Naar de content

Slag tegen de schelpen

Caligula’s leger aan het strand van Katwijk

Louis le Grand, GNU via Wikimedia Commons

De Week van de Klassieken is weer begonnen. Van 19 tot en met 27 maart staat de oudheid in de spotlights, dit jaar met het thema Te wapen!. Oorlogvoering en vooral eervolle overwinningen waren belangrijk in de klassieke oudheid. Romeinse keizers moesten zegevierende generaals zijn. Hoe konden ze anders de veiligheid van het Romeinse rijk garanderen? Sommige Romeinse keizers hadden het makkelijk, maar voor het merendeel van de Romeinse keizers viel er niets te vieren. Eén van die heersers was Caligula (37 – 41).

Kort nadat Caligula aan de macht was gekomen, probeerde hij zijn militaire onervarenheid te compenseren door net als veel van zijn voorvaderen aan de noordwestelijke grenzen van het Romeinse rijk te vechten. Na een korte campagne tegen Germanen kon hij in de herfst van 39 zijn eerste overwinning vieren: de overgave van Adminius (of Amminus), de zoon was van het hoofd van een Engelse stam (de Catuvellauni). Het lijkt erop dat Adminius actief de steun van de Romeinen zocht nadat hij door zijn vader (Cynobellinus) was verbannen.

Caligula in Nederland

Korte tijd later lijkt Caligula te zijn begonnen met de planning van een grote expeditie om ‘het hele eiland’ daadwerkelijk in handen te krijgen. Mogelijk heeft Adminius de keizer informatie over Engeland verschaft. Het is niet onwaarschijnlijk dat hij de hulp van de keizer zocht om zijn positie in Engeland te heroveren. Niemand kan achterhalen wat Admimius de keizer verteld heeft, maar alles lijkt erop te wijzen dat de Romeinen in de winter van 39/40 een invasie voorbereidden.

Zo werd in deze periode in Valkenburg het zogenoemde Praetorium Agrippinae gebouwd: een militair hoofdkwartier met de naam van Caligula’s moeder Agrippina. Dendrochronologisch onderzoek (de datering van hout door onderzoek naar jaarringen) maakt verder duidelijk dat er in 40/41 een fort werd gebouwd bij Alphen aan de Rijn. In dezelfde periode lijkt er een fort in De Meern gebouwd te zijn. Ook werd de vlootbasis van Velsen opnieuw in gebruik genomen. In het veel eerder gebouwde Vechten zijn opvallend veel munten uit de tijd van Caligula gevonden. Deze vondsten wijzen op een versterking van de infrastructuur die leidde naar de kust van de Noordzee en die het mogelijk moest maken tienduizenden soldaten te vervoeren en (minstens zo belangrijk) te bevoorraden.

Het lijkt er sterk op dat de keizer persoonlijk bij deze activiteiten betrokken was. Hij kwam in ieder geval in 40 n. Chr. mee naar Nederland. Op wijntonnen die in Vechten en Valkenburg gevonden zijn, staat expliciet de naam van de wijngaarden van Caligula vermeld. Als er wijn uit zijn privé-wijngaard meegebracht werd, zal de keizer zelf ook aanwezig geweest zijn. En hij zal niet alleen zijn gekomen. Keizers werden omringd door een groot gevolg en, zeker in vijandelijke streken direct na een militaire campagne, begeleid door soldaten. Met andere woorden: na een korte campagne waarin een Engelse ‘kroonprins’ zich overgaf werden er maatregelen genomen die wijzen op een geplande invasie, waarna de keizer zelf zich naar de locatie begaf waar de militaire logistiek werd voorbereid. Een inval in Engeland leek ophanden.

Legioen moet schelpen verzamelen

Die kwam er niet. De Romeinse historicus Suetonius, die als ‘keizerlijke secretaris’ toegang had tot een veelheid aan documenten, schrijft het volgende:

Ten slotte stelde hij zijn leger op de oever van de Oceaan in slagorde op, alsof hij de oorlog tot een definitief einde wilde brengen. Geschut en belegeringswerktuigen werden in stelling gebracht, zonder dat iemand wist of ook maar een idee had wat hij wilde gaan doen. Plotseling gaf hij bevel schelpen te verzamelen, die hij ‘krijgsbuit van de Oceaan, verschuldigd aan Capitool en Palatijn’ noemde, en daarmee hun helm en zakken te vullen. Als gedenkteken voor deze overwinning bouwde hij een zeer hoge toren, vanwaar net als van de Pharos ’s nachts vuursignalen moesten worden gegeven om schepen de weg te wijzen. En nadat hij de soldaten een schenking van honderd denarii de man had beloofd, zei hij, alsof hij al zijn voorgangers in vrijgevigheid had overtroffen: ‘Ga blij, ga rijk hiervandaan’. (Suetonius, Caligula 46; vertaling D. den Hengst)

Een trireem is een door roeiers voortbewogen oorlogsschip uit de oudheid. De naam trireem slaat op het aantal rijen roeiriemen.

WikiCommons, Rama

De situatie lijkt helder en absurd. Caligula laat zijn verzamelde troepen schelpen rapen, en noemt dat een overwinning op de Oceaan. De passage is prachtig beeldend, en illustratief voor de daden van deze waanzinnige keizer. Het is weinig verrassend dat veel moderne historici de betrouwbaarheid van de passage betwist hebben. Sommigen menen dat de antieke auteurs zich simpelweg vergissen of de situatie bewust negatief uitbeelden, anderen dat wij de symboliek van de gebeurtenissen niet goed begrijpen.

Eén van de meest originele recente suggesties in de eerste categorie gaat ervan uit dat de conchas die de soldaten moesten verzamelen niet als ‘schelpen’ vertaald moeten worden, maar militair jargon waren voor kleine boten. Dit waren Engelse boten, zo gaat de argumentatie verder, die in een voorbereiding op de invasie verslagen waren, zodat de zee vrij was van vijanden. De triremen die Caligula later in een triomf in Rome mee zou laten voeren waren de schepen waarmee het Kanaal was schoongeveegd. Het zou zomaar waar kunnen zijn, hoewel nergens anders in de antieke literatuur de term ‘schelpen’ voor ‘boten’ gebruikt is. En hoe boten in helmen kunnen worden getransporteerd blijft onopgehelderd – dat moet dan bewuste geschiedvervalsing geweest zijn van (de inderdaad bevooroordeelde) Suetonius en Aurelius Victor.

Symbolische overwinning op oceaan

Als de tekst letterlijk (en als historisch accuraat) wordt opgevat, zijn er twee veelgehoorde scenario’s. Het eerste suggereert dat Caligula een invasie ambieerde maar dat zijn soldaten (letterlijk) koudwatervrees kregen. Daarbij zou het beperkte succes van de voorafgaande campagne een rol gespeeld kunnen hebben. Dat lijkt te zijn af te leiden uit een passage van de beroemde historicus Tacitus, die de gebeurtenissen op het strand onvermeld laat:

Caligula heeft plannen gehad voor een invasie van Brittannië, zoveel staat vast. Maar hij veranderde natuurlijk weer snel van gedachten en kreeg spijt; bovendien waren zijn grootse ondernemingen tegen Germanië op niets uitgelopen (Tacitus, Agricola 13; vertaling V. Hunink).

Waarschijnlijk vond dit alles plaats in februari of maart van 40. Dat is gezien de weersgesteldheid veel te vroeg in het jaar voor een overtocht. Heel overtuigend is deze reconstructie dan ook niet.

Het tweede scenario luidt dat wij de symbolische overwinning op de Oceaan onderschatten. De keizer daagt in deze analyse de zee uit (zoals Suetonius vertelt) door soldaten en belegeringswerktuigen op te stellen langs de kust. Vervolgens zeilt hij een stuk de zee op en keert vervolgens terug aan wal. Dat doet denken aan Alexander de Grote, die volgens zijn biograaf Arrianus in 325 v.Chr. bij Gedrosië de Oceaan op voer, ‘vooral om te kunnen zeggen dat hij de Grote Zee van India bevaren had’. Alexander keert na korte tijd terug en offert stieren aan Poseidon.

Overwinning op en pacificatie van de zee gaan hand in de hand bij de grote Macedonische veroveraar. Waarom zou vergelijkbaar gedrag van Caligula dan waanzinnig zijn? De verzamelde schelpen waren symbolische buit behaald op de goden, de eerder genoemde triremen die voor de overwinningstocht naar Rome werden gebracht benadrukten de overwinning op de zee (en konden hergebruikt worden in na te spelen zeeslagen in de hoofdstad), en er was zelfs een echte Engelse prins om in triomf mee te voeren.

Dit laatste scenario lijkt mij het meest overtuigende. Of Caligula een later uit te voeren invasie in gedachten hield, blijft ook in deze constructie enigszins onduidelijk, maar lijkt waarschijnlijk gezien de militair-logistieke activiteiten aan de Rijn, en de passage van Tacitus. De symbolische overwinning gaat in dit scenario aan een geplande invasie vooraf. De moord op Caligula zou deze echte Engelse campagne verhinderen, waardoor alleen de symbolische overwinning overbleef.

Zeeslag bij Katwijk?

Waar vond de slag tegen de schelpen plaats? We weten dat de keizer zich in Nederland bevond, en net militaire operaties tegen Germanen had geleid. Suetonius zegt expliciet dat de keizer zijn troepen opstelde ‘alsof hij de oorlog tot een definitief einde wilde brengen’. Dat moet de ´oorlog´ tegen de Germanen geweest zijn. De slag tegen de schelpen kan zich zo op het strand bij Katwijk hebben afgespeeld.

De Portonaccio sarcophagus is een tweede-eeuwse Romeinse sarcofaag waar je Germanen in gevecht ziet met de Romeinen. Momenteel is het te bewonderen in het Museo Nazionale Romano te Rome.

Miguel Hermoso Cuesta, CC by-sa 3.0 via Wikimedia Commons

De Algemeene Geschiedenis des Vaderlands uit 1840, van J.P. Arend en O. van Rees, spreekt van een traditie waarin ‘de onder water liggende overblijfselen van eenen toren, in de omstreken van Katwijk, door de visschers van dat oord, van oude tijden tot niet lang geleden, Kalla’s toren of enkel Kala en Kaljaart genoemd werden, hetwelk eene blijkbare verkorting van Caligula is’.

De plattegrond van de Brittenburg door Ortelius uit 1581. De Brittenburg is de ruïne van de Romeinse limesvesting Lugdunum Batavorum, nabij het huidige Katwijk aan zee.

Guicciardini; Plantijn, vrijgegeven in het publieke domein via Wikimedia Commons

Zestiende- en zeventiende-eeuwse tekeningen tonen resten van Romeins Katwijk (Lugdunum), dat later bekend is komen te staan als de Brittenburg, maar geen toren. Archeologisch onderzoek dat in januari en februari 2014 ter gelegenheid van de versterking van de waterkering langs de kust bij Katwijk plaatsvond leverde geen Romeinse resten op, waarschijnlijk als gevolg van kusterosie.

Volkswijsheid dat een inmiddels vergaan gebouw Kalla’s toren heette, bewijst natuurlijk niet dat Caligula er locale bouwactiviteiten heeft ontplooid. Het betekent wel dat er in de tijd dat de ruïnes nog zichtbaar waren een connectie gelegd werd met een keizer die een slecht imago had. Die connectie is lastig te verklaren zonder een achterliggende historische realiteit. Het is dus in ieder geval goed mogelijk dat de spraakmakende ‘slag’ die Suetonius beschreef op het strand bij Katwijk heeft plaatsgevonden. Caligula liet duizenden soldaten tegen de zee vechten, en sprak vervolgens van een Romeinse overwinning. Die werd uitgebreid gevierd in Rome, met de boten waarin de keizer de Noordzee opgevaren was als onderdeel van de triomftocht. Of de meelopende soldaten in die tocht triomfantelijk schelpen als oorlogsbuit toonden verhaalt de antieke literatuur niet.

Bron

Dit artikel is een verkorte versie van het hoofdstuk De slag tegen de schelpen aan het strand van Katwijk (40 n. Chr.). Dit hoofdstuk is afkomstig uit de speciale uitgave voor de Week van de Klassieken 2015: F. Meijer, H. van Dolen, O. Hekster, Te wapen. Acht spraakmakende slagen uit de oudheid, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2015 (blz. 41-51)

Zie de website voor meer informatie over dit boekje en de vele activiteiten tijdens de Week (19 tot en met 27 maart 2015).

ReactiesReageer