Bij goed bestuur denk je misschien aan ministers of grote vergaderingen. Maar wat is ‘goed bestuur’ als iedereen elkaar kent, je buren je collega’s zijn en beleid voelbaar is in het dagelijks leven?
Op het eerste gezicht lijken kleine eilanden ideaal voor samenwerking. Iedereen kent elkaar, de afstanden zijn kort en de lijnen lijken overzichtelijk. Maar toch blijkt uit onderzoek, en uit mijn eigen veldwerk, dat samenwerking op kleine schaal vaak juist ook ingewikkeld is. Er zijn spanningen tussen organisaties, oude conflicten blijven doorspelen of er is onduidelijkheid over wie welke rol heeft. Juist omdat alles zo dichtbij is, liggen misverstanden soms extra gevoelig. Bestuur op eilanden is daardoor niet per se eenvoudiger, maar wel anders, en vaak net zo complex als in grotere samenlevingen.
Autonoom land
In mijn onderzoek vergelijk ik Aruba en Bonaire omdat ze, ondanks hun geografische nabijheid, sterk verschillen in politieke status en in de rol die Nederland speelt in hun bestuur. Aruba is sinds 1986 een autonoom land binnen het Koninkrijk. Dat betekent dat Aruba een eigen regering en parlement heeft, en zelf verantwoordelijk is voor beleidsterreinen zoals onderwijs, zorg en economie.

Aruba is sinds 1986 een autonoom land binnen het Koninkrijk.
FreepikMaar dat betekent niet dat Nederland geen rol speelt. Via het Statuut zijn koninklijke aangelegenheden zoals defensie, nationaliteit en buitenlandse betrekkingen een gedeelde verantwoordelijkheid. Daarnaast oefent Nederland ook invloed uit via financiële afspraken en toezicht, bijvoorbeeld wanneer de Rijksministerraad ingrijpt bij zorgen over begroting of bestuur.
Bijzondere gemeente
Bonaire daarentegen is sinds 2010 een bijzondere gemeente van Nederland. De Rijksoverheid is hier wel direct betrokken, bijvoorbeeld via ministeries en uitvoeringsorganisaties. Daardoor gelden er op Bonaire Nederlandse wetten en structuren, al is dat soms lastig te combineren met de lokale context.
Voor mij als bestuurskundige is dit een unieke kans: hoe beïnvloeden zulke verschillen in bestuursvorm en machtsverdeling de manier waarop maatschappelijke organisaties publieke waarde creëren.
In plaats van alleen naar de overheid te kijken, richt ik me op wat er gebeurt tussen maatschappelijke organisaties en de gemeenschap. Juist in dat spanningsveld gebeurt vaak het meeste. Op Bonaire zie ik hoe kleine zorgorganisaties een grote rol spelen in de ouderenzorg. Niet met grootschalige instellingen, maar via persoonlijke initiatieven: medewerkers kennen hun cliënten bij naam, familie wordt actief betrokken en er is oog voor cultuur en taal. Zorg draait hier niet alleen om behandeling, maar ook om verbondenheid en waardigheid.

Op Bonaire zie ik hoe kleine zorgorganisaties een grote rol spelen in de ouderenzorg.
FreepikOp Aruba zijn er welzijnsorganisaties die zich inzetten voor vrouwen en jongeren. Ze bieden meer dan hulp. Denk aan programma’s waar moeders leren grenzen te stellen of jongeren zich uiten via muziek of theater. Deze initiatieven bouwen aan veerkracht, een kern van publieke waarde. Wat opvalt, is dat publieke waarde vaak ontstaat in de ruimte tussen formele systemen en de lokale realiteit. Als organisaties begrijpen wat er echt speelt, kunnen ze inspelen op wat nodig is, niet van bovenaf opgelegd, maar samen vormgegeven.
Samen verder
In de eerste weken van mijn veldwerk leerde ik al snel: samenwerken op een eiland vraagt om improvisatie, creativiteit en vertrouwen. Niet alles loopt vlekkeloos, maar er zit kracht in hoe mensen, ondanks verschillen, manieren vinden om tóch samen verder te komen.
En dat zette me aan het denken: hoe doen wij dat binnen het Koninkrijk? We delen een geschiedenis, maar leven in totaal verschillende contexten, met uiteenlopende bestuursvormen, talen en culturen. Wat betekent samenwerking dan nog, als je zo verschillend bent?
Misschien begint het simpelweg met elkaar leren kennen. Niet alleen via beleid en structuren, maar ook via verhalen, ervaringen en open gesprekken. Of je nu op Aruba, Bonaire of in Nederland woont, de vraag blijft hetzelfde: hoe zorgen we samen voor een samenleving die voor iedereen werkt?