Het kabinet kwam recent met een wetsvoorstel, waarin staat dat scholen ernstig pestgedrag voortaan moeten melden bij de inspectie en een speciale coördinator moeten aanstellen.
De kans is best groot dat jij vroeger gepest bent of gepest hebt. Dat komt voor een groot deel doordat dit evolutionaire voordelen heeft, zoals het verstevigen van je plek in een groep: je maakt jezelf populair, door anderen uit te sluiten. Het is daarmee ‘aangeboren gedrag’, weet wetenschapper en anti-pestexpert Tessa Kaufman (Universiteit Utrecht). Dat maakt ook dat het aanpakken van pesten zo lastig is. Is het nieuwe wetsvoorstel een stap in de juiste richting?
RTL Nieuws meldde dat het aantal meldingen van pesterijen en de ernst van incidenten toenemen. Hoe komt dat volgens jou?
“Twintig jaar geleden werd er ook al heftig gepest, bijvoorbeeld door fysiek geweld in de klas. Maar helaas is pesten tegenwoordig makkelijker. Internet speelt daarin een grote rol. Vroeger kon je thuis nog ontsnappen aan wat er op school gebeurde. Je deed de deur dicht en had even rust. Nu gaat het online pesten gewoon door – via sociale media, WhatsApp of anonieme chatrooms. Het is non-stop, je kunt er als kind nauwelijks aan ontsnappen. Wat het extra schrijnend maakt, is dat online pesten niet vervaagt. Als iets eenmaal online staat, blijft het bestaan. Denk aan het verspreiden van naaktfoto’s: dat wordt niet alleen door drie klasgenoten gezien, maar kan letterlijk door de hele wereld worden bekeken. Die impact is enorm.”

Tessa Kaufman.
Tessa Posthuma de Boer voor Faces of ScienceIn het wetsvoorstel staat dat scholen voortaan ernstig pestgedrag zouden moeten melden bij de inspectie. Hoe kijk jij aan tegen die oplossing?
“Ik vind het positief dat er meer aandacht komt voor de rol van scholen. Maar het roept ook veel vragen op. Wie bepaalt wat 'ernstig' is? Wat wordt er precies gemeten, en hoe? Het verplicht stellen van een vertrouwenspersoon op school is een goed idee, maar dan moet dat ook goed worden uitgewerkt. Wie moet die persoon zijn? Welke opleiding heeft die nodig? Is daar geld voor beschikbaar? Nu wordt er wel gezegd dat scholen pestgedrag moeten stoppen, maar er wordt te weinig geïnvesteerd in kennis over hoe je dat eigenlijk moet aanpakken. Het maakt scholen handelingsverlegen: ze willen wel iets doen, maar weten niet precies wat.”
Wat zou een alternatief kunnen zijn voor het wetsvoorstel?
“Er zijn programma’s die wetenschappelijk onderbouwd zijn en echt werken. Maar ze worden niet automatisch opgenomen in de opleidingen voor docenten. Ik zie dat docenten vaak tijdens nascholingen of congressen voor het eerst horen hoe complex pesten is. Velen zijn echt verrast over hoe diep dit probleem gaat. Dat geeft aan dat er weinig aandacht voor is binnen lerarenopleidingen. Het tegengaan van pesten mag een structurelere plek in het curriculum krijgen. Daarnaast ben ik voor het financieren van programma’s voor scholen en onderzoek hiernaar. Dat werkt beter dan scholen op de vingers tikken, want het zit ‘m vaak niet in onwil, maar in onmacht en gebrek aan kennis en middelen.”
Denk je dat het wetsvoorstel gaat werken?
“Verplichte monitoring en melding bij de inspectie kunnen helpen om problemen in beeld te brengen. Het wetsvoorstel kan nuttig zijn in de zin dat het scholen aanzet tot actie. Maar het lost het probleem niet op. Je kunt iets melden, maar de vraag is: wat gebeurt er daarna? Er moet veel meer worden geïnvesteerd in preventie. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is waardevol, maar alleen als daar een goed plan achter zit: met opleiding, ondersteuning, financiering en duidelijke verantwoordelijkheden.”
Middelbare scholen zijn, door de komst van internet, moeilijker te navigeren dan twintig jaar geleden. Wat kunnen we daar tegen doen?
“Social media zorgt ervoor dat er altijd een publiek is. Dingen verspreiden zich razendsnel, er is constante sociale druk. Wat offline begint, kan online een eigen leven gaan leiden – met veel grotere impact. Wat daarom echt zou helpen, is als mediawijsheid en online omgangsvormen veel duidelijker in het curriculum worden opgenomen. Leerlingen moeten weten wat de impact is van hun gedrag online, wat wel en niet strafbaar is, en hoe je met elkaar omgaat.”