Naar de content

Wonen op de golven

Marin doet eerste test met drijvend mega-eiland

Marin met toestemming

In het testbassin van onderzoeksinstituut Marin is deze week voor het eerst een miniatuurversie van een drijvend mega-eiland getest. Wonen en werken we straks óp in plaats van aan de Noordzee?

De golven in het bassin van onderzoeksinstituut Marin maken nog niet zoveel indruk als ze inslaan op het pakweg zes bij tien meter groter drijvende eilandje dat in het midden dobbert. De stellage is opgebouwd uit een aantal aan elkaar bevestigde driehoekige onderdelen en deint mee op de golven.

Toch is dit de simulatie van een enorme storm die in de Noordzee slechts een keer in de honderdvijftig jaar voorkomt. Blaas je het model op naar de wérkelijke grootte (tweehonderdvijftig keer groter) dan zijn de golven zo’n vijftien meter hoog. Het drijvende eiland meet op deze schaal zo’n 1,5 bij 2,5 kilometer.

Projectleider Olaf Waals bij het drijvende model.

Marin met toestemming

Marin is deze week samen zo’n twintig bedrijven en universiteiten begonnen met het onderzoeken van de haalbaarheid van een drijvende stad. Die kan dienen als uitvalsbasis voor onderhoud aan windmolens op zee, voor de kweek van zeewier, voor de uitbreiding van goederenhavens of simpelweg als nieuw woongebied. Leven we straks op de golven?

Meedeinen

Met het model kijken onderzoekers vooral naar de bewegingen van een toekomstig mega-eiland. Wat zijn de krachten op de drijvende onderdelen en de verbindingsstukken, hoeveel invloed hebben de golven op de deining van het geheel? “Uit de allereerste test werd al duidelijk dat de buitenste onderdelen een flink deel van de golfenergie absorberen”, zegt Olaf Waals, onderzoeker en projectleider bij Marin. “Het zou dus logisch zijn om daar onderdelen neer te zetten die niet zo gevoelig zijn voor beweging, misschien zonnepanelen. Het stabielere midden is geschikter voor bewoning.”

Ook moet het project duidelijkheid verschaffen over welke deiningen acceptabel zijn voor verschillende toepassingen. “Een boerderij die zeewier kweekt mag meer bewegen dan een drijvende woning”, zegt Waals. “We willen ook onderzoeken wanneer mensen echt last krijgen van de golven. Een megastad op de golven zal wat deining betreft het midden houden tussen een cruiseschip en een stad op het land in een aardbevingsgebied.”

In de toekomst kan er op de Noordzee zeewier gekweekt worden, dat zowel geschikt is voor consumptie als voor de chemische industrie.

Anne van Kessel voor gebruik op NEMO Kennislink

De onderzoekers kijken niet alleen maar naar de dynamiek van de drijvende stad, maar ook naar de impact die zo’n kolossale structuur op de omgeving heeft, bijvoorbeeld door het wegvallen van het licht onder water. “Je kunt dat wellicht opvangen door bepaalde plekken in het eiland open te laten”, zegt Waals. “Dit soort onderzoek vindt nu al plaats bij bestaande platformen op zee, die in sommige gevallen ook weer kansen vormen voor bijvoorbeeld schelpdieren.”

Vlucht naar de zee

Wat is nu de kans dat er binnen afzienbare tijd wordt gebouwd op het water? Het zal niet meteen storm lopen, vermoedt Waals, grote aantallen mensen verwacht hij in ieder geval niet. “Dit soort concepten zijn het meest kansrijk op plekken die worden bedreigd door de zeespiegelstijging”, zegt hij. “Of doordat er maar beperkte ruimte op het land is, met extreme grondprijzen als gevolg, zoals in het ministaatje Monaco. Daar wordt al gekeken naar drijfbouw.”

Monaco. Op plekken met beperkte ruimte op het land kan het aantrekkelijk zijn om op het water te bouwen. In Londen is deze zomer een drijvend park geopend.

Tom Stamp via CC BY-NC-ND 2.0

Waals vergelijkt de ontwikkeling van grote drijvende eilanden met die van de offshore_-industrie. “De bedrijven die nu platformen op zee bouwen (die op de bodem staan – _red.) zijn ook aan wal begonnen. Eerst op het strand, dan in de branding en dan achter de branding”, zegt hij. “Ook hier zal het stap voor stap gaan. Ik denk dat je eerst kleinschalige uitbreidingen van steden zult zien op bijvoorbeeld rivieren of in een baai. En later worden dat veel grotere structuren in open water.”

De Tweede Maasvlakte is een uitbreiding van de Rotterdamse haven die werd opgespoten in de zee.

Havenbedrijf Rotterdam N.V., Projectorganisatie Maasvlakte 2

Een van de grootste uitdagingen voor drijvende steden is wellicht niet de technische haalbaarheid, maar de financiering. Dat bouwen op water vooralsnog duur is, beaamt ook Waals. “We hopen een kostenslag te maken met het standaardiseren van onderdelen, die in massa gemaakt worden en overal ter wereld inzetbaar zijn”, zegt hij. “Ik kan me voorstellen dat zeker in dieper water drijven een aantrekkelijk alternatief wordt voor het opspuiten van land. Bijvoorbeeld een drijvend werkeiland voor het onderhoud van windturbines, die steeds verder op zee staan. En wie weet kunnen we de Rotterdamse haven uitbreiden met een drijvende derde Maasvlakte. Ook die optie bekijken we in ons project.”

ReactiesReageer