In 2016 wees een modelstudie uit dat de zeespiegel in het jaar 2100 wel eens een meter extra zou kunnen stijgen, vanwege het instorten van ijskliffen in Antarctica. Britse klimaatwetenschappers hebben het experiment nu herhaald met een andere rekenmethode, en komen uit op een meest waarschijnlijke stijging van 45 centimeter.
Het was groot en zorgwekkend nieuws, een kleine drie jaar geleden. Het ijs op Antarctica zou wel eens veel sneller in zee kunnen verdwijnen dan gedacht, en de zeespiegel nog deze eeuw een meter extra doen stijgen. IJskliffen van meer dan honderd meter hoog konden bezwijken en in zee storten, was de boodschap, en dat was nu voor het eerst in de rekenmodellen meegenomen.
“Het is geen voorspelling”, nuanceerden de Amerikaanse klimaatwetenschappers die het onderzoek hadden uitgevoerd nog. “We concluderen slechts dat enkele enorme zeespiegelstijgingen in het geologische verleden (zo’n 3 miljoen en zo’n 125.000 jaar geleden) zonder deze instortende kliffen niet te verklaren zijn – en berekenen wat er gebeurt als hetzelfde mechanisme nu weer zou optreden.”
Maar toen waren de media er al met het verhaal vandoor gegaan…
Vervolg
“Het was een belangrijk onderzoek”, zegt Michiel van den Broeke, polair meteoroloog van de Universiteit Utrecht, die er zelf niet bij betrokken was. Want áls het mechanisme optreedt, levert het zeker een grote bijdrage aan de zeespiegelstijging. Maar treedt het inderdaad op? En hoe groot is die bijdrage dan? Het onderzoek zou een vervolg moeten krijgen, vond Van den Broeke destijds.
Dat kwam er inderdaad. Vandaag publiceert een groep Britse onderzoekers een nieuwe modelstudie, waarin ze de bevindingen van hun Amerikaanse collega’s opnieuw onder de loep nemen. Ze gebruiken dezelfde resultaten als de Amerikanen maar een andere rekenmethode (zie kader), en komen daarmee uit op een meest waarschijnlijke extra zeespiegelstijging van ‘slechts’ ongeveer een halve meter aan het einde van de eeuw.
Bovendien bleken ze de instortende ijskliffen met het aangepaste model helemaal niet nodig te hebben om de zeespiegelstijgingen uit het verleden te verklaren. Zonder dit mechanisme blijft de bijdrage van Antarctica aan de zeespiegelstijging vrijwel zeker onder de 39 centimeter, berekenen ze. Dat komt overeen met eerdere studies.
Opluchting?
Kunnen we nu dus opgelucht ademhalen? En kunnen de plannen voor extra hoge dijken weer terug in de kast? Dat niet, zegt Van den Broeke desgevraagd. “Wat we hier zien, is voortschrijdend inzicht”, legt hij uit. “Het onderzoek van destijds is aan een zeer kritische analyse onderworpen, en blijkt zwakke plekken te bevatten.”
Met de bevindingen dat de zeespiegelstijgingen uit het geologische verleden ook zonder instortende ijsbergen verklaard kan worden, is een belangrijke pijler onder het onderzoek uit 2016 weggetrokken, stelt hij vast. “Maar ook deze nieuwe resultaten zijn niet het definitieve antwoord. Dat zeggen de Britse onderzoekers zelf trouwens ook.”
Er is meer onderzoek gaande, weet Van den Broeke – ook door de Amerikanen die in 2016 het onderwerp op de kaart zetten. “Het belangrijkst is nu om vast te stellen of het instorten van de ijskliffen inderdaad plaatsvindt, en de mechanismen te doorgronden. Dan kunnen we op fysische gronden beredeneren of het op grote schaal zal gaan gebeuren, en hoe veel effect dat heeft.”
De jury is still out, schrijven de Britten zelf in hun persbericht, en daar sluit Van den Broeke zich bij aan. Voor het eindoordeel zullen we nog een flinke portie geduld moeten hebben.