Naar de content

Wie plakt de etiketten op sterren en planeten?

De sterrennacht. Een schilderij van Vincent van Gogh.
De sterrennacht. Een schilderij van Vincent van Gogh.
Vincent van Gogh via publiek domein

Sterrennacht en Nachtwacht zijn vanaf afgelopen december de officiële namen voor een ster en planeet aan de noordelijke hemel. Ze kregen het etiket met de hulp van het Nederlandse publiek. Wie geeft de rest van de sterren een naam?

De sterrennacht. Een schilderij van Vincent van Gogh.

Het schilderij Sterrennacht van Vincent van Gogh uit 1889.

Vincent van Gogh via publiek domein

Sinds 17 december jongstleden is er een ster die Geluk heet, de vertaling van de officiële naam Gakyid in de taal van Bhutan. En ook de ster Koffie werd geregistreerd, althans het Ethiopische woord Buna. Er is zelfs een ster Franz waar planeet Sissi omheen draait. En het had niet veel gescheeld of er was een planeet geweest met de naam Nijntje.

In totaal werden er afgelopen maand ruim tweehonderd sterren en exoplaneten van een nieuwe naam voorzien. De Internationale Astronomische Unie (IAU) die zich onder andere bezighoudt met de naamgeving van astronomische objecten bestond honderd jaar en besloot het publiek van meer dan honderd landen de naam voor een ster en planeet te laten kiezen.

Nederland koos voor planeet Nijntje en ster Moederpluis. Toch durfde de verantwoordelijke commissie het niet aan om deze namen vast te leggen omdat het geregistreerde merknamen zijn. De keus viel toen op Sterrennacht en Nachtwacht, naar de twee bekende Nederlandse schilderijen, die vanaf nu officiële namen voor de ster HAT-P-6 en planeet HAT-P-6b zijn. De lijst van alle nieuwe ster- en planeetnamen is hier terug te vinden.

Impressie van de planeet Janssen die om de ster Copernicus draait. In 2015 mochten amateurastronomen in Nederland al namen voorstellen voor exoplaneten. In een internationale publieksstemming werden de volgende namen gekozen: Janssen (naar de Nederlandse brillenmaker Zacharias Janssen), Lipperhey (naar de Nederlandse uitvinder van de telescoop Hans Lipperhey) en Harriot (naar de Britse wetenschapper die als een van de eersten een telescoop gebruikte voor astronomische waarnemingen).

U. Texas/NSF/NASA via publiek domein

Leuk zo’n publiekswedstrijd, maar het schiet natuurlijk niet op. Er zijn nog ontelbare sterren, planeten, kometen, rotsblokken, kraters en sterrenstelsels die naamloos door het leven gaan, of het moeten doen met slechts een nummertje. Hoe zijn de astronomische namen in het verleden ontstaan en wie bepaalt ze in de toekomst? En hebben sterren eigenlijk wel een naam nodig?

Catalogussen

Vroeger was het overzichtelijk, toen er in het Oude Griekenland en bij de Romeinen maar een handjevol planeten bekend was. De huidige planeetnamen stammen uit die tijd. Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus zijn namen voor Romeinse goden. De later ontdekte planeten, Uranus en Neptunus in de 18e en 19e eeuw, zijn ook vernoemd naar respectievelijk een Griekse en Romeinse god. De naam aarde is een wat vreemde eend in de bijt en is veel ouder, het betekent grond.

Slechts een klein deel van de duizenden zichtbare sterren kreeg in de loop van de geschiedenis een naam. Van de namen die nu nog in gebruik zijn – zoals Sirius, Wega of Betelgeuse – hebben de meeste een oorsprong in het Grieks, Latijn of Arabisch.

Met het groeiende aantal astronomen die de hemelen bestudeerden kwam de behoefte voor een systematische aanpak. Er ontstonden verschillende naamsystemen, zoals de Bayer-aanduiding van de Duitse astronoom Johannes Bayer. Hij legde in 1603 ruim 1500 sterren vast door een Griekse of Latijnse letter te combineren met het sterrenbeeld waar de ster in staat. De ster Aldebaran is zo ook α Tauri, wat de helderste ster in het sterrenbeeld stier betekent.

Ook van de Britse astronoom John Flamsteed werd in 1725 (na zijn dood) een catalogus gepubliceerd waarin een ster op een vergelijkbare manier een nummer in combinatie met een sterrenbeeld kreeg. Er zijn meer (en obscuurdere) catalogussen die allemaal naast elkaar bestaan. Zo kan het dat de ster Betelgeuse ook α Orionis, HR 2061, BD +7 1055, HD 39801, SAO 113271 en PPM 149643 heet.

Stercluster Messier 15. Minder heldere sterren moeten het vaak doen met een paar letters gecombineerd met een lang nummer, bijvoorbeeld de coördinaten aan de sterrenhemel.

NASA/ESA

Wildgroei

Zeven verschillende namen voor één ster is niet zo handig. Om het nóg onduidelijker te maken, is er voor de bekendste sterren met een uitspreekbare naam een wildgroei aan spellingen ontstaan. Astronomen die het onderzochten vonden bijvoorbeeld meer dan dertig verschillende spellingen voor de ster Fomalhaut. Om dat recht te trekken besloot de IAU in 2016 een speciale werkgroep op te tuigen om een eenduidige spelling te creëren.

Astronoom van de Amerikaanse University of Rochester Eric Mamajek is voorzitter van die werkgroep en zegt dat er nu voor het eerst internationaal ‘beleid’ is voor de namen voor sterren en de bijbehorende planeten. “Voor namen van manen in ons zonnestelsel, planetoïden of kraters op de maan zijn astronomen binnen de IAU het de afgelopen eeuw eens geworden. Sinds we aan de lopende band exoplaneten ontdekken werd de behoefte voor eenduidige namen groter.”

Een silhouette van een persoon staat op een rots en kijkt omhoog naar de melkachtige omgeving.

“Er waren twee sterren die Gienah heette”, zegt astronoom Eric Mamajek. “Die naam is afkomstig van een oude Arabische vertaling van het woord ‘vleugel’. Niet toevallig zaten deze sterren in de vleugel van twee verschillende sterrenbeelden, zwaan en kraai. We hebben het opgelost door de minst bekende ster de moderne Arabische naam voor ‘vleugel’ te geven: Aljanah.”

Unsplash.com by Greg Rakozy via CC0

Maar welke naam of spelling kies je dan? De werkgroep heeft geprobeerd om sternamen uit verschillende culturen te gebruiken, aldus Mamajek. “Dat was niet altijd makkelijk. Van veel culturen was het lastig om literatuur te vinden over hun astronomische tradities”, zegt hij. “Een ander punt is dat sommige culturen alleen (delen van) sterrenbeelden benoemen en niet afzonderlijke sterren. Er zijn heel weinig culturen met veel sternamen, en juist veel culturen met weinig sternamen. Keer op keer kregen de helderste sterren een naam.”

Sommige sterren hebben dus meerdere namen, of andersom, sommige namen worden voor verschillende sterren gebruikt. In principe was de naam die het meest gebruikt werd door de internationale astronomische gemeenschap leidend. Bij het gebruik van dezelfde naam voor meerdere sterren greep de werkgroep in.

In 2018 publiceerde de werkgroep een lijst met de officiële schrijfwijzen voor 336 sterren. Mamajek laat weten dat de werkgroep dit jaar opnieuw gaat werken aan een uitbreiding van de lijst. “Overigens betekent het niet dat we bestaande alternatieve namen verbieden, iedereen is natuurlijk vrij om de sterren te noemen zoals hij of zij wil. We erkennen alternatieve sternamen als werelderfgoed”, zegt Mamajek. “We proberen in ieder geval de internationale astronomische gemeenschap aan te moedigen deze sternamen te gebruiken. Iets vergelijkbaars gebeurde een eeuw geleden met sterrenbeelden.”

Sterren en planeten te koop

Vereeuwig jouw naam voor altijd in de sterren! The brightest gift in the galaxy! Verschillende bedrijven bieden je op internet de mogelijkheid om een ster een door jouw gekozen naam te geven. Standaardpaketten (inclusief elektronisch certificaat) beginnen vanaf pakweg twintig dollar. Voor een papieren certificaat, een gegraveerd metalen naamplaatje of de aankoop van een dubbelster (‘aangeraden voor koppels’) tast je dieper in de buidel met prijzen tussen de honderd en tweehonderd dollar.

De Internationale Astronomische Unie accepteert deze gekochte namen in geen geval (sommige bedrijven vermelden dat expliciet), ze keuren de praktijk zelfs af. Je koopt alleen maar ‘een erg duur stukje papier’ staat er op de website van de IAU te lezen. Dat zal de verkopers (en wellicht ook kopers) weinig deren. Een website claimt in twintig jaar tijd zo’n 150.000 namen te hebben verkocht.

Charon (links) en Pluto.

NASA

Kleiner grut

Dan nog even terug naar ons eigen zonnestelsel. Ook hier zijn nog genoeg namen te verdelen. Planeten worden er waarschijnlijk niet (veel) meer ontdekt, maar er zijn waarschijnlijk nog voldoende zogenoemde dwergplaneten, vooral in de buitenste regionen van het zonnestelsel. Sinds 2006 is Pluto het bekendste lid van deze groep.

De ontdekker van een (dwerg)planeet of maan mag een naam voorstellen, maar er zijn regels. Zo moet een dwergplaneet naar een mythologisch figuur of god worden vernoemd. Vernoeming naar bijvoorbeeld een geliefde is niet toegestaan. Daar kwam de ontdekker van de grootste maan van Pluto – Charon – goed weg toen bleek dat hij zijn vrouw, Charlene, kon eren met de mythologische naam Charon. Naar de veerman die de doden over de rivier Stix naar de onderwereld brengt.

Komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko die in 2014 werd bezocht door ruimtesonde Rosetta.

Europese ruimtevaart organisatie (ESA)

Ook de nóg kleinere onderdelen van ons zonnestelsel krijgen namen. Planetoïden zijn brokken van ijs en steen tussen de pakweg een meter en duizend kilometer groot. Daar zijn er nu zo’n 800 duizend van bekend, de meeste in een baan om de zon tussen Mars en Jupiter. Van zo’n 550 duizend planetoïden is de baan precies bekend: een voorwaarde om een officieel ‘nummer’ te krijgen en een naamprocedure te kunnen starten.

De ontdekker van de planetoïde krijgt een uitnodiging om een naamsuggestie te doen. Deze heeft daarvoor tien jaar de tijd. De suggestie wordt vervolgens door de IAU beoordeeld en eventueel toegekend. Van de half miljoen goed bekende planetoïden hebben er zo’n 22 duizend een officiële naam. Daarbij zitten ook een paar honderd planetoïden met ‘Nederlandse’ namen. De meeste van die planetoïden zijn ontdekt door de Nederlandse astronomen Cees en Ingrid van Houten.

Tot slot zijn er de kometen, die van planetoïden verschillen omdat ze een lange staart van gas achter zich aan slepen. Ook de naamprocedure verschilt. De komeet krijgt de naam van de eerste twee ontdekkers (de kans is groot dat een komeet onafhankelijk door meerdere waarnemers wordt gespot). Daarnaast wordt er een nummer en lettercode toegekend die overeenkomt met het jaar en de maand van ontdekking.

De ontdekker van een planetoïde is in principe vrij om een naam te bedenken. Voor bepaalde klassen planetoïden zijn extra regels. Planetoïden die dichtbij de aarde komen hebben doorgaans ‘mythologische namen’. Planetoïden die in de baan van Jupiter draaien moeten vernoemd zijn naar helden uit de Trojaanse oorlog. Planetoïden in de buurt van Uranus krijgen namen geassocieerd met de onderwereld. Verder moeten namen: maximaal zestien tekens lang zijn, bij voorkeur een woord zijn, uitspreekbaar zijn in een taal, niet-beledigend zijn, niet lijken op bestaande namen, niet geassocieerd zijn met politieke of militaire activiteiten van de laatste eeuw. Namen van huisdieren wordt expliciet afgeraden en commerciële namen zijn verboden.

Inspraak

Zo worden er gestaag namen uitgedeeld, maar er zijn nog talloze astronomische objecten zonder naam. De Melkweg heeft op papier al genoeg sterren om iedere aardbewoner tientallen sterren te kunnen ‘geven’. Kunnen we het geven van namen democratiseren zoals dat bij Sterrennacht en Nachtwacht het geval is?

Ans Hekkenberg vindt dat wel een goed idee. Ze is redacteur bij het tijdschrift New Scientist en was als jurylid betrokken bij de recente publiekscampagne van de IAU. “De sterrenhemel is van iedereen en inspraak lijkt mij daarom goed”, zegt ze. “Ik betwijfel overigens of zo’n procedure haalbaar is voor alles dat we vinden. Dat wordt een gigantische klus. En een beetje controle lijkt me handig. Van de 6100 Nederlandse inzendingen voor de campagne moesten wij tachtig procent meteen ongeldig verklaren omdat ze niet aan de criteria voldeden.”

Hebben alle sterren eigenlijk wel een naam nodig? De meeste zijn niet eens met het blote oog te zien vanaf de aarde. “Als ik ergens een lezing geef dan hoor ik mensen wel een zeggen dat ze het vreemd vinden dat er achter die getalletjes hele werelden schuilgaan. Ik ben het ermee eens dat wanneer je iets wil leren en overbrengen over zo’n plek het beter is dat het een echte naam heeft”, zegt Mamajek. “Ik geloof dat dit vanzelf gaat. Stel we vinden een planeet met leven, dan weet ik zeker dat deze plek binnen de kortste keer een naam heeft die beklijft.”

Bronnen
ReactiesReageer