Op dezelfde dag dat Italië werd getroffen door een serie aardbevingen die honderden slachtoffers maakten, kwam het World Risk Report van de Verenigde Naties uit. Dit rangschikt landen op risico wat betreft natuurrampen, van 1 (Vanuatu, hoogst onveilig) tot 171 (Qatar, uiterst veilig). Op die ranglijst staat Nederland (49) ver boven Italië (119). Moeten we nu bang worden?
Het is dik zestig jaar geleden dat een natuurramp in Nederland voor het laatst grote aantallen slachtoffers (ruim 1800 doden) maakte. Na deze watersnoodramp van 1953 in Zeeland was de overheersende gedachte ‘dat nooit weer’. Dus werd een groots Deltaplan ondernomen, dat na ruim dertig jaar graven en bouwen culmineerde in de afsluiting van de Oosterschelde en het op Deltahoogte brengen van alle dijken. Sindsdien hebben stormen of overstromingen nauwelijks nog dodelijke slachtoffers geëist.
In de categorie natuurrampen maken aardbevingen in Nederland geen slachtoffers – ook niet in Groningen, tot nu toe. Vulkaanuitbarstingen komen in of nabij Nederland helemaal niet voor, en tsunami’s evenmin. Toch staat Nederland in de World Risk Index 2016 op plaats 49, ver boven landen als Nepal (zware aardbeving in 2015, circa 8000 doden, plaats 105) en Pakistan (enorme overstromingen in 2010, miljoenen ontheemden en circa 2000 doden, plaats 74). Dat vraagt om een verklaring.
Zeespiegelstijging
Volgens Peter Mucke, managing director van het World Risk Report, is de belangrijkste reden voor Nederlands hoge plek op de ranglijst de potentiële zeespiegelstijging. Dat gaat dus over de voorspelling, dat de zeespiegel in de loop van de komende eeuw een halve tot een hele meter gaat stijgen door de opwarming van het klimaat. Is het niet wat vreemd, om voor een jaarlijkse risico-index decennia vooruit te kijken? “De risicoscore is een combinatie van de huidige situatie en de toekomst,” aldus Mucke. “Daarom telt die potentiële stijging maar voor de helft mee voor de risicoscore.”
De plaats van een land op de ranglijst wordt bepaald door de score voor exposure (potentiële blootstelling) te vermenigvuldigen met de score voor vulnerability (kwetsbaarheid). Dus een land met een hoge kwetsbaarheid kan nog steeds laag in de risico-index terechtkomen, als de kans op blootstelling klein is. Dat geldt bijvoorbeeld voor sommige straatarme landen in Afrika, waar de maatschappij totaal niet is ingericht op het omgaan met natuurrampen, maar waar die ook niet of nauwelijks voorkomen.
De score voor potentiële blootstelling volgt uit het percentage van de bevolking dat potentieel gevaar loopt door een of meer natuurrampen. Uiteraard scoort Nederland, waar meer dan de helft van de bevolking onder de zeespiegel woont, zeer hoog qua blootstelling aan overstroming.
Weerbaar tegen overstromingen
De kwetsbaarheid bestaat weer uit drie componenten: susceptibility_(vatbaarheid), _coping capacities (weerbaarheid tegen natuurrampen op korte termijn) en adaptive capacities (aanpassingsvermogen van de maatschappij op de lange termijn). De Deltawerken en alle overige water-infrastructuur verminderen de vatbaarheid en vergroten de weerbaarheid tegen overstromingen in Nederland. En Rijkswaterstaat plant nu al extra investeringen om de dijken op te hogen voor de komende zeespiegelstijging: aanpassingen op de lange termijn, dus.
“Nederland scoort op alledrie deze categoriën zeer goed,” stelt Mucke dan ook. Dat resulteert in een zeer lage kwetsbaarheid; Nederland is wat dat betreft zo ongeveer wereldkampioen, samen met landen als Duitsland en Zweden. Maar het rapport plaatst Nederlands qua blootstelling in de top-12 van de wereld, samen met landen als Japan (aardbevingen, tsunami’s), de Filipijnen (orkanen, overstromingen, tsunami’s) en Bangladesh (orkanen, overstromingen).
Potentieel probleem
De combinatie van lage kwetsbaarheid en hoge blootstelling resulteert dan toch nog in een plek op de ranglijst boven elk ander Europees land. Kortom, Nederland is het onveiligste land van Europa, maar vooral omdat een groot deel van het land onder de zeespiegel ligt, en de zeespiegelstijging in de komende eeuw potentieel een probleem zou kunnen worden.
Dat wisten we allang, en onze succesvolle strijd tegen het water is een hoeksteen van het nationale karakter. Dus wat moet een land als Nederland met zo’n ranglijst? Mucke: “Dat hebben we zelf ook benadrukt op de persconferentie bij de presentatie van het rapport: alleen maar naar de plaats van een land op de ranglijst kijken is niet zo interessant. Het gaat om de combinatie van blootstelling en kwetsbaarheid.”
Falende infrastructuur
Eigenlijk is de World Risk Index ook niet het belangrijkste onderdeel van het World Risk Report. Het rapport is opgesteld door een coalitie van ontwikkelingsorganisaties, de Bündnis Entwicklung Hilft, die vooral de boodschap willen uitdragen dat de schade van natuurrampen voor een groot deel niet te wijten is aan de natuur, maar aan falende infrastructuur in de getroffen landen.
Zelfs nu in Italië, rijst de verdenking dat een groot deel van de ingestorte nieuwbouw niet bestand was tegen de aardbevingen omdat corrupte aannemers zich niet aan de bouwvoorschriften hebben gehouden. Sommige Afrikaanse, Aziatische en Amerikaanse landen zijn uiterst kwetsbaar voor natuurrampen, niet omdat de natuur daar zo bruut is, maar omdat de infrastructuur, gezondheidszorg en overige maatschappelijke instituties er zeer slecht aan toe zijn.
In Nederland lijken we dat aspect, ook volgens de World Risk Index, keurig op orde te hebben. Heeft Mucke toch een advies om Nederland nog beter bestand te maken tegen natuurrampen? Mucke meent: “Ga vooral door met het politieke proces om de klimaatverandering te stoppen.”