Naar de content

"We schrokken hoeveel jongeren lijden aan slapeloosheid"

Promovendus Sara Pieters ziet in slecht slapen voorteken voor middelengebruik

Radboud Universiteit

“Jongeren die slechter slapen dan leeftijdsgenoten, gebruiken een jaar later meer alcohol en andere verslavende genotsmiddelen dan jongeren die goed slapen”, dat is de belangrijkste conclusie van het onderzoek van Sara Pieters waarop ze 28 april promoveerde. Een interview over het voorspellen van middelengebruik.

11 mei 2015

Bij volwassenen is al langer bekend dat er een verband is tussen middelengebruik en slaapproblemen. Als kinderen in de puberteit komen neemt de interesse in alcohol en andere genotsmiddelen toe én veranderen ook de slaappatronen. Sara Pieters: “Wij hebben onderzocht of er bij pubers ook een samenhang is tussen slaap en middelengebruik.”

Pieters (Huissen, 1981) studeerde cognitieve neurowetenschappen aan de Radboud Universiteit, waar ze aansluitend haar promotieonderzoek deed naar automatische en onbewuste controle van alcoholgebruik onder jongeren. In 2011 kreeg ze een Young Scholar Grant van de Jacobs Foundation om onderzoek te doen naar de rol van slaap bij middelengebruik in de adolescentie aan de Universiteit van Amsterdam. Van 2012 tot 2014 werkte ze als onderzoeker bij TNO, Soesterberg, waar ze verschillende projecten deed over slaap en cognitie. Sinds 2014 is ze terug op de Radboud Universiteit als onderzoeker en docent psychologie.

Hoe verandert het slaappatroon bij pubers?

“Ze willen steeds later naar bed gaan. Daar hebben allerlei sociale en biologische factoren mee te maken. Je zou kunnen zeggen dat ze meer een avondmens worden. Hierdoor gaan ze liever later naar bed en als gevolg staan ze bij voorkeur later op. Helaas kan dat niet omdat ze vroeg uit de veren moeten om naar school te gaan. De aanbevolen negen uur per nacht halen ze hierdoor bij lange na niet. In het weekend willen ze dit tekort compenseren en slapen ze vaak lang uit. Maar, ’s avonds willen ze weer lekker laat naar bed om vervolgens op maandag weer vroeg op te moeten staan. Ze krijgen hierdoor een heel vreemd slaapritme en slaaptekort. Eigenlijk hebben ze last van een sociale jetlag.”

Wanneer spreek je eigenlijk van een slaapprobleem?

“We hebben niet met een diagnostische schaal naar slaapproblemen gekeken. Wel naar slaapkwaliteit en slaaphygiëne. We hebben jongeren zelf gevraagd wat ze vinden van hun slaap. De vragen gingen onder andere over het moment dat ze naar bed gingen; of ze dan moe waren, nog met hun telefoon bezig waren, of met games en dergelijke, en of ze dan snel konden inslapen. Op dit moment zijn we bezig met vervolgonderzoek, waarbij jongeren wel een diagnostische vragenlijst invullen. Jongeren beantwoorden vragen om insomnia, beter bekend als slapeloosheid, in te schatten. Om eerlijk te zijn schrokken we ervan hoeveel jongeren er aan de rand zitten van de diagnostische schaal. Er is een grote groep, van maar liefst 10 tot 25 procent, die last heeft van slapeloosheid!”

Waarom leiden slaapproblemen tot meer middelengebruik?

“Er is niet één mechanisme, van ‘nu hebben we het’. De laatste tijd is er echter wel veel aandacht voor een theorie die te maken heeft met het beloningssysteem in ons brein. We bezitten allemaal klokgenen. Deze hebben invloed op ons bioritme. Bijvoorbeeld op hoe laat je wakker wordt en hoe laat je ’s avonds slaperig wordt. Onlangs is aangetoond dat muizen waarbij deze genen zijn gemuteerd, meer genotsmiddelen gebruiken. Tevens wijzen de eerste fMRI studies erop dat slaaptekort een effect heeft op het beloningssysteem. Er is gevonden dat dit systeem onderactief werd bij te weinig slaap. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen dan eerder grijpen naar een vette hap of het drinken van alcohol.”

Kan het zo zijn dat slaap onvoldoende is om de indrukken van de dag te verwerken door de veelheid aan prikkels in de maatschappij waarin we leven? En, dat jongeren daardoor geneigd zijn om sneller naar genotsmiddelen te grijpen?

“Dat lijkt me heel waarschijnlijk. Er is nog geen onderzoek gedaan naar hoe dat werkt, maar ik denk zeker dat dat meespeelt. Ik zou er zelf graag onderzoek naar willen doen! Jongeren krijgen zo veel prikkels. Alleen al door het blauwe licht van tablets en de straling waaraan ze worden blootgesteld. En het leven is stukken sneller geworden, met veel meer indrukken op één dag. Het idee dat ze te weinig slapen om dit allemaal te verwerken vind ik heel aannemelijk.”

Zou het slaapgedrag van babies of heel jonge kinderen al een indicatie kunnen geven voor het gebruik van genotsmiddelen in de pubertijd?

“Hier is nog niet veel onderzoek naar gedaan. Er is geloof ik één groep die heeft gekeken naar slaapproblemen op vier-jarige leeftijd en daar werd aangetoond dat slaapproblemen op deze leeftijd beginnen met drinken in de adolescentie voorspelde. Het is natuurlijk heel interessant om te kijken wat daar gebeurt en welk effect dit later heeft op het gebruik van genotsmiddelen.”

“Er zijn zo veel factoren die het slaapgedrag van een baby kunnen beïnvloeden. Bijvoorbeeld of een kind alleen slaapt of bij de ouders op de kamer. Of het kind wordt getroost als het huilt, of dat het dan alleen wordt gelaten. In onze cultuur zie je dat jonge kinderen vaak alleen worden gelaten als ze moeten huilen. Terwijl je in andere culturen ziet dat kinderen juist veel meer in de nabijheid van hun ouders zijn, ook als ze huilen. Recentelijk is gebleken dat het helemaal niet per definitie goed is om kinderen in hun eentje maar wat te laten aanmodderen als ze huilen. Dit wijst er in ieder geval op dat ouders ook een rol spelen bij slaapgedrag. Er is nu nog te weinig bekend, maar het zou heel goed kunnen dat de nabijheid van ouders op jonge leeftijd van hun kinderen bepalend kan zijn voor hun slaapgedrag, en de neiging om naar genotsmiddelen te grijpen in de pubertijd.”

Wat zou je ouders en scholen willen vertellen naar aanleiding van jouw onderzoek?

“Als ik een concrete tip mag geven zou ik zeggen dat scholen iets later kunnen beginnen. En, dat ouders de tablets en telefoons van hun kinderen ’s avonds beter weg kunnen leggen. Tablets en smartphones en andere technologie met blauw verlichte schermen zorgen ervoor dat je pas later moe wordt. Dus zorg ervoor dat kinderen op een vaste tijd in bed liggen en dat de apparaten dan beneden blijven. En wees alert op te grote verschillen in bedtijden doordeweeks en in het weekend.”

ReactiesReageer