Afgelopen maand stond ik weer eens voor de klas. Maar dit keer waren de leerlingen een maatje kleiner dan ik gewend ben: in plaats van universitaire studenten had ik een enthousiaste groep scholieren voor me.
Wie: Martijn Gösgens Wat: Netwerkwetenschap Waar: Technische Universiteit Eindhoven Studie: Technische wiskunde Promotie gaat over: Het detecteren van verborgen groepen in netwerken Ik koos dit vakgebied omdat: ‘Dingen opdelen in groepen’ is een heel erg algemeen probleem dat in veel verschillende vakgebieden wordt gebruikt. Hierom zijn er wetenschappers vanuit veel verschillende vakgebieden (sociologie, biologie, natuurkundige en informatica) die het probleem allemaal anders proberen aan te pakken. Als wiskundige brei ik deze verschillende methoden aan elkaar en analyseer ik welke methode voor welk vakgebied geschikt is. Geboren: 17 juni 1996 Leukste aan wetenschapper zijn: De vrijheid om zelf te kiezen wat je gaat onderzoeken en hoe je dat aanpakt. Meest bijzondere moment als wetenschapper: Wanneer je een abstracte wiskundige idee in een algoritme verwerkt en het daadwerkelijk blijkt te werken. Moeilijkste aan wetenschapper zijn: Door de enorme vrijheid is het soms moeilijk om te besluiten wat je met je tijd doet. Hobby’s: Muziek maken (piano en (bas)gitaar), boulderen en bierbrouwen Wat hoop je met bloggen voor Faces of Science te bereiken: Mensen enthousiasmeren over wiskunde en ze laten zien dat wiskunde veel meer is dan alleen maar getalletjes en vergelijkingen. Wie is je grote voorbeeld?: Ik heb niet echt een groot voorbeeld, maar vind Alan Turing wel erg inspirerend. Al in de jaren 40, toen computers nog nauwelijks bestonden, dacht Turing al na over dezelfde fundamentele vragen die ons nu nog steeds bezig houden. Vragen zoals of computers intelligent kunnen zijn en of er vragen zijn die een algoritme niet kan beantwoorden. Het is knap om zo ver voorbij de technische problemen van het moment te kijken en zulke fundamentele limieten te zien. Wat wilde je worden toen je 7 was: Ridder (helaas nooit een vacature voor kunnen vinden) En toen je 17 was: Eigenlijk alles behalve wiskundige Leukste reactie op je onderzoek: Wanneer ik mijn onderwerp uitleg en mensen verrast zijn dat het helemaal niet zo eng en onbegrijpelijk is als dat ze van wiskunde-onderzoek hadden verwacht.
Ik en de media:
Afgelopen maand stond ik weer eens voor de klas. Maar dit keer waren de leerlingen een maatje kleiner dan ik gewend ben: in plaats van universitaire studenten had ik een enthousiaste groep scholieren voor me.
Als klein kind heb ik flink wat uren besteed aan het spel Mijnenveger. In deze blog deel ik een zelfgemaakte variant op dit spel en geef ik je daarmee een korte rondleiding door de netwerkwetenschap.
Wiskunde is soms erg abstract. Uitleggen is dan lastig, maar wiskundigen hebben vaak wel een beeld in hun hoofd bij zo’n abstract onderwerp. Hoe breng je zo’n beeld tot leven? Zo!
Hoe helpt wiskunde bij het bestrijden van Covid? Wat heb je aan getallen en sommen bij het indammen van een pandemie? Heel veel! Want met wiskundige modellen simuleer je hoe een virus zich in ons land verspreidt, en hoe je dat stopt.