De Nederlandse drinkwaterzuivering kan niet alle perfluoralkylzuren uit ons drinkwater halen. Deze stoffen, die onder andere benut worden voor anti-aanbakpannen en waterafstotende kleding, komen uiteindelijk in ons bloed terecht. Het gaat om lage concentraties, maar toch pleit de Amsterdamse onderzoeker Christian Eschauzier voor betere zuiveringsmethoden.
Zelfs in café-cola waren ze te vinden, de perfluoralkylzuren uit het onderzoek van Christian Eschauzier. De bron van de ‘besmetting’ was al gauw duidelijk: drinkwater. Via zogenaamde _postmix_-apparaten maakt de horeca daar namelijk cola en andere frisdranken van.
Van hetzelfde drinkwater maken we allemaal koffie, soep en limonade. Moeten we ons daarom zorgen maken over onze gezondheid? Dat valt gelukkig wel mee. Heel véél van de fluorkoolstofverbindingen trof Eschauzier namelijk niet aan. Minder dan twintig nanogram per liter (ng/l) drinkwater, ruim onder de driehonderd die als veilig wordt beschouwd.
Aan de andere kant: via het drinkwater komen de perfluoralkylzuren wél ons lichaam binnen. En het duurt wel even voordat ze dan weer weg zijn. Daardoor (en ook door opname vanuit ons voedsel) bevat menselijk bloed wel degelijk – minuscule – hoeveelheden van deze persistente verbindingen.
Teflonvrij
Christian Eschauzier werkt bij het KWR Watercycle Research Institute in Nieuwegein, een internationaal kennisinstituut voor water en milieu. Hij onderzocht in welke mate PFAA’s voorkomen in het opppervlakte- en grondwater dat als drinkwaterbron dient. Daarna bekeek hij hoe de stoffen door de keten van de drinkwaterwinning in ons kraanwater terechtkomen.
Eschauzier deed zijn onderzoek deels bij de universiteit van Amsterdam onder begeleiding van professor Pim de Voogt. Daar kon hij gebruik maken van speciale analyse-apparaten. Eschauzier: “In de meeste apparaten zit teflon, maar aangezien dat een bron van PFAA’s kan zijn moesten we dat vermijden. In Amsterdam staat volledig teflon-vrije apparatuur.”
De analyses maakten duidelijk dat de PFAA’s in de hele drinkwaterketen aanwezig zijn. Van de instroom van Rijn- of grondwater, tot aan het drinkwater dat uit de kraan komt. De moleculen blijken zich van de meeste technieken voor drinkwaterzuivering niets aan te trekken. Zo heeft de gebruikelijke duinfiltratie en behandeling met ozon nauwelijks effect.
Eschauzier: “Alleen filtratie met actief kool leidt tot een reductie van de PFAA concentratie, maar alleen als het om relatief lange moleculen gaat. De kortere PFAA’s glippen er doorheen. En dat zijn nou juist de moleculen waar we in de toekomst het meeste last van zullen hebben.”
Stijgende concentraties
Eschauzier: “Je kunt verwachten dat de PFBA-, PFBS- en PFHxA- concentraties in ons drinkwater verder zullen stijgen. Aan de ene kant zijn ze steeds meer in trek bij de industrie, aan de andere kant zijn ze bij de drinkwaterproductie het lastigst te verwijderen.”
Hij pleit ervoor dat de drinkwaterbedrijven op regelmatige basis de aanwezigheid van korte PFAA’s in het drinkwater gaan monitoren. Bovendien is het van belang dat ze op zoek gaan naar methoden om deze verbindingen te verwijderen. Zijn onderzoek laat zien dat de techniek van ionenwisseling, die al door fabrikanten wordt aangeboden, in ieder geval geschikt is.