Naar de content

Wereldwijd zijn er steeds minder natuurbranden

maar de verschillen per regio zijn groot

Skeeze, CC0 via Pixabay

Krijgen we steeds meer met natuurbranden te maken? Het scheelt nogal per gebied, blijkt uit nieuw onderzoek. Gemiddeld neemt het aantal branden af, vooral door veranderingen in het landgebruik door de mens.

Het bosbrandennieuws hield de afgelopen weken maar niet op. Eerst was er de enorme brand die Portugal teisterde, met ruim zestig doden tot gevolg. Daarna volgde er een in Zuid-Spanje, waarbij zo’n tweeduizend mensen geëvacueerd moesten worden. Nog dichterbij stond intussen een veengebied bij het Brabantse Liessel in lichterlaaie. De vraag die hierbij telkens weer gesteld werd: krijgen we steeds vaker met dit soort branden te maken?

Dat ligt er aan in welk gebied je bent, blijkt nu uit twee nieuwe wetenschappelijke artikelen, die toevallig allebei deze week verschenen.

In juni kostte een bosbrand in Portugal aan meer dan 60 mensen het leven

20minutes.es, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

Taiga of savanne

In de naaldbossen van Noord-Canada en Alaska breekt vaker brand uit dan vroeger, schreven klimaatwetenschappers dinsdag in het vakblad Nature Climate Change. “Meer dan negentig procent van de branden in dit gebied wordt veroorzaakt door de bliksem”, vertelt hoofdauteur Sander Veraverbeke van de Vrije Universiteit Amsterdam, “en met de opwarming van de aarde neemt de hoeveelheid onweer en dus ook bliksemschichten toe.”

In de savannes en tropische bossen is dit anders. Hier wordt het overgrote merendeel van de branden veroorzaakt door de mens. Die steekt natuur in brand om bosgebied in landbouwgebied te veranderen, of om savannes vruchtbaar en toegankelijk te houden. Nu het landgebruik verandert neemt de hoeveelheid branden in deze gebieden juist af, schrijven klimaatonderzoekers vandaag in Science.

Omdat de meeste branden plaatsvinden in de savannes, drukt de afname van branden in deze regio een grote stempel op het totaal. Wereldwijd is het landoppervlak dat afbrandde in de periode van 1998 tot 2015 met ongeveer 25 procent afgenomen, concludeerden de wetenschappers uit een analyse van satellietbeelden uit die periode. Het areaal dat jaarlijks aan de vlammen ten prooi valt is daarmee zo’n 1,2 miljoen vierkante kilometer kleiner geworden – een oppervlakte waar Nederland 30 keer in past.

Nomaden

“In savannes is het gebruik van vuur sterk verbonden aan de traditionele, semi-nomadische leefstijl”, vertelt NASA-onderzoeker Niels Andela, die het _Science_-onderzoek leidde. Mensen brandden regelmatig stukken land af, om het vruchtbaar en toegankelijk te maken. In de loop der tijd vestigden steeds meer mensen zich echter in vaste nederzettingen. “En als je eenmaal geïnvesteerd hebt in huizen en gewassen, dan wil je geen brand meer”, zegt Andela.

Tegenwoordig gaat zo’n 1,2 miljoen vierkante kilometer minder landoppervlak in vlammen op dan een kleine 20 jaar geleden.

Center of Environmental Monitoring and Fire Maganement, Federal University of Tocantins, Brazil

Daarnaast is er tegenwoordig meer vee, dat het meest brandbare gras op eet. En mocht er toch een brand uitbreken, dan zorgt het gefragmenteerde landschap van de savannes er voor dat het zich minder ver verspreidt dan voorheen.

Ook in de tropische bossen van Zuid-Amerika nam het aantal branden sterk af, zegt Andela. Met name in Brazilië is de ontbossing sterk afgenomen, waarbij bomen en struiken worden omgehakt en verbrand om land vrij te maken voor de landbouw.

Bliksem

In de naaldbossen in het hoge noorden, waar de mens zich nauwelijks mee bemoeit, is het aantal branden vooral afhankelijk van het klimaat. Hier komen dan ook juist steeds meer bosbranden voor, bleek uit gegevens over bliksem, bosbranden, klimaat en vegetatie, die verzameld werden met behulp van satellietbeelden en een netwerk van bliksemdetectoren aan de grond.

De hoeveelheid bosbranden door een blikseminslag is in Canada en Alaska is sinds 1975 met twee tot vijf procent per jaar gestegen, en de verwachting is dat die trend zich doorzet. Bovendien kruipen de branden steeds verder naar het noorden. “Richting de toendra”, zegt Veraverbeke, “waar grote delen van de bodem nu nog permanent bevroren zijn.”

Gevolgen voor het klimaat

Als de noordelijke bosbranden de toendra bereiken en de bevroren bodem (permafrost) daar ontdooit, kunnen er broeikasgassen ontsnappen. In de permafrost zit vooral veel methaan opgesloten, een broeikasgas dat sterker is dan CO2. “En dan kan je een kettingreactie tegemoet zien”, zegt Veraverbeke. “De broeikasgassen uit de permafrost dragen bij aan de opwarming, de opwarming veroorzaakt extra onweer, en het onweer leidt weer tot nog meer bosbranden.”

Hoe de afname van branden rond de evenaar het klimaat beïnvloedt is lastiger vast te stellen. Minder brand betekent weliswaar minder CO2-uitstoot, maar waar brand geweest is zullen weer nieuwe planten gaan groeien die juist CO2 opnemen. Bovendien levert minder brand ook minder roetdeeltjes op, die het zonlicht reflecteren en daarmee de opwarming van de aarde temperen.

De meeste klimaatmodellen houden geen rekening met landbeheer, vertelt Guido van der Werf, klimaatwetenschapper aan de Vrije Universiteit Amsterdam, die aan de wereldwijde studie meewerkte. “Daarin voorspelt men de hoeveelheid natuurbranden doorgaans alleen op basis van het klimaat.” In de noordelijke naaldbossen zal dat ook de beste aanpak zijn, denkt hij. “Maar wij laten zien dat in de tropen de menselijk invloed een belangrijkere factor is.”

De Eucalyptusbomen in de Portugese bossen zijn prima brandhout. Beter bosbeheer kan helpen het brandgevaar te beperken. (Foto van Madeira, mei 2011)

anagh, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

Europa

De wereld – best belangrijk. Maar wat zeggen de nieuwe studies over ons eigen Europa?

Bijna niks, zegt Mart-Jan Schelhaas, bos– en landschapsecoloog bij Wageningen Research en gespecialiseerd in Europese bosbranden, die zelf overigens niet aan de publicaties van deze week meewerkte. “De hoeveelheid branden in Europa is op wereldschaal bijna verwaarloosbaar en zie je dus niet terug in de kaarten en tabellen van het wereldwijde onderzoek.”

Ook in het bliksemonderzoek kwam Europa niet voor. “Maar in de gematigde en mediterrane klimaatzones van Europa wordt in de toekomst ook meer onweer verwacht”, zegt Veraverbeke desgevraagd. De meeste branden in Europa zijn – al dan niet per ongeluk – aangestoken dor de mens. Toch zal de combinatie van meer bliksem, meer droogte en hogere temperaturen waarschijnlijk ook hier meer bosbranden opleveren, denkt Veraverbeke.

Schelhaas noemt de twee genoemde publicaties die deze week uitkwamen overtuigend, gedegen en relevant. “Qua landgebruik speelt in Zuid-Europa eigenlijk precies het tegenovergestelde van wat er in de savannes gebeurt”, merkt hij op. “In Portugal bijvoorbeeld, hebben we te maken met ontvolking en een reductie in de hoeveelheid landbouwgrond. Dat draagt ook bij aan het bosbrandgevaar.”

Eén van de oplossingen om in Europa brandgevaar tegen te gaan is een beter bosbeheer, vindt Schelhaas dan ook. “Maar goed, dat is vaak makkelijker gezegd dan gedaan.”

Bronnen
  • Veraverbeke e.a., Lightning as a major driver of recent large fire years in North American boreal forests, Nature Climate Change (2017), doi:10.1038/nclimate3329
ReactiesReageer