Naar de content

Weg met de dode pannenkoek

Zenuwreconstructie geeft patiënt gevoel in borst terug

National Cancer Institute

Bij het voorkomen of behandelen van borstkanker is het nogal eens nodig om één of beide borsten te amputeren. Patiënten kunnen daarna kiezen voor een borstreconstructie, met een prothese of lichaamseigen weefsel. Een reconstructie met lichaamseigen weefsel oogt natuurlijker, maar voor de patiënt mist er vaak toch nog iets: het gevoel. Chirurgen van Maastricht UMC+ geven patiënten dat gevoel nu terug.

31 maart 2015

De behandeling is mogelijk dankzij een goede samenwerking tussen de oncologisch chirurgen en de plastisch chirurgen van het ziekenhuis. De operatie wordt namelijk in één keer uitgevoerd. De behandelend oncologisch chirurg verwijdert de aangetaste borst(en) en legt daarbij ook de zenuwuiteinden bloot. Vervolgens begint de plastisch chirurg, als de patiënt dat wenst, met een borstreconstructie.

Borstreconstructie van de linker borst met eigen weefsel. Een tepelreconstructie wordt in een later stadium apart uitgevoerd.

BMC Cancer

“Bij de reconstructie transplanteren we weefsel, meestal vanuit de buik, naar de romp”, vertelt plastisch chirurg Stefania Tuinder. “Als we buikweefsel verwijderen nemen we de zenuwen mee en hechten deze in de borst. De patiënt krijgt dan na vijf tot acht maanden weer een beetje gevoel in de borst, bijvoorbeeld bij aanraking.”

Het Maastricht UMC+ is het eerste ziekenhuis in Nederland dat deze zenuwreconstructie aanbiedt. In de Verenigde Staten gebeurt dat al langer. Aldona Spiegel, plastisch chirurg in het Methodist Hospital in Houston, toonde aan dat bij veel patiënten het gevoel terugkomt (al is dat bij de één meer dan bij de ander) en dat dit als prettig wordt ervaren.

Verdoving

Vooral dat laatste punt is voor Tuinder van belang. “In het begin geloofde ik zelf niet zo in deze aanpak. Ik ging het doen omdat het voor mij maar twintig tot dertig minuten extra werk is en het voor de patiënten geen extra belasting oplevert. Ik zag het als een extraatje.”

Dat inzicht veranderde toen ze de reacties van patiënten hoorde. “Een paar maanden na de eigenlijke borstreconstructie volgt nog een tepelreconstructie”, vertelt ze. “Normaal doen we dat zonder verdoving, want je opereert op dood weefsel. Maar na een zenuwreconstructie zeiden sommige patiënten ineens tegen mij: ‘hé, ik heb pijn. Ik wil wel verdoving’. Ook heb ik al een paar keer gehoord: ‘weet u, ik heb geen dode pannenkoek op mijn romp, ik heb een borst’. Dat vind ik een indrukwekkende uitspraak en het maakt het uitvoeren van de operatie de moeite waard.”

Voor een chirurg is het meenemen van de zenuwen twintig tot dertig minuten extra werk, maar voor patiënten is dat extraatje echt een pluspunt.

Linda Bartlett, Wikimedia Commons

Op aanvraag

Technisch gezien zijn er in Nederland meer chirurgen die een zenuwreconstructie uit kunnen voeren. Maar er wordt in veel ziekenhuizen niet veel aandacht aan besteed, omdat het praktisch nogal wat voeten in aarde heeft. De patiënt moet klaar zijn met behandelingen, zoals bestraling, en de oncologisch chirurg en de plastisch chirurg moeten samen de reconstructie in één operatie uitvoeren. Als de zenuwen niet meegenomen hoeven te worden, verwijdert de oncologisch chirurg de borst en reconstrueert de plastisch chirurg deze in een later stadium.

Tuinder voert de zenuwreconstructie uit op aanvraag. “Van patiënten waarbij amputatie noodzakelijk is, kiest uiteindelijk maar 21 procent voor een borstreconstructie. Dat is onder andere afhankelijk van de leeftijd en het stadium van de ziekte”, legt ze uit. In Maastricht voeren chirurgen iedere week bij drie of vier patiënten een reconstructie met lichaamseigen weefsel uit. Bij ongeveer een kwart van die patiënten worden ook de zenuwen meegenomen. Tuinder: “We hopen dat, nu we het gevoel terug kunnen brengen, uiteindelijk meer mensen voor borstreconstructie gaan kiezen.”

ReactiesReageer