Naar de content

Slodderwetenschap door wedijverdwang

Interview met Stan van Pelt, auteur van ‘Sloppy Science’

Rommelig bureau
Rommelig bureau
Freepik

De competitieve werkcultuur in de wetenschap leidt tot slordigheid, fouten, gesjoemel met data en soms keiharde fraude. Wetenschapsjournalist Stan van Pelt legt de problemen bloot in ‘Sloppy Science’.

23 september 2025

Volgens een recente studie van het Rathenau Instituut geven Nederlanders de wetenschap van alle instituties het hoogste rapportcijfer. Tegelijkertijd gebeuren er binnen de wetenschap zaken die dat vertrouwen uiteindelijk kunnen schaden, zo waarschuwt Stan van Pelt in zijn boek. NEMO Kennislink interviewt hem over wetenschap als topsport, over nepvakbladen en open science.

Marcel Levi, bestuursvoorzitter van de NWO, vergeleek wetenschap eens met topsport. Waarom stoort dit jou?

“Het wekt de suggestie dat als wetenschappers maar genoeg met elkaar concurreren, uiteindelijk de beste mensen en ideeën komen bovendrijven. En als we het geld alleen maar aan de toppers geven, dan besteed je je geld als overheid ook zo efficiënt mogelijk. Dat laatste is op zich geen gekke gedachte natuurlijk, het is vaak belastinggeld. Alleen in wezen draait wetenschap helemaal niet om competitie. Je bouwt voort op andermans inzichten en je probeert samen zo goed mogelijk de wereld te begrijpen. Dat kun je niet in je eentje. Maar dat hele neoliberalisme, dat marktdenken is zo op die wetenschap geprojecteerd en ingebed, dat wetenschappers allemaal juist bezig zijn met beter en eerder zijn dan anderen. Het gaat vooral om wie iets als eerste heeft ontdekt en wie het geld binnenhaalt, niet om wie iets het beste heeft beschreven.”

Een veelbesproken verschijnsel in de wetenschap is publish or perish: om carrière te maken, moeten wetenschappers publiceren in vaktijdschriften. Dat legt een grote druk op onderzoekers. De grote publicatiedruk leidt in sommige gevallen tot fraude; zo zoog de Nederlandse sociaal psycholoog Diederik Stapel niet alleen data, maar hele experimenten uit zijn duim.

In je boek heb je het over een ‘groot grijs gebied’ tussen de ‘perfecte wetenschapper’ en onderzoekers die de boel opzettelijk bedonderen. Licht eens toe.

“Lex Bouter, integriteitshoogleraar van de VU, hield in 2020 een enquête onder een paar duizend Nederlandse wetenschappers. Daarin vroeg hij: heb je weleens iemand onder je artikel gezet als co-auteur die dat eigenlijk niet had verdiend? Of heb je wel eens statistische testen gebruikt die in je voordeel uitpakken? Dat zijn geen halszaken, maar niet goed voor de betrouwbaarheid van de wetenschap. De helft gaf anoniem toe dat te doen. Aan datafabricage maakte vier procent zich wel eens schuldig, en aanpassen van data gebeurt ongeveer net zo vaak. Het is goed om te benoemen dat niet alle wetenschappers er maar op los frauderen. Dat is maar een select groepje. Maar het is wel een extreme exponent van een structureel probleem. ”

Publicatiedrang kan er ook toe leiden dat wetenschappers zich, bewust of onbewust, inlaten met zogenaamde ‘rooftijdschriften’: online nepvakbladen waarin wetenschappers tegen betaling kunnen publiceren. Dat gebeurt meestal zonder inhoudelijke controle door deskundige vakgenoten (peer review), waardoor de grootste onzin online verschijnt onder de noemer ‘wetenschap’.

Je hebt zelf getest hoe makkelijk het is om onwetenschappelijke kul te publiceren. Vertel daar eens over.

“Ik heb met AI een onzinartikel geschreven over telepathie en buitenaardse wezens en dat ook gepubliceerd. Qua opmaak is het niet te onderscheiden van een echte wetenschappelijke publicatie. Het punt is, soms staan er in zo’n blad ook normale artikelen. Dat zie je soms gebeuren als een editor wordt omgekocht of vervangen, of als er een speciale uitgave verschijnt met een corrupte gasthoofdredacteur. Dan krijg je dus een onzinuitgave met gekochte artikelen, terwijl het tijdschrift op zichzelf een goede naam had. Ik denk dat dit het grote probleem wordt van de toekomst, dat je straks niet meer op basis van de naam van een tijdschrift of de inhoud van een artikel kunt zeggen: dit is betrouwbaar en dit niet.”

Stan van Pelt portret

Wetenschapsjournalist Stan van Pelt

René Dissel

Hoe zou het anders kunnen?

“Wetenschap moet open toegankelijk zijn voor iedereen, maar dat commerciële aspect moet eruit. De gewone commerciële uitgevers – Elsevier, Springer Nature, Wiley – maken miljarden winst die uiteindelijk worden betaald door universiteiten en dus de belastingbetalers. Laat universiteiten die bladen weer zelf gaan uitgeven. In de praktijk doen ze al veel zelf, want de editors zijn wetenschappers, de reviewers zijn wetenschappers en de schrijvers ook. Alleen de marketing en opmaak worden door het bedrijf gedaan. Een nieuw vaktijdschrift als Glossa in de taalwetenschappen wordt gewoon gerund door wetenschappers zelf. Het wordt gefinancierd door subsidies. Dan haal je die perverse prikkel van winstmaximalisatie weg en kun je echt op kwaliteit selecteren.”

Het programma ‘Erkennen en waarderen’ binnen de Nederlandse academische wereld moet de perverse prikkels verminderen die uitgaan van de competitiedrang. Wat vind je daarvan?

“Het idee erachter is goed: dat het niet alleen meer gaat om het aantal publicaties in hoog aangeschreven tijdschriften, maar dat je wetenschappers ook gaat beoordelen op andere kwaliteiten. De een is beter in onderwijs, de ander in publiekspraatjes. Misschien geeft iemand goede statistische ondersteuning aan collega’s, of neemt die vaak werkgroepen over van een hoogleraar die het druk heeft. Het zijn alleen typisch van die dingen die vooral op beleidsniveau blijven hangen. Bestuurders willen naar buiten toe laten zien dat ze het allemaal hartstikke belangrijk vinden, maar uit de eerste evaluaties blijkt dat jonge onderzoekers er nog weinig van merken.”

Hoe komt dat?

“Ik heb het idee dat veel individuele wetenschappers zich er niet echt verantwoordelijk voor voelen. De meeste mensen zijn gewoon veel te druk met overleven in het systeem. Er is wel meer open science: data worden online gezet, zodat je veel meer analyses kunt narekenen. Dat zijn goede ontwikkelingen, maar ook data die jij openbaar deelt, kunnen volledig gefingeerd zijn. Als de prikkel daartoe zo groot blijft, kun je allerlei instrumenten inzetten, maar neem je niet de oorzaak weg.”

Bron

Stan van Pelt, Sloppy Science. Alles over wetenschapsfraude: van foutjes tot nepcongressen. Lebowski Publishers. Verschijningsdatum: 24 september 2025.

ReactiesReageer