Naar de content
Faces of Science
Faces of Science

Een miljoen voor een minder WEIRDe taalwetenschap

Wat zou je doen met een miljoen?

Pixabay CC0

Veel gedragsonderzoek wordt uitgevoerd met hoogopgeleide, westerse proefpersonen. Daardoor is moeilijk om algemene uitspraken over menselijk gedrag te doen. Binnen de taalwetenschap wordt ook veel onderzoek gedaan met studenten als proefpersonen. Met één miljoen euro zou ik diverse proefpersonen werven, om zo representatievere steekproeven te nemen.

Een aantal jaar terug liet een grote overzichtsstudie zien dat veel onderzoek met proefpersonen gedaan wordt met WEIRDe mensen. Dat staat voor Western (westerse), Educated (hoogopgeleide), Industrialized (geïndustrializeerde), Rich (rijke) en Democratic (democratische). Proefpersonen blijken veelal uit rijke, westerse landen te komen, en zijn vaak mensen die universitair geschoold zijn. Of het zijn de kinderen van ouders uit rijke, westerse landen, die universitair geschoold zijn.

Veel gedragsonderzoek wordt uitgevoerd met hoogopgeleide, westerse proefpersonen. Met één miljoen euro zou ik proberen om diverse proefpersonen te werven, om zo representatievere steekproeven te nemen.

Pixabay CC0

Het probleem daarvan is dat de resultaten die je krijgt van een experiment met zulk soort proefpersonen niet zo veel zeggen over menselijk gedrag in het algemeen, maar eerder iets over het gedrag van rijke, westerse en hoogopgeleide mensen. Terwijl je als wetenschapper meestal juist uitspraken theorieën wil vormen over menselijk gedrag in het algemeen, of daar uitspraken over wil kunnen doen.

WEIRDe taalwetenschap

Ook in de taalwetenschap speelt dit probleem. Onlangs bleek dat van het onderzoek dat gedaan wordt naar hoe volwassenen een tweede taal leren, het overgrote deel van de proefpersonen WEIRD was. Vaak treden in zulk soort studies studenten op als proefpersoon. Dat zijn natuurlijk gewillige slachtoffers voor een experiment: ze lopen toch al rond op de universiteit, willen vaak wel een paar euro extra verdienen door mee te doen aan een testje, en zijn gemiddeld genomen niet bang om dom over te komen in de taak die ze moeten uitvoeren voor het onderzoek.

Het is kortom het meest eenvoudig, en relatief goedkoop om onderzoek uit te voeren met studenten. Je kunt het de wetenschappers dan ook niet altijd kwalijk nemen dat dit zo vaak gebeurt. Vaak is er maar beperkt budget, en een beperkte tijd om een onderzoek uit te voeren. De keuze is dan al snel gemaakt om weer een paar studenten te testen.

Andere proefpersonen

Deze beperkte groep proefpersonen belemmert alleen wel de wetenschappelijke vooruitgang. Om een beter inzicht te krijgen in hoe – in mijn geval – taal werkt, zouden we veel meer niet-studenten moeten testen, maar zie hen maar eens naar het lab te krijgen. Het is sowieso al lastiger om buiten deze groep mensen te vinden, omdat ze natuurlijk niet zo snel op de universiteit rondlopen. Maar als je ze eenmaal hebt gevonden zijn er nog een aantal hobbels die je over moet.

Zo is de vergoeding voor het deelnemen aan experiment vaak niet genoeg. Proefpersonen moeten van buitenaf komen, zijn vaak lang onderweg, en moeten misschien zelfs hun werk afzeggen. Je kunt ze dan moeilijk tien euro geven, wanneer ze een uur mee doen aan je experiment. Daarnaast heerst bij sommige proefpersonen de angst dat ze het niet goed doen op de test. Zeker bij proefpersonen die zelf niet gestudeerd hebben en onbekend zijn met het onderzoek dat aan de universiteit wordt gedaan. Het is vaak gewoonweg niet aantrekkelijk om mee te werken aan een wetenschappelijk experiment voor niet-studenten.

Een miljoen

Het miljoen zou in deze situatie dan ook goed van pas komen om meer niet-WEIRDe proefpersonen te testen. Het geld kan én gebruikt worden om meer tijd te hebben om deze mensen te bereiken en benaderen, maar ook om hen een betere vergoeding te geven, waardoor het misschien wel aanlokkelijk wordt om aan een – mogelijk ingewikkeld – experiment mee te doen op de universiteit.

ReactiesReageer