Naar de content

Schoonmaakhulp voor de baai van Rio

Is Guanabara op tijd klaar voor de Olympische Spelen?

Zimbres, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

In de baai van Guanabara in Rio de Janeiro worden in 2016 de zeilwedstrijden van de Olympische Spelen gehouden. Maar het water zit vol troep. Deltares ontwierp een systeem dat voorspelt waar deze rotzooi naartoe drijft. Dat helpt bij de opruimwerkzaamheden – een beetje.

De baai van Guanabara

Zimbres, via Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0

Koelkasten, plastic flessen, kadavers, olie, zware metalen.. in de baai van Guanabara in Rio de Janeiro is aan rotzooi geen gebrek. Achttien rivieren die uitkomen in de baai voeren de troep aan, vanuit een achterland waar negen miljoen mensen wonen. Het probleem bestaat al tientallen jaren, maar met de Olympische Spelen in het vooruitzicht staat het opeens internationaal in de belangstelling. Over krap vijfhonderd dagen binden de Olympische zeilers hier de strijd met elkaar aan, en het is de nachtmerrie van menig topsporter dat de wedstrijd straks wordt beslist door een botsing met een verdwaalde kast of een plastic zak die aan een roer blijft hangen. En dus komt de hulp nu op gang, ook vanuit Nederland.

Waar drijft de rommel?

Het Nederlandse onderzoeksintituut Deltares ontwierp een computermodel voor de Brazilianen, dat de beweging van het afval over het water van de baai simuleert. Het systeem voorspelt de lokatie van de troep tot vier dagen van tevoren. Dat is handig, benadrukt onderzoeker Frank Kleissen (Deltares), die meewerkte aan het project. Want daardoor kunnen de schoonmaakbootjes die Rio heeft ingezet efficiënter werken.

Schoonmaakwerk met ecoboot

Bas Stengs, Deltares

De eco-bootjes hebben een soort onderwaterscherm dat tot anderhalve meter onder het wateroppervlak reikt om de troep mee af te vangen. “Daardoor varen ze nogal langzaam, dus als ‘s avonds al bekend is waar ze de volgende dag moeten zijn, kan dat flink schelen”, aldus Kleissen. De baai is redelijk groot, met een wateroppervlak van ongeveer 380 vierkante kilometer.

Hoeveel efficiëntie-winst het voorspellingssysteem oplevert, vindt Kleissen moeilijk te zeggen. “We hebben het net opgeleverd. Het moet zich nog bewijzen.” Het model berekent de waterstroming in de baai op basis van gegevens over het getij, de wind, en de interactie tussen zoet en zout water. Vervolgens geeft het aan waar het afval zich bevindt, en waarheen en met welke snelheid het zich verplaatst. De belangrijkste onzekerheid zit in de invloed van de wind op de rotzooi, denkt Kleissen. Het zal van het soort afval afhangen of het als het ware over het water gaat zeilen, alleen met de waterstroom meebeweegt, of iets er tussenin.

Op tijd?

De hamvraag is natuurlijk of het lukt om de baai schoon te krijgen voor de Olympische Spelen beginnen. “In principe is dat haalbaar”, formuleert Kleissen voorzichtig. Als het om de rommel gaat die je ziet drijven en waar je tegenaan kan varen, tenminste. Om ook het onzichtbare vuil aan te pakken en de waterkwaliteit echt te verbeteren is meer tijd nodig. “In een baai als deze kan het vuil ook moeilijk verdunnen. Daar hoopt het zich op.”

Het echte probleem bevindt zich bij de bron, benadrukt Kleissen. Veel van het rioolwater uit het achterland komt ongezuiverd, zonder enige behandeling, in de baai van Guanabara terecht, al is dat de laatste tijd wel enigszins verbeterd. Bovendien wordt er op grote schaal illegaal afval in het water gedumpt.

Afval

Dat is precies het bezwaar dat Rob Roggema aanvoert tegen het systeem. Roggema is onderzoeker bij Swinburne University in Melbourne en lector Ontwerpen aan Stadslandbouw en Slow Urbanism bij Hogeschool Van Hall Larenstein. Hij komt regelmatig in Rio de Janeiro voor een gecombineerd vissenkweek- en daktuinen project in de favela’s (FoodRoofs, zie kader). “Je kan wel berekenen waar het vuil dat er al is de komende dagen naartoe drijft, maar de grootste onbekende is het verloop van de illegale lozingen. En die vormen meteen ook het grootste probleem”, aldus Roggema. Het verwijderen van het drijvende afval ziet hij bovendien als een kosmetische truc, dat de kwaliteit van het water niet substantieel verbetert.

“Je moet ons project dan ook zien als een eerste stap”, reageert Kleissen. “Het probleem met de waterkwaliteit is voor de zeilers niet direct een gevaar, maar zou natuurlijk ook opgelost moeten worden.” Deltares werkt er momenteel aan om ook de waterkwaliteit met het model beter in beeld te brengen.

Daktuintjes in de favela´s

Samen met studenten van de Hogeschool Van Hall Larenstein bedacht Roggema een daktuintjes-project voor de favela´s van Rio. Het bestaat uit drie waterbakken waarin de bewoners vis kunnen kweken (‘voor elk levensstadium één, anders vreten ze elkaar op’), die in verbinding staan met groente- en kruidentuintjes. De kringlopen sluiten, is de insteek van het project – uiteindelijk hoef je dan minder afval kwijt zien te raken. De vissen eten groenteafval, eierschalen en brood, de vissenpoep is uitstekende mest voor de tuintjes.

In november deden Roggema en zijn studenten mee aan de Design Week in Rio, waarin wetenschappers en kunstenaars werden uitgenodigd om afval uit de Guanabara baai te gebruiken voor bouw- of kunstwerken. Zij slaagden erin het hele waterkringloopsysteem van afval in elkaar te zetten. Een oude visserston diende als waterreservoir voor de tilapia-vissen, een ketting van plastic flessen als buizensysteem. En het werkte. “Die paar stukken plastic die wij gebruikten, zetten voor het opruimen van de baai natuurlijk geen zoden aan de dijk”, zegt Roggema. “Maar gesloten kringlopen zijn uiteindelijk wél de enige remedie tegen het afvalprobleem.”

FoodRoof in Rio de Janeiro. De rood-wit-blauwe tonnen zijn de vissenbakken.

Rioolslib

Dat het probleem bij de bron zit, bevestigen de cijfers. In 2006 loosden de Brazilianen dagelijks 452 ton rioolslib, 64 ton organisch industrie-afval en 0,3 ton aan olie en zware metalen in het water. Dat blijkt uit een artikel uit dat jaar over de haalbaarheid van een schoonmaakprogramma in Rio. Inmiddels zijn er hier en daar wel filters en zuiveringsinstallaties geplaatst, maar erg veel verbeterd is het nog niet. Ook voor het grove vuil waar de zeilers tegenaan kunnen varen, geldt dat de snelheid waarmee de rotzooi verwijderd wordt niet kan opboksen tegen de snelheid waarmee er nieuwe troep wordt aangevoerd.

Daadkracht

Toch moet het kunnen, denkt Roggema, als de Braziliaanse regering het écht wil tenminste. “Ze kunnen zeer daadkrachtig zijn. Voor de wereldkampioenschappen voetbal hadden ze ook opeens, tegen alle verwachtingen in, de favela´s redelijk op orde.” Water schoonmaken is moeilijker dan een wijk tijdelijk ‘schoonvegen’, voegt hij er wel aan toe. “De tijd begint nu wel te dringen.”

Bronnen
  • Carneiro da Silva en Ribeiro, Strategic spatial planning and environmental magagement: the impact of Guanabara Bay Cleaning Program in Rio de Janeiro (2006), In: The Sustainable City IV
ReactiesReageer