Zijn kinderen zich bewust van de talige regels die zij leren? Een aantal eerdere blogs eindigde ik met die cliffhanger. Op die vraag kan ik nu enigszins een antwoord geven, maar daar komt wel weer een nieuwe cliffhanger voor in de plaats.
In deze blog vertelde ik hoe ik kinderen een nieuwe taal leerden met daarin een meervoudsregel. Als ze in de taal het woordje pli in een zin hoorden, stonden er altijd meerdere objecten op een plaatje. Wanneer ze het woordje tra hoorden, kon dat ieder aantal objecten zijn. Om te testen of kleuters die regel leerden, kregen ze een zinnetje te horen en daarbij twee plaatjes zien. Op het ene plaatje stonden altijd meer objecten, op het andere plaatje stond er één.
Als de kinderen de regel leerden, was het voor zinnetjes met het woordje pli natuurlijk makkelijk om het goede plaatje te kiezen. Het plaatje met meerdere objecten was het goede antwoord. Voor zinnetjes met het woord tra was dat veel moeilijker, want daarbij hadden ze niks aan wat ze eerder leerden. De kleuters bleken de regel te kennen; ze gaven meer goede antwoorden wanneer ze _pli_-zinnetjes hoorden. Maar waren ze zich ook bewust van die kennis?
Hoe weet je of kleuters weten wat ze weten?
Om op die laatste vraag een antwoord te geven heb ik een beloningssysteem gebruikt dat ook word gebruikt om te kijken of allerlei dieren zich bewust zijn van de kennis die ze hebben. Daarover kun je hier meer lezen. Dit beloningssysteem is een soort spelletje waarbij je punten kunt verdienen. Hoe meer je je bewust bent van wat je weet, des te meer punten verdien je.
Het werkt eigenlijk heel simpel. Als proefpersoon krijg je moeilijke en makkelijke vragen. Daarnaast levert een goed antwoord altijd veel punten op, maar krijg je bij een fout antwoord niets. Ook kun je passen en ervoor kiezen om geen antwoord te geven, dan krijg je een klein aantal punten. Als je door hebt wat je weet, is het slim om te passen bij de moeilijke vragen, en te proberen veel punten te scoren bij de makkelijke vragen.
Het nieuwe experiment
Hoe werkte dat dan in mijn experiment waar de kinderen een nieuwe taal leerden? In het experiment hielpen de kinderen de hoofdpersonen van het spelletje om een rivier over te steken. Om die rivier over te steken moesten die personages over een aantal stenen lopen. Als de kinderen tijdens de test een goed antwoord gaven, mochten ze twee stappen zetten, maar bij een fout antwoord moesten ze blijven staan. Ook konden kinderen passen en het volgende zinnetje horen, dan zette het personage één stap.
Als een kind de regel geleerd had, zouden de zinnetjes met pli makkelijk en de zinnetjes met tra moeilijk moeten zijn. Wanneer de kinderen dit ook nog eens door hadden, verwachtte ik dat ze bij de _pli_-zinnen een antwoord zouden willen geven om twee stappen te zetten. Bij de _tra_-zinnen zou het juist logischer zijn als ze pasten en één stap zouden zetten, want op die zinnen was het heel moeilijk om een goed antwoord te geven.
Nieuwe vraag
Uit de eerste resultaten lijkt nu naar voren te komen dat de kleuters dat inderdaad deden. Ze kozen er iets vaker voor om te passen bij de moeilijk zinnetjes, terwijl ze wel een keuze wilde maken bij de makkelijk zinnetjes. Oftewel: het lijkt erop dat de kleuters zich op een bepaalde manier bewust zijn van de grammaticale regel die ze hebben geleerd.
Dat is natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar gebruiken de kleuters dat bewustzijn ook? Het kan natuurlijk dat ze zich bewust zijn van wat ze weten, maar daar vervolgens niets mee doen. Maar het is ook mogelijk dat het bewustzijn ervoor zorgt dat ze sneller zo’n regel oppikken. Of misschien zit het bewustzijn juist wel in de weg. Hoe dat precies zit, is de volgende cliffhanger..