analyse. De ontdekking van één nieuwe hemellichaam dat een geheel andere baan heeft kan het bewijs volgens hem al sterk verzwakken.

Nieuw hoofdstuk in de planetenjacht

Opmerkelijk genoeg is het juist Mike Brown die nu het bestaan van een nieuwe planeet claimt, terwijl hij een grote rol heeft gespeeld in de degradatie van Pluto van planeet naar dwergplaneet. Dat kwam door de ontdekking van verschillende Kuipergordelobjecten die even groot of zelfs groter dan Pluto bleken te zijn.

Impressie van de Kuipergordel, een grote verzameling van objecten van steen en ijs voorbij de baan van Neptunus.

NASA/JPL-Caltech

De claim is een nieuw hoofdstuk in een eeuwenlange zoektocht naar onbekende planeten, die onder andere in de achttiende en negentiende eeuw tot de ontdekking van Uranus en Neptunus leidde. De laatste planeet werd zelfs opgespoord met een vergelijkbare methode als die Brown nu gebruikt: aan de hand van afwijkingen in de baan van andere hemellichamen, in dat geval Uranus. Toen astronomen daarna – foutief – aannamen dat de banen van Uranus en Neptunus nog steeds afwijkingen leken te vertonen werd per toeval Pluto ontdekt. Uiteindelijk bleek Pluto veel te klein om de gasreuzen meetbaar te beïnvloeden.

Natuurlijk proberen astronomen het hemellichaam nu te detecteren met telescopen, hét ultieme bewijs. Batygin en Brown hebben dat zelf ook al geprobeerd met de Subaru-telescoop op Hawaï, zonder succes. Dat kan ook nog een hele klus worden. Ondanks het redelijke forse formaat doolt de vermeende planeet in de donkere buitenregio van ons zonnestelsel.

Volgens de astronoom Chad Trujillo is het nu cruciaal dat er meer verre objecten in het zonnestelsel gespot worden. Als dat niet de vermeende planeet zelf is dan kunnen ontdekkingen van andere objecten ook aanwijzingen geven voor de nieuwe ‘Planeet X’. Op de website van Nature zegt hij: “Helaas is de locatie nu zo onzeker dat het onmogelijk is om er een telescoop op te richten en te zeggen: daar is ie!”

Bron
  • Batygin K. et al., Evidence for a distant giant planet in the solar system, The Astonomical Journal (20 januari 2016)
ReactiesReageer