Naar de content

Veluwe was in de prehistorie dichtbevolkt

Een veld met paarse bloemen in de mist.
Een veld met paarse bloemen in de mist.
Quentin Bourgeois, Universiteit Leiden

Er zijn honderden nieuwe grafheuvels op de Veluwe ontdekt, met behulp van nieuwe luchtopnames. Dit maakt de Veluwe een van de drukste gebieden van Europa tijdens de prehistorie.

Migranten vanuit het Russische steppegebied kwamen in het derde millennium voor Christus in grote getale naar het westen. Zij begroeven hun doden in grafheuvels van aarde, die in kilometerslange rechte lijnen naast elkaar liggen. Archeoloog Quentin Bourgeois (Universiteit Leiden) herkent dit patroon, dat van Rusland tot in Engeland is teruggevonden, ook op de Veluwe. “Deze grafheuvels fungeerden als markeringen langs doorgaande routes. Wanneer je op een heuvel stond, kon je honderd meter verder de volgende zien liggen. Zo beschermden de voorouders je op je reis.”

De migranten introduceerden hun manier van begraven in de gebieden waar ze zich vestigden en richtten deze graven ook allemaal op dezelfde manier in. “De mannen lagen op hun rechterzij en de vrouwen op de linkerzij. Ook kregen ze allemaal dezelfde soort grafgiften mee. Het was echt een gestandaardiseerde manier van begraven, die we ook op de Veluwe terugvinden”, aldus de archeoloog. We wisten al van het bestaan van zo’n 750 grafheuvels af, maar daar zijn er nu honderden bijgekomen.

Rij prehistorische grafheuvels in Jutland (Denemarken). Deze groep grafheuvels is onderdeel van een circa twintig kilometer lange grafheuvelrij. Deze rijen vinden we terug van Moskou, via Duitsland, Denemarken en Nederland, tot in Engeland.

Quentin Bourgeois, Universiteit Leiden

Vrijwilligers helpen

Bourgeois leidt het project Erfgoed Gezocht, dat is opgezet met Erfgoed Gelderland. Voor dit project bekijken honderden vrijwilligers tienduizenden hoogtekaarten van 300 bij 300 meter Veluwe, op zoek naar onder andere grafheuvels. Iedereen kan meedoen, thuis vanuit zijn luie stoel, door op de website beelden te bekijken. Voorkennis is niet nodig, want de uitleg staat naast de beelden.

Elk beeld moet door vijftien mensen worden bekeken, waarna de archeologen de geïdentificeerde objecten controleren. De identificatie kan nog best lastig zijn, vertelt Bourgeois. “Een hooibaal bijvoorbeeld, heeft op de hoogtekaarten namelijk ook veel weg van een grafheuvel. Vandaar dat er meerdere mensen dezelfde beelden moeten bekijken.”

In totaal zullen ze ongeveer 1.000 km2 Veluwe onder de loep nemen. Een arbeidsintensieve klus, maar het werken met de enthousiaste vrijwilligers bevalt Bourgeois buitengewoon goed. “Het onderzoek gaat boven verwachting snel. We zijn sinds mei bezig en de vrijwilligers hebben al ruim 228 duizend beelden bekeken. We zien ook dat als er een stuk of zes personen een grafheuvel in hetzelfde beeld zien, het eigenlijk altijd wel klopt. Daarnaast zijn de resultaten ronduit spectaculair.”

Hoogtekaart (LiDAR) met een mogelijk prehistorische grafheuvelrij op de Veluwe. Met bekende grafheuvels (blauwe cirkels) en nieuwe mogelijke grafheuvels, ontdekt door vrijwilligers in het Erfgoed Gezocht-project (Gekleurde cirkels). De kleur van de cirkels geeft aan hoeveel van de 15 vrijwilligers het erover eens zijn dat het hier inderdaad om een grafheuvel betreft.

Quentin Bourgeois, Universiteit Leiden

LiDAR-kaarten

Het was namelijk al bekend dat er op de Veluwe veel grafheuvels lagen, maar in de drie maanden dat het project nu loopt, is het aantal vondsten bijna verdubbeld. De verwachting is dat er vijftienhonderd grafheuvels geïdentificeerd zullen worden, wat het de grootste concentratie prehistorische grafmonumenten in Nederland maakt. Het gaat dan grotendeels om grafheuvels die zo’n vier- tot vijfduizend jaar geleden zijn opgeworpen. Hoewel de nieuwe vondsten niet ter plekke zijn blootgelegd, gaat Bourgeois ervan uit dat het hier ook om graven van de Russische steppevolken gaat. Dit vanwege het herkenbare patroon van heuvels in rijen.

Dat deze graven nu pas ontdekt zijn, komt niet alleen doordat er zoveel mankracht kan worden ingezet, maar ook door de hulp van techniek. De beelden die de vrijwilligers en de archeologen bekijken, zijn vrij recent gemaakt door de overheid. Heel Nederland is in kaart gebracht met LiDAR (Light Detection And Ranging) en deze metingen vormen samen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). De LiDAR-kaarten van het AHN zijn openbaar en met bepaalde algoritmes kunnen de archeologen ermee aan de slag.

Bourgeois: “LiDAR zijn laserstralen die vanuit vliegtuigjes of helikopters de hoogte tot aan de grond meten. De stralen meten dus door de vegetatie heen, waardoor je nu ook kunt ‘zien’ wat er onder de bomen ligt. En omdat er per vijftig vierkante centimeter is gemeten, geeft het heel gedetailleerd het reliëf van het landschap weer.” Erg handig voor een dichtbebost gebied als de Veluwe.

Grafrituelen

De vondst van al die nieuwe grafheuvels geeft aan dat de Veluwe een belangrijke en dichtbevolkte plek was in de prehistorie. Niet alleen voor Nederlandse, maar ook voor Europese begrippen, legt Bourgeois uit. “Wat we aan grafheuvels hebben teruggevonden, is slechts het topje van de ijsberg. Er moeten tienduizenden mensen op de Veluwe hebben geleefd. Dit verandert echt ons beeld van de prehistorie.”

Een grafheuvel was ook niet voor iedereen; de archeoloog schat dat slechts één op de honderd mensen in een grafheuvel eindigde. “We weten niet wie, maar waarschijnlijk iemand met een hogere status, bijvoorbeeld een familiehoofd. Dit is moeilijk in te schatten, omdat we de sociale samenstelling van die maatschappij niet kennen.”

Het feit dat er geen kinderen in dit soort grafheuvels zijn gevonden, lijkt dat idee te bevestigen. Ook kregen de doden kostbare grafgiften mee. “Of ze nu bij Moskou zijn begraven of bij Epe, dit zijn altijd dezelfde grafgiften. Mannen kregen een aardewerken beker, een stenen bijl, een vuurstenen mes en soms een vuurstenen bijl. De vrouwen aardewerk, en kralen van barnsteen en soms koper. Zij kregen bijna nooit een strijdbijl mee. Dit sterke genderverschil is erg kenmerkend voor deze groep migranten.”

Een veld met paarse bloemen in de mist.

Gerestaureerde prehistorische grafheuvels op de Rechte Heide nabij Goirle (Noord-Brabant). Tijdens opgravingen zijn sporen van houten palissades teruggevonden aan de voet van het grafmonument. De restauratie is een moderne interpretatie van hoe het er waarschijnlijk duizenden jaren geleden uitzag.

Quentin Bourgeois, Universiteit Leiden

Migratiegolf

Behalve de manier van begraven, weten onderzoekers weinig over hoe deze mensen leefden omdat ze verder niet veel sporen in het landschap hebben nagelaten. Hun huizen zijn vergaan, maar waarschijnlijk leefden ze van de veeteelt. Wat we tegenwoordig wel kunnen terugvinden, zijn sporen in het DNA.

“We weten pas sinds 2015 dat deze enorme migratie vanaf de Russische steppen naar West-Europa heeft plaatsgevonden. De oorspronkelijke bewoners van de Veluwe, de Trechterbekerbevolking die de Hunnenbedden hebben gebouwd, verdwenen genetisch grotendeels uit dit gebied. En uit een DNA-studie van vorig jaar blijkt dat zelfs negentig procent van de bewoners in Groot-Brittannië, de Stonehenge-bouwers, vervangen zijn door deze migranten”, legt Bourgeois uit.

Waarom deze migratiegolf vanuit Rusland op gang kwam weten archeologen nog niet, maar dat zijn ze aan het uitzoeken. “We zien voor het eerst DNA-sporen van de pest terug in tandplak van deze migranten. Een plaag zou een oorzaak kunnen zijn van deze grote migratiegolf. Er zijn hier en daar ook wel sporen van geweld teruggevonden, zoals afgeslachte families, maar dit kan niet de enige verklaring zijn van het bijna compleet wegvagen van de oorspronkelijke bevolking”, volgens de archeoloog.

In ieder geval heeft DNA-onderzoek het beeld dat we hadden van de prehistorische bewoners in onze gebieden radicaal omgegooid. Deze migratie blijkt namelijk enorm bepalend te zijn geweest voor ons, de huidige bevolking van Europa: vijfenzeventig procent stamt genetisch af van deze groep migranten. “We denken nu ook dat deze groep toen de Proto-Indo-Europese taal in ons gebied heeft geïntroduceerd. Het was echt een bijzondere periode.”

Prehistorische grafheuvel op de Veluwe tijdens veldonderzoek met studenten van de Universiteit Leiden.

Quentin Bourgeois, Universiteit Leiden

Niet graven

Er is dus nog genoeg onderzoek te doen, ook naar de nieuw ontdekte grafheuvels. Die worden echter niet blootgelegd. “Met dit project kijken we naar het grotere plaatje, het gaat om de data-analyse. We willen vooral weten waar de grafheuvels precies liggen. Voor nu om ze te beschermen en voor de toekomst om ze te kunnen onderzoeken met nieuwe technieken, zoals grondradar. Hierbij hoef je niet meer te graven, omdat je door de aarde heen kunt kijken”, aldus een hoopvolle Bourgeois.

Wat nog wel op het programma staat deze zomermaanden, zijn wandelingen door het bos. Samen met de vrijwilligers lopen de onderzoekers de gemarkeerde locaties na om te checken of het echt om grafheuvels gaat en om er foto’s van te maken. Dus wandelaars, kijk goed om je heen op de stille Veluwe, en realiseer je dat het hier een drukke bedoening was in de prehistorie. Elke heuvel kan een verhaal bevatten.

ReactiesReageer