Zes tips tegen cybercriminaliteit

Waar kan je makkelijk inbreken? Dat onderzoeken cybercriminelen voortdurend. Zoals een gerichte persoonlijke aanval, waardoor je bijvoorbeeld slachtoffer wordt van phishing, WhatsApp-fraude of helpdeskfraude. Maar het is ook mogelijk dat je indirect slachtoffer wordt, bijvoorbeeld door een datalek bij een bedrijf dat gegevens van jou bezit. Zonder dat je zelf bent gehackt, liggen dan wel ineens jouw gegevens op straat. Tijdens een lezing over online veiligheid gaf cybercrime-specialist Gina Doekhie een aantal tips om je beter te wapenen tegen verschillende soorten aanvallen.

1. Gebruik een plakkertje op de webcam van je laptop.
Een veelvoorkomende vorm van cybercriminaliteit is sextortion. Hierbij dreigt een crimineel om gevoelige beelden te verspreiden als het slachtoffer niet betaalt. Hoewel de webcam op je laptop en de camera op je telefoon in principe beveiligde systemen zijn, kan een hacker ook hier proberen binnen te komen. Gebruik dus altijd een schuivertje of een plakkertje op de webcam om te voorkomen dat je ongewenst wordt opgenomen.

2. Gebruik altijd verschillende wachtwoorden voor verschillende accounts.
Bij een datalek ben je indirect slachtoffer: je bent zelf niet gehackt, maar jouw gegevens liggen wel op straat. Het gaat vaak niet alleen om persoonlijke gegevens, maar ook om wachtwoorden. Om te voorkomen dat een hacker met één wachtwoord bij al jouw accounts kan, is het handig om verschillende wachtwoorden te gebruiken. Hier kan je checken of jouw e-mailadres is voorgekomen in een datalek. Is dat het geval? Verander dan zo snel mogelijk je wachtwoord.

3. Gebruik een wachtwoordmanager.
Het is verstandig om je wachtwoorden regelmatig te veranderen en verschillende wachtwoorden voor verschillende websites te gebruiken. Om al deze wachtwoorden te kunnen onthouden, kan je een wachtwoordmanager gebruiken. Wachtwoordmanagers gebruiken zware encryptie en zijn daardoor heel goed beveiligd tegen hackers. Zo blijven jouw wachtwoorden goed bewaard en heb je ze altijd bij de hand.

4. Zet de twee-factorauthenticatie aan.
Het beste is om twee-factorauthenticatie aan te zetten bij al jouw accounts, maar met name bij je e-mail is het belangrijk. Het e-mailadres wordt namelijk vaak gebruikt om je account te activeren. Op het moment dat hackers dus in jouw e-mail kunnen, kunnen ze vaak ook bij andere accounts. Door twee-factorauthenticatie te gebruiken, maak je het ze een stuk moeilijker. Je kan een dubbele verificatie via een sms laten verlopen, maar het is nog veiliger om een authenticator-app te gebruiken.

5. Kijk uit voor phishing.
Phishing kan je vaak aan verschillende dingen herkennen. Voor je op een link klikt, kan je erboven zweven met je muis. Dan krijg je de URL te zien. Er zitten vaak onopvallende spelfouten in de link. Maar ook bij een lange of vreemde URL is er vaak iets mis. Het is sowieso altijd een goed idee om niet op de link in de e-mail te klikken, maar om zelf via de browser op de juiste website terecht te komen. Als je bijvoorbeeld een mail krijgt van jouw bank, log dan via de officiële website in op jouw account om je berichten te lezen.

6. Voorkom installatie van malware.
Wat nou als je toch op een phishinglink hebt geklikt? Doe zo snel mogelijk je wifi uit of trek de netwerkstekker eruit. Meestal kan een phishinglink geen kwaad zolang je geen gegevens hebt ingevuld, maar het kan zijn dat je zo kwaadaardige software binnenhaalt waardoor een hacker bij jouw gegevens kan komen. Door je internet meteen uit te doen, verbreek je alle communicatie tussen jouw computer en de cybercrimineel.

Luister hier naar de volledige lezing van Gina Doekhie over cybercriminaliteit.