Junus van der Wal
Faces of Science

Junus van der Wal

Arts en onderzoeker, Amsterdam UMC

  • email
  • x
  • linkedin

"Depressief in de stad: hoe komt dit, en wat helpt je er weer bovenop?"


Wie:
Junus van der Wal

Wat:
Arts en onderzoeker

Waar:
Amsterdam UMC (locatie AMC), afdelingen psychiatrie en sociale geneeskunde, en het Centre for Urban Mental Health van de Universiteit van Amsterdam

Studie:
Geneeskunde

Promotie gaat over:
Hoe beïnvloedt wonen in de stad je mentale gezondheid, specifiek het risico op depressie? En hoe helpen we mensen die hiermee te maken hebben het beste? Deze vragen probeer ik te beantwoorden. Ik richt me vooral op kwetsbare groepen die last hebben van sociale of economische ongelijkheid, zoals discriminatie of financiële stress. Hierin kunnen aspecten uit de stedelijke omgeving een rol spelen. Bijvoorbeeld hoe mensen in de buurt met elkaar omgaan, maar ook individuele psychologische factoren zoals persoonlijke overtuigingen over je positie in de samenleving. Het uiteindelijke doel van mijn onderzoek is om te komen tot een interventie die toegankelijk én effectief is.

Ik koos dit vakgebied omdat:
In dit onderzoek komen twee dingen samen die mij erg aanspreken: mijn fascinatie voor de psychiatrie en alles wat er zich tussen onze oren afspeelt, en mijn drijfveer om iets te betekenen voor diegenen die door ongelijkheid in de samenleving extra kwetsbaar zijn. Psychiatrie vind ik fascinerend, omdat het nog altijd iets ongrijpbaars heeft. Anders dan bij andere medische vakgebieden kun je psychiatrische aandoeningen niet aantonen met een scan of bloedonderzoek. Het gaat het om het unieke verhaal van iedere individuele patiënt en het gedrag dat je observeert. Samen met de patiënt probeer je erachter te komen wat er speelt, en hoe je iemand het beste kan helpen. Daarnaast doe ik al sinds mijn tijd als geneeskundestudent onderzoek op de afdeling sociale geneeskunde. Ik vind het namelijk erg belangrijk om als arts ook oog te hebben voor maatschappelijke en sociale factoren, zoals discriminatie of economische ongelijkheid. Want die maken dat sommige mensen kwetsbaarder zijn voor ziekte dan anderen. Hierin zit een onrechtvaardigheid waar we als medische wetenschap geen genoegen mee mogen nemen, ondanks dat dit soort dingen niet altijd makkelijk te veranderen zijn.

Geboren:
Op 3 Oktober 1991, in het mooie Groningen.

Leukste aan wetenschapper zijn:
Dat je elke dag weer nieuwsgierig mag (moet!) zijn over alles om je heen, en dat je continue nieuwe dingen leert en jezelf ontwikkelt. Daarnaast is het natuurlijk ook erg cool als je merkt dat je bijdraagt aan nieuwe inzichten in je vakgebied.

Meest bijzondere moment als wetenschapper:
Als je na een lange tijd hard werken je werk dan eindelijk terugziet in een wetenschappelijk vakblad, en je dit met iedereen kan delen. Dit blijft een magisch momentje, al is het daarna wel zaak om je bevindingen ook te verspreiden om te zorgen dat het impact heeft.

Moeilijkste aan wetenschapper zijn:
Er zijn altijd veel meer vragen dan antwoorden, en te weinig tijd om deze allemaal te beantwoorden. Er zijn natuurlijk af en toe doorbraken in onderzoek, maar het is ook vaak een proces van de lange adem.

Hobby’s:
Aan het eind van een werkdag mijn hoofd leegmaken door te sporten. Door een flink stuk hard te lopen, naar de sportschool te gaan, of een potje te hockeyen. Daarnaast ben ik tijdens de periode van de avondklok begonnen met gitaarspelen, wat ik nog steeds graag doe (en op thuiswerkdagen soms nogal een bron van afleiding kan zijn).

Wat hoop je met bloggen voor Faces of Science te bereiken:
Dat mensen die mijn blogs lezen een wat duidelijker beeld krijgen van hoe het is om wetenschapper te zijn (de leuke, maar misschien ook de moeilijke kant). Toen ik zelf op de middelbare school zat, had ik hier eigenlijk niet echt een beeld bij. Ik wilde vooral dokter worden en onderzoek vond ik later pas leuk. Ik hoop dat mijn verhalen mensen die nu voor hun studiekeuze staan enthousiast maken voor de wetenschap. Daarnaast hoop ik dat ik lezers iets kan leren of na laten denken over mijn vakgebied.

Wie is je grote voorbeeld?:
Mijn ouders zijn altijd belangrijke voorbeelden voor mij geweest. Mijn moeder is huisarts en mijn vader is psycholoog. Aan hen heb ik ongetwijfeld mijn wens om in de zorg te werken te danken. Door te kiezen voor psychiatrie ben ik eigenlijk precies in het midden uitgekomen. Ik grap weleens dat ik eigenlijk vanaf mijn geboorte al voorbestemd was voor de psychiatrie, maar ik weet (bijna) zeker dat ik het ook vooral erg leuk vind.

Wat wilde je worden toen je 7 was:
Ik was als 7-jarige heel mindful in het nu aan het leven, en niet bezig met mijn toekomst.

En toen je 17 was:
Toen wist ik al wel dat ik geneeskunde wilde studeren, maar had ik nog niet per se de keuze voor psychiatrie gemaakt. Vlak daarvoor dacht ik ook nog weleens aan psychologie of journalistiek.

Leukste reactie op je onderzoek:
Soms kunnen mensen ineens hele persoonlijke verhalen delen als ze horen dat je onderzoek doet in de psychiatrie, bijvoorbeeld over wat ze zelf of in hun omgeving hebben meegemaakt. Ik vind die openheid, en de verhalen, altijd heel bijzonder.


Ik en de media

Bij Radio Swammerdam over mijn onderzoek en depressie in de stad

Klein interview met EOS Wetenschap over een artikel wat ik had geschreven

YouTubefilmpje over “The Centre for Urban Mental Health, University of Amsterdam waar ik ook in zit”:

Alle publicaties van Junus van der Wal