Naar de content

Zeven vragen over nieuwe gentechnieken in ons voedsel

Konstantin Kolosov via Pixabay, CC0

Het is zo ver: na ruim twee jaar aan onderzoek en discussies komt de Europese Commissie met een nieuw wetsvoorstel rondom het gebruik van gentechnieken in voedselgewassen. Wat betekent dit voor de producten in je boodschappenmandje? We zetten zeven vragen en antwoorden over het nieuwe beleidsvoorstel op een rijtje.

1. Wat wil de Europese Commissie precies veranderen?

Op dit moment is het in Europa niet zomaar toegestaan om met biotechnologie het DNA van levende wezens aan te passen. Daar zijn ingewikkelde procedures en veiligheidscontroles voor nodig. Die zijn zo duur en tijdrovend dat vrijwel geen enkel bedrijf zich eraan waagt.

Nu wil de Europese Commissie die regels versoepelen, specifiek voor gewassen zoals groenten en fruit. Met moderne laboratoriumtechnieken mogen veredelaars straks wijzigingen aanbrengen in het DNA, die ook van nature of door klassieke veredeling zouden kunnen ontstaan. Zo mogen telers bijvoorbeeld lange stukken DNA verwijderen en maximaal twintig ‘DNA-letters’ toevoegen. Er zijn dan niet meer veiligheidsprocedures nodig dan bij de standaard teelt. Wel moeten veredelaars de aangepaste voedingsgewassen registreren.

Het voorstel geldt echter alleen voor moderne technieken die de afgelopen twintig jaar ontwikkeld zijn en heel precies DNA aanpassen. Samen noemen we die ‘nieuw genomische technieken’, of NGT’s. DNA uit andere soorten toevoegen (transgenese) of andere grotere aanpassingen in het DNA blijven onderworpen aan de huidige strenge regelgeving.

2. Waarom willen ze gentechnieken toestaan?

Na heel wat wikken en wegen, heeft de EU beoordeeld dat de bestaande GMO-wetgeving uit 2001 niet meer passend zijn voor alle moderne technologische ontwikkelingen. Hoewel er meningsverschillen zijn over het nut van gentechnologie, denkt de Europese Unie dat de technologie de landbouw helpt verduurzamen en klimaatbestendig maken, bijvoorbeeld door gewassen voedzamer te maken of weerbaarder tegen klimaatverandering of ziekte.

“Bij een gewas dat resistent is tegen een veelvoorkomende ziekte, kun je de overige ziektes en plagen beter beheersen met biologische bestrijding”, zegt René Smulders, onderzoeker plantenveredeling aan Wageningen University & Research. Zo zijn er minder pesticiden nodig en overleven nuttige micro-organismen en insecten om hun werk te doen.

Tegenstanders van de gentechniek beargumenteren dat dergelijke weerbaarheid ook via klassieke veredeling tot stand kan komen, en dat klopt. Wageningse veredelaars slaagden er bijvoorbeeld in om appelrassen te maken die weerbaar zijn tegen de schimmelziekte appelschurft. “Onder andere omdat we appels met piepkleine, wilde appels moesten kruisen, en een zaadje er minimaal zes jaar over doet om uit te groeien tot een bloeiende boom met appels, duurde dat hele proces vijftig jaar”, vertelt Smulders. Met moderne gentechnieken krijgen biologen dat na een of enkele jaren voor elkaar. “Al ben je daarna wel nog tien jaar bezig om de bomen te groeien en te vermeerderen om ze op de markt te brengen”, waarschuwt Smulders.

Met de nieuwe regelgeving van de Europese Commissie lijkt een toekomst met genetisch gemodificeerde (GM) gewassen in Europa dichterbij dan gedacht. Het zou voor plantenveredelaars straks makkelijker kunnen worden om bepaalde genetische technieken in te zetten. Wat hebben we aan CRISPR-Cas in ons gewas?

Lees ook: Waarom CRISPR-Cas in je gewas?

3. Wat wordt er bedoeld met nieuwe genomische technieken (NGT’s)?

Nieuwe genomische technieken (NGT’s) is een parapluterm voor verschillende gentechnieken die het DNA van een organisme kunnen veranderen. Ze zijn ontwikkeld na 2001 toen de EU-richtlijn voor genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s) werd aangenomen. Een bekend voorbeeld van zo’n NGT, is het revolutionaire CRISPR-Cas. Daarmee kan het DNA zeer doelbewust op één specifieke plek worden aangepast zonder dat er ‘vreemd’ DNA in het eindproduct terecht komt.

Het idee achter de versoepelingen voor het produceren van NGT-gewassen is dat de aanpassingen in het DNA zo subtiel zijn dat ze ook door plantenveredeling of mutaties in de natuur tot stand hadden kunnen komen. Dat maakt NGT-gewassen volgens voorstanders veiliger dan de traditionele GMO’s, waar andere gentechnieken aan te pas komen die wellicht leiden tot grotere veranderingen in het DNA.

Mutaties treden altijd op bij kruising en veredeling van soorten. Bij mutagenese treden veel mutaties op, bij reguliere kruising een stuk minder. Bij nieuwe genomische technieken, waaronder CRISPR-Cas zijn dat er nog minder. Hiermee zijn juiste kleine, gerichte mutaties, gerichte deleties of gerichte inbreng van ander planteigen DNA mogelijk. Toch gelden op dit moment alleen voor mutagenese en traditionele kruising dat ze geen strenge regels kennen om toegelaten te worden op de markt.

Nicole van ’t Wout Hofland voor biotechnologie.nl en NEMO Kennislink via CC BY 2.0

4. Is het veilig?

Ja, het is veilig. Of in ieder geval net zo veilig als traditioneel veredelde gewassen. Er is bij iedere kruising, in de natuur of bij een veredelaar in de kas, de piepkleine kans dat er veranderingen in het DNA optreden die toch effecten kunnen hebben. Bijvoorbeeld dat het gewas ineens hogere gehaltes van een bepaalde giftige stof of een allergeen aanmaakt. Maar dat kan bij traditionele veredeling dus net zo goed optreden. Sterker nog, traditionele veredelaars mogen technieken gebruiken, zoals mutagenese, waarbij het DNA veel ingrijpender verandert dan de beperkte veranderingen waar de verruimde toelating nu over gaat. Die methode bestaat sinds de jaren dertig van de vorige eeuw en blijkt uit ervaring veilige gewassen op te leveren, en gebruik kent dus geen extra regels om veiligheid aan te tonen.

Genetische technieken veranderen het DNA, bedoeld en onbedoeld. Het kan onverwachte verandering in een gewas opleveren. Risico’s zijn niet uit te sluiten. Maar bij klassieke veredeling en zelfs voortplanting in de natuur gebeurt dat ook. Hoe groot is het gevaar van knutselen met DNA?

Lees ook: Is het wel veilig, dat CRISPR-Cas in je gewas?

5. Ik wil geen gewassen eten die aangepast zijn met gentechnologie, wat nu?

Volgens het voorstel van de EU hebben gewassen die zijn aangepast met nieuwe genomische technieken (NGT’s) straks geen speciaal stickertje nodig. Je weet daarom niet hoe de bonen op je bord of de tomatensoep in je kom gemaakt zijn. Wil je er zeker van zijn dat je voedsel technologievrij is? Koop dan biologische producten. In de biologische sector blijft het gebruik van de nieuwe gentechnieken namelijk verboden. Om de NGT-gewassen en biologische producten duidelijk van elkaar gescheiden te houden, krijgen zaden van de genetisch aangepaste gewassen wél een etiket. Zo voorkomen ze dat er per ongeluk verkeerde zaden terechtkomen bij biologische boeren en behouden consumenten hun keuzevrijheid.

6. Vanaf wanneer is mijn voedsel gemaakt met deze nieuwe gentechnieken?

De Europese Commissie heeft nu dit voorstel gedaan, maar daarmee is het nog niet aangenomen. Het moet nog door het Europese Parlement en door de EU-raad, dat zijn de ministers van de lidstaten. Alleen als deze partijen voor de meerderheid instemmen, kan de wet effectief in werking treden. Daar gaan al snel nog enkele maanden overheen.

Ook als het wetsvoorstel aangenomen wordt, dan liggen de gewassen nog niet direct op je bord. Voordat de technieken effectief gebruikt kunnen worden, is veel kennis over het planten-DNA nodig. Dat is nog lang niet voor alle gewassen en alle eigenschappen helemaal uitgeplozen. Het vergt tijd, daarna pas kunnen boeren de gewassen telen en verkopen. Aan de andere kant mogen veredelaars ook nu al inzetten op ontwikkeling en weten we dat veredelaars van buiten de EU al meer gebruikmaken van de nieuwe technieken. Dus mogelijk komen die eerste producten al sneller naar de Europese markt.

7. Bestaat er een kans dat de wet niet wordt aangenomen?

Voorspellen hoe de lidstaten en het parlement gaan stemmen blijft koffiedik kijken. Het lijkt erop dat Duitsland tegen de versoepelingen gaat stemmen. Voorheen onthield deze lidstaat zich altijd van stemming rondom deze kwestie. Hun standpunt kan van invloed zijn op de stemming van de andere lidstaten. Het blijft dus nog wel even nagelbijten voor de voor- en tegenstanders van dit voorstel.

Bronnen