Naar de content

Waarom wilde natuur niet meer bestaat

Recensie van ‘Waarom wilde natuur niet meer bestaat’ van Emma Marris

Een close-up van een wolvenkop.
Een close-up van een wolvenkop.
Wikimedia Commons by CC0

De band tussen mens en natuur is intiem én complex, zo laat Emma Marris zien in haar boek ‘Waarom wilde natuur niet meer bestaat’. De milieuactiviste daagt de lezer uit anders te kijken naar natuurbehoud en onze plaats in de natuurlijke wereld.

In 2015 keerde de eerste wolf terug in Nederland, na afwezigheid van meer dan een eeuw. De wolf haalde de krantenkoppen toen hij vanuit Duitsland naar Nederland overstak en op camera werd vastgelegd. Ondanks de bezorgdheid van sommige boeren en jagers, verwelkomden veel mensen in Nederland de terugkeer van de wolf en zagen ze hem als een teken van een gezond en divers ecosysteem. De terugkeer van de wolf leidde ook tot discussies over de beste manier om dit roofdier te beheren en te beschermen. De behoefte aan doordachte discussies over het behoud en beheer van wilde dieren wordt benadrukt in het boek ‘Waarom wilde natuur niet meer bestaat’ van Emma Marris. Emma Marris is een Amerikaanse milieuactiviste en journaliste, en haar prikkelende ideeën zijn een wake-up call voor iedereen die geeft om de toekomst van onze planeet.

Een van de sterke punten van dit boek is de verbinding van persoonlijke anekdotes, wetenschappelijk onderzoek en historische context. Dit samen vormt een levendig beeld van de huidige uitdagingen op het gebied van natuurbehoud. Marris slaagt er goed in om de complexiteit van deze kwesties over te brengen. Ze laat zien hoe verschillende belanghebbenden tegenstrijdige doelen en waarden kunnen hebben en ze stelt de belangrijke vraag hoe wij ons moeten verhouden tegenover alles wat leeft.

Onderdeel van het ecosysteem

Marris gebruikt voorbeelden uit de praktijk om haar punten te illustreren, waaronder het tragische verhaal van de eerste wolvenroedel in Oregon na de herintroductie in 1995. De leider van deze roedel werd doodgeschoten, omdat hij en zijn roedelgenoten op vee jaagden. Net als momenteel in Nederland blijkt het beheer van de wolven ingewikkeld. Sommigen maken zich zorgen over de gevolgen van wolven voor de veestapel en de populaties van groot wild. Anderen pleiten juist voor het behoud van de wolven en hun rol in het ecosysteem.

Met dit voorbeeld benadrukt Marris in haar boek de noodzaak van het vinden van een betere manier om samen te leven met andere diersoorten. Ze benadrukt verder dat we milieuproblemen niet oplossen door onszelf naast de natuur te plaatsen, we maken er tenslotte onderdeel van uit. In plaats daarvan hebben we een betere relatie met de natuur nodig. Volgens haar zouden we het eens moeten worden over een nieuwe visie op natuurbehoud die de intieme band tussen mens en natuur erkent, en waar de mens gezien wordt als onderdeel van het ecosysteem.

Status

De voorbeelden maken ook duidelijk dat wij mensen momenteel beslissen over welke soorten mogen overleven en welke niet. De natuur en haar biodiversiteit beschermen is volgens Marris belangrijk, maar hoe zit het met individuele dieren met hun eigen wensen en behoeften? Het redden van een soort gaat vaak gepaard met het doden van andere dieren. In een poging om de Redonda Flicker en andere vogels op het eiland van Redonda in het Caribisch gebied te redden, hebben natuurbeschermers bijvoorbeeld een volledige rattenpopulatie uitgeroeid. En om een bedreigde karekiet op het Californische eiland San Clemente te beschermen zijn alle uitheemse geiten verwijderd. Is het wel onze taak om dat te doen?

Daarnaast laat Marris zien dat dieren verschillend worden behandeld op basis van hun soort, zeldzaamheid en status. Charismatische soorten, zoals tijgers of panda’s, krijgen vaak meer aandacht en geld dan bijvoorbeeld insecten. Kijk ook naar de Californische condor, een soort die op het punt stond uit te sterven als gevolg van het verlies van habitat, jacht en loodvergiftiging. Marris wijst op de culturele betekenis van de Californische condor voor inheemse Amerikaanse gemeenschappen, die de vogel zien als een symbool van kracht en macht. De inspanningen om de Californische condor te redden waren daarom niet alleen gericht op het redden van een soort, maar ook op het respecteren en behouden van het culturele erfgoed van de inheemse bevolking.

De Californische condor, een soort die op het punt stond uit te sterven als gevolg van het verlies van habitat, jacht en loodvergiftiging

Pixabay

Marris erkent het belang van de inspanningen voor het behoud van de condor en het belang van zijn terugkeer. Ze geeft echter ook aan dat het verhaal van de condors complex is. Dat heeft te maken met de ingewikkelde procedures voor het behoud van deze soort, zoals fokprogramma’s in gevangenschap en herintroductie in het wild. Bovendien roept dit verhaal ook vragen op over de omvang van ons ingrijpen in de natuur. Wat zijn de gevolgen van menselijk ingrijpen in de natuur, zowel bedoeld als onbedoeld? Moet de mens proberen ecosystemen in hun historische staat te herstellen of zich concentreren op het beheer in hun huidige staat?

In het boek komt verder naar voren dat Marris vindt dat we wilde dieren moeten zien als individuen met eigen persoonlijkheden, verlangens en behoeften. Ze onderbouwt dit met anekdotes over ratten die andere ratten in nood helpen, en over dolfijnen die gewonde soortgenoten op hun rug aan het wateroppervlak houden. Meer wetenschappelijke onderbouwing hiervan had haar pleidooi sterker gemaakt. Al met al is ‘Waarom wilde natuur niet meer bestaat’ een goed geschreven en boeiend boek dat waardevolle inzichten biedt in het lopende debat over het behoud van de wilde natuur.