HISGIS, een historisch geografisch informatiesysteem is een nieuwe kaart rijker: die van Amsterdam. Iedereen die het leuk vindt kan nu zelf aan de slag met historische gegevens uit de 19e eeuw, verspreid over de stadsplattegrond. Tijdreizen komt zo erg dichtbij…
Geografische informatiesystemen (GIS) zijn zonder dat we het door hebben een belangrijk onderdeel geworden van ons leven. De TomTom valt hier ook onder. En zeg nu zelf, wie vindt nog de weg zonder? Een geografisch informatiesysteem is dus eigenlijk een systeem waarmee waarmee locatiegegevens of informatie over geografische objecten niet alleen worden bewaard maar ook bewerkt, vergeleken met andere informatie en geanalyseerd.
GIS in geschiedenis
In de geschiedwetenschappen is het gebruik van GIS nog niet helemaal doorgedrongen: het wordt eigenlijk vooral gebruikt in de archeologie en bouwhistorie. HISGIS hoopt hier verandering in te kunnen brengen. Historische informatie, zoals het gebruik van percelen, de namen en beroepen van de eigenaren of hun stemgedrag, zijn gegevens die je op de site van HISGIS kunt oproepen en vergelijken.
Het systeem koppelt de informatie met de plattegrond van Amsterdam en voilà, je ziet hoe de kiezers zich concentreerden in bepaalde gebieden van de stad of waar verschillende religies bij elkaar of juist gescheiden woonden en hoe dat door de tijd heen veranderde. De plattegrond die aan de basis ligt van dit uitgebreide informatiesysteem, danken we aan Napoleon Bonaparte.
Nadat Napoleon in 1810 Nederland had toegevoegd aan zijn enorme Franse Keizerrijk, veranderde er een aantal zaken op bestuurlijk vlak. Hij voerde de Code Napoleon in, het Franse burgerlijk wetboek, met een rechtssysteem dat in heel het land gelijk was. Daarnaast stelde hij meters en kilogrammen in (waar maten en gewichten eerst per stad verschilden), moest iedere burger zich voortaan bij de nieuwe burgerlijke stand inschrijven met een (zelfverzonnen of al bestaande) achternaam en riep hij het kadaster in het leven.
Deze maatregelen nam hij om efficiënter recht te kunnen spreken, belasting te kunnen heffen die zijn veldtochten moesten bekostigen en mannen op te kunnen roepen voor de dienstplicht. Deze nationale administratie en bureaucratische instrumenten bleken echter een stuk handiger dan de administratie en bureaucratie per gewest of stad. Nederlandse bestuurders zijn ze dan ook, eventueel wat aangepast, blijven gebruiken nadat Napoleon en zijn leger in 1813 het land waren uitgejaagd.
Het kadaster is een register van onroerende goederen, zoals huizen en de grond waar ze op staan, dat door de overheid wordt bijgehouden. Onder Napoleon begonnen de eerste metingen en in 1832 hadden de landmeters elk perceel in kaart gebracht en waren de gegevens van de eigenaren geregistreerd. Nederland was voor het eerst compleet in beeld. Voor het ontstaan van het kadaster maakten kaartenmakers ook al kaarten, maar dit waren voornamelijk stadsplattegronden, kaarten van een bepaald gebied of zeekaarten.
Deze oudere kaarten bestreken dan ook niet heel Nederland. Dit geldt ook voor de verzamelde gegevens. Voordat Napoleon het registreren van gegevens had gecentraliseerd, werden ze per stad verzameld. De protestantse kerk schreef mensen die lid waren van hun gemeente bij in de Doop-, Trouw- en Begraafregisters. Andersgelovigen konden hun huwelijk laten sluiten door het stadsbestuur, maar zijn niet terug te vinden in de Doopboeken. Compleet zijn al deze gegevens van voor 1810 dus niet.
Napoleons gegevens in HISGIS
Voor sommige HISGIS plattegronden, zoals die uit Friesland, zijn data uit de zeventiende eeuw of zelfs de Middeleeuwen gebruikt, maar HISGIS Amsterdam is voornamelijk een handige tool voor onderzoek naar de negentiende en twintigste eeuw. De kaarten op de site zijn digitaal gemaakt: het gaat dus niet om bestaande kaarten uit de negentiende eeuw die nu zijn ingescand, zoals bij de site watwaswaar.nl. De oudste kadastrale kaart van 1832, met bijbehorende eigenaars- en perceelinformatie vormt de kapstok waaraan alle digitale informatie over het landschap, het erfgoed en de sociale en economische ontwikkelingen in het verleden zijn opgehangen.
Verschillende wetenschappers leverde de tabellen met data voor aan deze kapstok. Zo bewerkte Peter Ekamper van het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) de bevolkingsdata van 1851-1853 en historicus Jan Hein Furnée van de Universiteit van Amsterdam verzamelde en ordende de kiezersgegevens van 1853.
HISGIS is gemaakt door wetenschappers en de makers mikken voor het gebruik voornamelijk op collega’s. De plattegronden en de gekoppelde data zijn echter ook interessant voor iedereen die meer wil weten over de ontwikkelingen binnen een bepaald gebied. Maar hoe analyseer je nu die gevonden gegevens? Scholieren kunnen alvast oefenen bij de makkelijker te gebruiken onderwijssite eduGIS voor Aardrijkskunde. Wie gelijk aan de slag wil met historisch onderzoek en analyses bij HISGIS, vindt op de site een uitleg over de werkwijze.