Voor het eerst heeft een team van Amerikaanse en Canadese wetenschappers een sekseverschil bij het signaleren van pijn vastgelegd. Zij ontdekten dat chronische pijn bij mannelijke en vrouwelijke muizen via verschillende signaalroutes tot stand komt. Die conclusie heeft belangrijke gevolgen voor het onderzoek naar pijn en pijnbestrijding bij mensen.
“Mannen en vrouwen hebben een andere gevoeligheid voor pijn en vrouwen hebben vaker chronische pijn dan mannen”, vertelt onderzoeksleider Jeffrey Mogil, directeur van het Canadese Alan Edwards Centre for Research on Pain. “Toch zijn we er de afgelopen jaren altijd van uitgegaan dat de manier waarop pijn wordt geregistreerd bij beide seksen hetzelfde is.”
Geen enkel effect
In mannelijke muizen zagen wetenschappers jaren geleden al dat bij een wond of ontsteking stoffen vrijkomen die bepaalde afweercellen (microglia) in het ruggenmerg activeren. Microglia geven het signaal op hun beurt door aan andere cellen in het zenuwstelsel, waardoor de pijnprikkel uiteindelijk in de hersenen terechtkomt. Medicijnen die de werking van micoglia belemmeren, kunnen de pijn afzwakken.
Mogil en zijn team behandelden gewonde mannelijke en vrouwelijke muizen met zo’n medicijn en zagen toen een opvallend verschil. Het gedrag van de mannetjes veranderde en er werden minder pijnprikkels geregistreerd, maar bij de vrouwtjes had de behandeling geen enkel effect. Aanvullende experimenten lieten zien dat bij vrouwtjes niet de microglia, maar andere afweercellen (voornamelijk T-cellen) de pijnsignalen doorgeven.
Schakelen
Een simpele verklaring voor dit verschil is het feit dat vrouwtjes meer T-cellen hebben dan mannetjes, maar waarschijnlijk is er meer aan de hand. De onderzoekers schrijven in Nature Neuroscience: “Bij zowel muizen als mensen verschilt de expressie van bepaalde receptoren (PPARs) op de T-cellen van mannen en vrouwen. Testosteron zorgt bij mannen voor meer PPAR-α en minder PPAR-γ. Daardoor produceren mannen minder van de signaalstof interferon-γ en juist meer interleukine. Uit recent onderzoek is gebleken dat de T-cellen die na een verwonding het ruggenmerg in gaan, voornamelijk de interferonafgevende cellen zijn. Mogelijk zijn de T-cellen van mannelijke muizen minder goed in staat om voldoende signaal door te geven en is er dus gezocht naar een alternatieve route via de microglia.”
Een interessant detail is dat Mogil en zijn team ook tonen dat vrouwelijke muizen waarbij de T-cellen zijn verwijderd en vrouwelijke muizen die zijn behandeld met testosteron kunnen schakelen naar de signaalroute via de microglia.
Fundamenteel verschil
“Muizen en mensen hebben vergelijkbare zenuwstelsels, zeker als het op een basale evolutionaire functie als pijn aankomt”, zegt Mogil. “De realisatie dat de biologische basis van pijn zo fundamenteel kan verschillen tussen mannen en vrouwen, werpt belangrijke vragen op voor het onderzoek naar pijn en pijnbestrijding bij mensen.”
Traditioneel werd veel van het preklinische onderzoek gedaan met mannelijke proefdieren of mannelijke cellijnen. Daar begint nu langzaam verandering in te komen. En dat is maar goed ook. Een voorbeeld als dit laat nog maar eens zien dat een medicijn dat goed werkt bij mannen niet altijd hetzelfde effect heeft bij vrouwen.