Naar de content

Sociale norm zet jonge kinderen aan tot delen

Julie Gatenby, University of York

Sociale normen beïnvloeden of kinderen graag delen met anderen. Het maakt daarbij niet uit in wat voor samenleving de kinderen opgroeien, tonen psychologen aan. Ze worden allemaal rond hun achtste gevoelig voor informatie over hoe ze zich horen te gedragen.

Sociale normen beïnvloeden de keuze van kinderen om te delen vanaf hun achtste jaar.

Flickr.com, Enoch Lai via CC BY-NC-ND 2.0

Jonge kinderen zijn vaak egoïstisch: ze willen alles voor zichzelf houden en liever niet delen. Pas als ze ouder worden begint dat te veranderen. Gelukkig maar, want om geaccepteerd te worden in de maatschappij moeten kinderen leren om dingen op de ‘juiste’ manier te doen.

Kinderen zijn ongeveer acht jaar oud als hun keuze om te delen beïnvloed begint te worden door informatie over wat ‘goed’ en ‘fout’ is, blijkt uit een studie van psycholoog Joan Silk van de Arizona State University en internationale collega’s. Delen is een vorm van prosociaal gedrag, bedoeld om iemand anders te helpen zonder dat het direct voordeel oplevert voor jezelf. De sociale normen rond delen zijn uniek per samenleving, maar je ziet in elke maatschappij terug dat kinderen zich rond hun achtste beginnen te gedragen naar die norm, schrijven de onderzoekers in Nature Human Behavior.

Beloning verdelen

In een experimentele taak lieten de onderzoekers volwassenen en kinderen van verschillende leeftijden kiezen hoe ze een beloning – twee glanzende steentjes – wilden verdelen: beide zelf houden, of er zelf één houden en de ander weggeven aan een onbekende. Voor kinderen hun keuze maakten in het spel kregen ze een video te zien, waarin een volwassene vertelde dat delen ‘goed’ was en alles zelf houden ‘slecht’ of andersom.

De honderden proefpersonen uit deze studie kwamen uit acht heel verschillende samenlevingen. Het ging om gemeenschappen in stedelijke gebieden in Duitsland, de VS, Argentinië en India, en landelijke gemeenschappen in Ecuador, Vanuatu (een eilandengroep ten westen van Fiji in Oceanië), Argentinië en zelfs jager-verzamelaars in Tanzania.

Gevoelig voor wat ‘goed’ is

De kans dat volwassenen de beloning deelden ten koste van zichzelf verschilde per samenleving, berekenden de onderzoekers. Zo delen Amerikanen in iets meer dan de helft van de gevallen, terwijl de kans dat jager-verzamelaars in Tanzania een deel van de beloning weggeven twintig procent is. “Er is een hoop variatie tussen culturen in dit spel en in andere spellen die onbaatzuchtige voorkeuren testen, dat is eerder vastgesteld”, zegt Silk.

Dan de kinderen. Waren ze jonger dan zeven, dan kozen ze vaak voor de egoïstische optie en hielden alles zelf, maar dat begon te veranderen tussen acht en twaalf jaar. Op die leeftijd gingen kinderen in onder andere de stedelijke gebieden in Argentinië en de VS steeds vaker delen, waarbij ze het gedrag van volwassenen in hun samenleving volgen. In landelijke gebieden in Argentinië en Ecuador werden kinderen naarmate ze ouder werden niet vrijgevender in het spel, ook zij volgden het gedrag van volwassenen in hun gemeenschap.

Rond dezelfde leeftijd begonnen de kinderen uit alle gebieden gevoeliger te worden voor sociale normen. Zagen ze de video waarin delen als ‘goed’ werd gezien door de volwassene, dan deelden ze vaker. Ze deelden de buit minder als hen werd verteld dat het ‘goed’ was om egoïstisch te zijn.

Vrijgevigheid is het gevolg van sociale normen die mensen tijdens hun kindertijd leren.

Flickr.com, yarenlen via CC BY 2.0

Anders dan andere mensapen

Vrijgevigheid is het gevolg van sociale normen die mensen tijdens hun kindertijd leren en die per cultuur kunnen verschillen. Het is dus niet iets wat vanuit de evolutie ingebakken zit. “We weten dat chimpansees geen beloningen aan anderen geven in experimenten, zelfs niet als het niet ten koste gaat van hunzelf”, legt Silk uit.

Andere vormen van samenwerking zijn wél evolutionaire aanpassingen die wij delen met primaten, zoals de zorg voor onze kinderen en familie, en het gevoel dat we bij hulp van iemand anders iets terug moeten doen. Dit soort vormen van samenwerking zijn het resultaat van evolutie, volgens Silk. Samenwerken gaf ons een overlevingsvoordeel. “Maar het vermogen om ons te bekommeren om anderen aan wie we niet verwant zijn, mensen die we soms niet eens persoonlijk kennen, maakt ons anders dan andere mensapen.”

In vervolgonderzoek willen Silk en haar collega’s uitzoeken wat er gebeurt in de psychologische ontwikkeling van kinderen tussen hun achtste en twaalfde, waardoor ze gaan reageren op de sociale normen om hen heen.

Bron:

Bailey House e.a. Universal norm psychology leads to societal diversity in prosocial behaviour and development, Nature Human Behavior. Online op 23 september 2019. DOI: https://doi.org/10.1038/s41562-019-0734-z.

ReactiesReageer