Bij een Alzheimerpatiënt heeft vergeten de overhand, terwijl een soldaat traumatische herinneringen maar wat graag zou wissen. Kennislink brengt verslag uit van de ‘Nacht van de Herinnering’, een lezing over ons geheugen van hoogleraar psychologie Douwe Draaisma (Rijksuniversiteit Groningen).
“We zullen het vanavond overwegend hebben over vergeten, de core business van ons geheugen. De afgelopen honderd jaar is er heel veel opgehelderd over het brein”, begint Douwe Draaisma zijn lezing tijdens ‘De nacht van de herinning in Nijmegen’. Hij is hoogleraar Geschiedenis van de Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. “We ontdekten dat het geheugen een containerbegrip is, want er zijn heel veel soorten geheugen. De vraag of je een goed geheugen hebt is dus eigenlijk onnozel. Beter is: wat heb je voor sóórt geheugen?”
Raadsels over vergeten
Draaisma weet ingewikkelde materie over geheugentypes luchtig te brengen en ondersteunt dit met pakkende voorbeelden. “Woordenschat is typisch voor het permanente geheugen. Even snel een telefoonnummer onthouden past weer in het straatje van je kortetermijngeheugen”, licht hij toe. “Maar als er zo veel soorten geheugen zijn, zijn er dan ook soorten vergeten? Waarom ben je bijvoorbeeld zo slecht in het onthouden van dromen? En waarom verdringen foto’s herinneringen? Probeer je maar eens voor te stellen hoe je ouders er tien jaar geleden uitzagen!”
Dan gaat Draaisma op de filosofische toer. “Waarom hebben we wél technieken om dingen te onthouden, maar niet om te vergeten? En is het eigenlijk wel wenselijk om te vergeten?” Onder het mom ‘intuïties van het geheugen’ zet Draaisma de zaal weer aan het denken. “Is je verleden een som van je herinneringen? En we gaan er vanuit dat de toekomst open ligt en ons verleden vast, maar is dat wel zo?”
Geheugenlaboratorium
Het is een spannende lezing. Met wendingen die soms verwarring zaaien, maar later weer keurig synchroon lopen met de rode draad. Zo vertelt Draaisma over zijn fascinatie voor een tv-programma van Caroline Tensen: “Kent u het programma ‘DNA onbekend?’” Volgens de formule is er altijd iemand die door een gerucht of een brief, of wat dan ook, het vermoeden heeft dat zijn of haar vader niet de biologische vader is. Er volgt DNA onderzoek waarvoor de vader die wordt geargwaand bloed heeft afgestaan. Caroline gaat vervolgens met de twijfelende zoon of dochter alle scenario’s af. Wat als hij wel de vader is? Wat als dit niet zo is? “Wat de uitslag ook is, er zijn altijd tranen!”
Dan komt de aap uit de mouw over Draaisma’s fascinatie: “Iedere aflevering is een soort geheugenlaboratorium. Een herinnering met een nieuwe duiding kan een compleet andere betekenis krijgen. Om een voorbeeld te geven; een vrouw beweert dat haar moeder vroeger vreemd ging met de bloemenman. Haar broer zweert dat ze dat nooit zou doen. Tót het moment dat hij zich herinnert dat hij altijd zo lang in de cabine van de vrachtwagen van de bloemenman mocht spelen als hij wilde, als hij langs kwam”, vertelt Draaisma. De herinnering van de broer aan de bloemenman krijgt door nieuwe informatie een heel andere betekenis. Ons geheugen ligt kennelijk niet zo vast als we denken.
Optelsom van herinneringen
De hoogleraar komt ook terug op de vraag of je geheugen een optelsom van herinneringen is: “Het verhaal van je leven bepaalt ook een deel van de herinneringen die in je leven figureren. Herinneringen geven een versie van je leven en dat kan altijd veranderen. Je geheugen is dus geen optelsom van herinneringen. Denk maar eens aan de zwart-wit televisie, die was er pas ná de kleuren TV”.
Draaisma haalt een paradoxale uitspraak aan van Marten Toonder, de schrijver en tekenaar van de Olivier B. Bommel-strips, die de ‘vloeibaarheid’ van herinneringen mooi weet te vatten: “Iets wat in je jeugd gebeurd is, is dikwijls het gevolg van een voorval op latere leeftijd.”
Deze paradox blijkt ook wetenschappelijk onderzocht. De hoogleraar vertelt over een onderzoek waarbij mannen van middelbare leeftijd dezelfde vragen krijgen voorgeschoteld als toen ze dertien jaar oud waren. De antwoorden die ze als volwassenen gaven bleken dertig jaar later verrassend vaak af te wijken. Bij de vraag ‘wie neemt in huis de meeste beslissingen’ kon vader bijvoorbeeld zomaar plaats hebben gemaakt voor moeder. Herinneringen kunnen blijkbaar door nieuwe informatie worden overschreven naarmate je ouder wordt.
Opzettelijk vergeten
Vergeten is niet altijd een manco. Er zijn mensen die dusdanig door hun verleden worden achtervolgd dat ze niet normaal meer kunnen functioneren. Denk aan soldaten met een oorlogstrauma. Draaisma vertelt over een controversiële ‘vergeetpil’ die tegenwoordig op de markt is. Deze pil heet Propranolol; een bètablokker die normaliter wordt gebruikt om je hartslag te vertragen en soms bij angststoornissen. “De vraag is of je mensen met een trauma hiermee kan helpen. Op dit moment duurt het vergeet-effect maar twintig minuten. Je zou de pil dan altijd bij de hand moeten hebben”, zegt Draaisma.
Een andere methode die veronderstelt in te werken op nare herinneringen is EMDR: eye movement desenzitation and reprocessing. Ook deze methode is controversiëel. Critici vinden dat er onvoldoende bewijs en begrip is om de methode veilig in te praktijk in te brengen. Voorstanders pleiten voor de methode omdat ‘het werkt’.
De theorie in een notendop: je kunt een nare associatie met een ervaring uit je verleden deels wissen door de emotionele lading die eraan vastzit los te koppelen. Dit gebeurt door de nare herinnering op te roepen en tegelijkertijd je ogen te laten bewegen door de vingers van de therapeut te volgen.
In dit filmpje komen Nederlandse deskundigen en patiënten aan het woord en zie je hoe EMDR werkt.
In Utrecht is ook veel onderzoek naar de methode gedaan door Marcel van den Hout en Iris Engelhard. Eén van hun bevindingen is dat EMDR het beste werkt als de afleiding niet te sterk is en niet te zwak is. Als je slecht kunt multitasken kan je meer van de techniek profiteren. “Ik vind dat nogal suggestief. Het is een soort vergeettherapie, waarbij pakweg éénderde is vergeten. De ervaring is dus eerder veranderd dan vergeten. De emotionele lading is niet meer wat het was”, zegt Draaisma. De vraag is überhaupt of je herinneringen opzettelijk moet willen wissen. Het vormt je ook tot wie je bent. Het laatste woord is er in ieder geval nog niet over gezegd.
Pakweg twee uur later is de lezing ten einde. Draaisma heeft in geuren en kleuren verteld over vergeten, onthouden en van alles daar tussenin. Zijn lezing heeft mijn begrip over het geheugen overschreven met stof die nog lang tot nadenken aanzet. En ik vermoed dat ik niet de enige ben.