Naar de content

Zo bouwden de Duitsers hun steden weer op na de oorlog

Recensie De ziel van Duitse steden. Het drama van verwoesting en wederopbouw

Boten op de Rijn bij de Duitse stad Keulen.
Boten op de Rijn bij de Duitse stad Keulen.
Elke Wetzig, Keulen, CC BY-SA 3.0

Na de Tweede Wereldoorlog lagen veel Duitse steden in puin. Noud de Vreeze analyseert de stedenbouw bij onze oosterburen in een nieuw, interessant boek.

Een luchtfoto uit 1945 van Keulen. Veel gebouwen en bruggen zijn vernield.

Zo zag Keulen er in 1945 uit.

Publiek domein

Dat het centrum van Rotterdam grotendeels verwoest werd tijdens de Tweede Wereldoorlog, weet vrijwel iedereen in Nederland. Dat Dresden, Berlijn en Keulen ook zwaar getroffen werden, is ook nog wel bekend. Maar dat er nog veel meer Duitse steden in puin lagen, krijgt minder aandacht. De afgelopen jaren kwam er bij onze oosterburen al steeds meer aandacht voor deze zogeheten Stunde Null (‘het uur nul’, omdat opnieuw moest worden begonnen). Daarbij kwam ook de nadruk te liggen op de wederopbouw van steden als Magdeburg, Pforzheim en Lubeck.

Trummerfrauen

Met ‘De ziel van Duitse steden’ vertelt Noud de Vreeze het in Nederland nog vrij onbekende verhaal van de ontwikkeling van de Duitse steden na de Tweede Wereldoorlog. De Vreeze belicht de wederopbouw vanuit stedenbouwkundig perspectief. En dat is een fascinerende aanpak. Hoe herbouw je een stad die helemaal verwoest is? Door die vernietiging moest de Duitse cultuur zich als het ware opnieuw definiëren, stelt De Vreeze terecht. Hij studeerde aan de TU Delft, werkte daarna als stedenbouwkundig adviseur en gaf colleges aan de Academie voor Bouwkunst in meerdere steden. Van 2008 tot 2012 was hij stadsarchitect van Amersfoort.

De auteur vertelt het verhaal chronologisch. Hij begint bij de stedenbouwkundige plannen van de jaren twintig en dertig en de desastreuze bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het meest interessante deel van het boek gaat over de periode erna: puinruimen en opbouwen.

Daarbij speelden allereerst de zogeheten Trümmerfrauen een belangrijke rol. Dat zijn de vrouwen die brokstukken opruimden. Ze werden beroemd als symbool van naoorlogs Duitsland. Maar De Vreeze benoemt terecht dat deze vrouwen dit werk niet geheel vrijwillig deden. Ze kregen er de broodnodige voedselbonnen voor.

Nieuwbouw

De auteur schrijft ook over de schrijnende woningnood. Een gezin met twee kinderen had maximaal recht op een woning van 22 m2. Woonde je in een groter huis of appartement? Dan mocht een ander gezin bij je intrekken. Ook waren er in veel steden zogeheten Nissen-hutte. Deze tijdelijke woningen kwamen uit het Amerikaanse leger en hadden een golfplaten dak. Alleen al in Hamburg woonden meer dan 40.000 mensen hierin.

Het geeft een beeld van de enorme opgave waar architecten, aannemers en stedenbouwkundigen voor stonden. De Vreeze besteedt terecht veel aandacht aan de laatste groep. Hij laat zien dat er grofweg drie verschillende visies op de herbouw bestonden. De eerste groep bestond uit traditionalisten die alles weer wilden opbouwen zoals het vroeger was. De tweede groep pleitte voor modernisering en nieuwe architectuur. De derde wilde zonder vastgestelde doctrines per lokatie de beste oplossing zoeken.

Uiteindelijk werden in vrijwel alle steden de belangrijkste bouwwerken, zoals kerken, hersteld. Verder waren er vrij veel verschillen per stad. In Dresden werd in het centrum veel in oude glorie hersteld. Voor een radicaal andere aanpak werd gekozen in de Zuid-Duitse stad Pforzheim. Tijdens het bombardement van februari 1945 werd het centrum grotendeels verwoest. Die stond vroeger vol met oude gebouwen, waar tussendoor kleine steegjes waren. Dat was ook de reden waarom bij een bombardement een Feuersturm zo vernietigend was in de stad. De vlammen sloegen van het ene gebouw zo over naar het andere. Na de oorlog kwam de stad er drastisch anders uit te zien. Er werd gekozen voor brede straten met veel ruimte voor verkeer en moderne gebouwen die verder van elkaar af stonden dan vroeger. Het hart van Pforzheim was plots modern. Gebouwen met torentjes, zuilen en dakkapelletjes maakten plaats voor flats, asfalt en parken.

Pluim

Het zijn dit soort contrasten die dit boek zo interessant maken. De Vreeze laat duidelijk zien in woord en beeld wat er in de Duitse stedenbouw allemaal veranderde door de oorlog. De teksten zijn goed geschreven en ook het beeldmateriaal verdient een pluim. Mooie (historische) foto’s worden afgewisseld met duidelijke plattegronden en kaarten.

De enige smet op dit boek vind ik de titel. ‘De ziel’ klinkt nogal hoogdravend en gaat ervan uit dat de auteur uitgebreid met inwoners heeft gesproken. Zij vormen immers samen met de gebouwen de identiteit en ziel, als die er al mag zijn, van een stad. Maar het boek gaat vooral over stedenbouwkunde. Dat is op zich geen probleem, maar daardoor doet de titel vreemd aan. Deze kritische noot neemt niet weg dat De Vreeze een belangrijk boek heeft geschreven. Hij geeft de wederopbouw bij onze oosterburen de aandacht die het verdient.

Vreeze, Noud de, De ziel van Duitse steden. Het drama van verwoesting en wederopbouw, eigen beheer, 416 pagina’s, 49,90 euro.

ReactiesReageer