Naar de content

Stikstof is de laatste maanden veel in het nieuws. Bouwprojecten liggen stil en boeren zijn boos. Een oplossing lijkt nog niet in zicht. Waarom is stikstof zo’n lastig probleem? NEMO Kennislink geeft antwoord op de vijf belangrijkste vragen over stikstof.

Ontwikkelingen in de stikstofcrisis

mei 2019: De Raad van State verklaart het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ongeldig. Bouwprojecten liggen daardoor stil en boerenbedrijven kunnen niet uitbreiden.

juli 2019: Remkes wordt aangesteld als voorzitter van het Adviescollege Stikstofproblematiek.

september 2019: Eerste advies commissie; boeren uitkopen, ander veevoer en snelheid van 130 naar 100 km/h.

januari 2020: Advies luchtvaartsector; alleen groeien bij minder uitstoot.

mei 2020: Er komt een nieuwe wet stikstofreductie en natuurverbetering.

juni 2020: De commissie Remkes publiceert het slotadvies ‘Niet alles kan overal’

Sinds afgelopen mei is Nederland in de ban van stikstof. Bouwprojecten liggen stil en boerenbedrijven mogen niet uitbreiden. Dat komt doordat de Raad van State het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ongeldig heeft verklaard. Onder PAS konden bedrijven een vergunning krijgen voor stikstof uitstotende activiteiten als ze daarnaast toezegden maatregelen te nemen om de hoeveelheid stikstof in de omgeving te verminderen. Zo’n toezegging vooruitlopend op positieve resultaten van herstelmaatregelen is volgens de Raad van State in tegenspraak met Europese natuurwetgeving.

Ook de industrie draagt, op kleine schaal, bij aan het stikstofprobleem.

Pixabay, falco

Wat is stikstof en waar komt het vandaan?

Stikstof (N2) is een gas dat van nature in hoge concentraties voorkomt in de lucht. Stikstof zelf is niet schadelijk, maar sommige stikstofverbindingen zijn dit wel. De stikstofverbindingen die problemen veroorzaken zijn ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx). Ammoniak is voornamelijk afkomstig uit de landbouw, stikstofoxide van het wegverkeer en de industrie.

Uit modelberekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat de landbouw veruit het grootste aandeel levert van stikstofverbindingen die neerslaan in de natuur (46 procent). Daarna volgen het wegverkeer en huishoudens (beide met 6,1 procent), de industrie (1 procent), de bouw (0,6 procent) en de luchtvaart (0,1 procent). Opvallend is dat maar liefst 32 procent van de stikstof die neerslaat in de Nederlandse natuur afkomstig is uit het buitenland. Daar hebben wij dus geen invloed op.

Hoe komt stikstof in de natuur terecht?

Dat is afhankelijk van verschillende omstandigheden. De uitstoot (emissie) van stikstofverbindingen is in ieder geval nooit precies gelijk aan de hoeveelheid die neerslaat in de natuur (depositie).

Ammoniak verdampt uit (kunst)mest en komt zo in de lucht terecht. Stikstofoxide ontstaat bij allerlei verbrandingsprocessen en komt ook in de lucht terecht. De hoeveelheid stikstofverbindingen in de lucht heet de concentratie. De temperatuur en de hoeveelheid wind en neerslag bepalen uiteindelijk of deeltjes zich kilometers ver verplaatsen of vrijwel direct bij de bron neerslaan.

Stikstofverbindingen kunnen op twee manieren in de bodem terecht komen, namelijk via natte depositie en droge depositie. Bij natte depositie spoelen de stikstofdeeltjes met het regenwater mee de bodem in. Bij droge depositie nemen planten stikstofverbindingen direct op uit de lucht.

Wat zijn de gevolgen van te veel stikstof?

Een te hoge concentratie stikstofdeeltjes in de lucht is schadelijk voor de gezondheid van mens en dier. Stikstofoxide draagt bij aan de vorming van ozon en fijnstof. Dit kan luchtklachten veroorzaken, vooral bij mensen die al last hebben van longziekten zoals astma of de longziekte COPD. Ammoniak is giftig, maar alleen in hoge concentraties die in de buitenlucht nooit worden gehaald.

Door de depositie van stikstofverbindingen komt er meer stikstof beschikbaar in de bodem. Dat is fijn voor planten die veel stikstof nodig hebben, maar daardoor verdwijnen planten die maar heel weinig stikstof gebruiken. Weidevelden zijn een mooi voorbeeld. Als er veel stikstof is, raken deze velden overwoekerd met grassen en verdwijnen er zeldzame bloemplanten. Als er minder bloemen bloeien, heeft dit gevolgen voor allerlei soorten insecten. Insecten kunnen minder voedsel vinden, maar er is ook minder bestuiving waardoor andere dieren weer in problemen kunnen komen. Zo kan te veel stikstof een heel ecosysteem uit balans brengen.

De depositie van stikstofverbindingen draagt ook bij aan verzuring van de bodem. Daardoor spoelen andere voedingsstoffen, zoals calcium en magnesium, weg.

Hoeveel reductie is nodig in Nederland?

Op dit moment ligt de gemiddelde stikstofdepositie op 21 kilogram per hectare. Het RIVM meet op verschillende plaatsen in het land de concentraties van stikstofoxiden en ammoniak in de lucht en in het regenwater en berekent op basis daarvan hoeveel stikstof er op andere plekken neerslaat. Ook gebruikt het RIVM rekenmodellen om te voorspellen wat er met de concentratie stikstof gebeurt als er iets in de omgeving verandert.

Hoeveel stikstof een natuurgebied aankan, is erg afhankelijk van welke soorten er leven. Heide en vennen verdragen bijvoorbeeld veel minder stikstof dan bossen. Bij een gemiddelde stikstofdepositie van 14 kilogram per hectare zou een groot deel van de natuur weer gezond kunnen worden. Een afname van 7 kilogram per hectare klinkt misschien weinig, maar dat is het niet. Per hectare is al 8 kilogram stikstof afkomstig uit het buitenland. Als dat gelijk blijft, is er nog maar ruimte voor 6 kilogram per hectare stikstof uit eigen land. Dat betekent dat de uitstoot van stikstof met ruim 50 procent zal moeten dalen.

Een groep koeien in een stal die hooi eten.

Ammoniak komt vooral vrij als urine en poep zich mengen. Gescheiden afvoeren uit de stal zou een hoop uitstoot kunnen schelen.

Pxhere, CC0

Hoe gaan we de afname van stikstof voor elkaar krijgen?

Dat is de vraag waar het nu om draait. Provincies en de regering willen vooral maatregelen nemen in de landbouw. Op zich logisch, omdat daar de grootste uitstoot zit. Maar juist in de landbouw zijn in de loop der jaren al veel maatregelen genomen om de uitstoot terug te dringen. Boeren zijn boos, omdat het inkrimpen van de veestapel en sanering van bedrijven onvermijdelijk lijken. Maar is dat wel zo? Wetenschappers van Wageningen University & Research zien nog andere oplossingen. Ammoniak ontstaat vooral als urine en poep vermengd raken. Snel gescheiden afvoeren kan dus een goed alternatief zijn. Verder helpt het om mest te verdunnen met water, aan te zuren, te koelen of het mestoppervlak te verkleinen. Een andere oplossing zou kunnen zijn om minder stikstof aan te voeren via kunstmest en krachtvoer.

Bronnen:
ReactiesReageer