Naar de content

'Rellen als in Baltimore krijgen we hier niet'

Sawitri Saharso over racisme in Nederland

Liza Cornet voor NEMO Kennislink

Volgens de laatste OESO cijfers is er bijna nergens in Europa zoveel verschil in werkgelegenheid voor allochtonen en autochtonen als in Nederland. En ‘onze’ Zwarte Piet wordt met het jaar wereldwijd meer omstreden. Hoe open is onze samenleving? Hoogleraar Intercultureel Bestuur Sawitri Saharso (UT/VU) legt Nederland langs de racistische meetlat.

In Baltimore braken deze week hevige rellen uit vanwege woede over (vermeend) racistisch optreden van de Amerikaanse politie. Zie je zoiets ook in Nederland gebeuren?

“Zeg nooit nooit, maar vast niet. Amnesty International merkte weliswaar in 2014 op dat de Nederlandse politie allochtone jongeren vaker staande houdt dan autochtone, maar dat had niets te maken met racisme, zoals ik eerder op Kennislink meldde. Zo gaf een groot deel van de aangehouden jongeren die we interviewden toe overdag vaak rond te hangen op straat omdat ze spijbelden en/of af en toe betrokken waren bij criminele activiteiten. Kortom, de politie deed gewoon haar werk. Daarbij zet de regering meer politie op zogenaamde probleemwijken. Omdat daar vooral allochtone Nederlanders wonen, vergroot dit de kans dat juist zíj agenten tegenkomen. Maar dit wil natuurlijk niet zeggen dat het allemaal koek en ei is wat racisme in Nederland betreft.”

Op de arbeidsmarkt lijkt het in elk geval een probleem. Volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en Eurostat verricht 77,1 procent van de autochtone bevolking betaald werk, tegenover 49,4 procent van de allochtone Nederlanders. Bijna geen enkel ander Europees land kent zo’n groot verschil in arbeidsdeelname tussen autochtonen en allochtonen…?

“Dat klopt. Maar cijfers zeggen ook niet alles. Je kunt landen helemaal niet zo gemakkelijk met elkaar vergelijken als het om werkloosheid gaat, omdat ze vaak andere definities en wetten gebruiken. Zo moesten nieuwe migranten die hun baan kwijtraakten tot voor kort Duitsland verlaten, een beleid dat Zwitserland nog steeds voert. Nederland is veel minder streng, maar ironisch genoeg zorgt dit gelijkheidsstreven ervoor dat ons land er in werkloosheidsstatistieken negatiever uitspringt.”

“Daarbij zijn steeds meer immigranten Nederlander geworden. Ons land houdt die ‘genationaliseerden’ als een aparte categorie in de werkloosheidsstatistieken bij, maar andere regeringen doen dit niet altijd. Frankrijk registreert niet op etniciteit bijvoorbeeld, waardoor veel van hun werklozen met migratie-achtergrond in de statistieken onzichtbaar blijven. Wel is het zonneklaar dat er op de Nederlandse arbeidsmarkt discriminatie plaatsvindt – net als in veel andere landen.”

Hoe weten we eigenlijk zo zeker dat Nederlandse werkgevers discrimineren? Discriminatie is immers vaak onzichtbaar.

“Zeker. Ook zijn allochtone Nederlanders dikwijls lager opgeleid dan autochtonen en spreken migranten soms gebrekkig Nederlands. Daarbij kunnen mensen zich gediscrimineerd voelen terwijl ze in werkelijkheid om andere redenen afgewezen zijn. Maar dergelijke factoren verklaren de kloof die je eerder noemde onvoldoende. Daarbij is er ‘hard’ bewijs voor discriminatie. Het Sociaal Cultureel Planbureau liet bijvoorbeeld een paar jaar terug vijftien acteurs van een allochtone achtergrond en vijf autochtone Nederlandse acteurs 460 uitzendbureaus bezoeken. Elke acteur had precies hetzelfde cv, solliciteerde op dezelfde baan en was getraind om zich zoveel mogelijk te gedragen en te kleden als de rest van de groep. De autochtone Nederlanders hadden duidelijk een streepje voor: 46% van hen kreeg een baan aangeboden tegen slechts 28% van de allochtonen. En dan zijn er nog de incidenten die per ongeluk boven water komen. Denk maar eens aan de afwijzing van Jeffrey Koorndijk vorig jaar, een Nederlander van Surinaamse afkomst. Een interne email die pardoes naar hem werd gestuurd liet zien dat hij vanwege zijn huidskleur afgewezen werd voor een sollicitatiegesprek. Overigens zijn er wel grote verschillen tussen groepen als het over discriminatie gaat.”

Kun je daar iets meer over vertellen?

“Momenteel zijn vooral Marokkanen het slachtoffer van discriminatie. Deze groep heeft een slechte naam als het om criminaliteit gaat. Moslims lijken ook meer gediscrimineerd te worden sinds de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001. Chinezen worden doorgaans positiever benaderd. Zij hebben wel weer de naam dat ze erg teruggetrokken in hun eigen groep leven, terwijl dat in werkelijkheid vaak niet zo is.”

“Hoe je solliciteert kan overigens uitmaken. Onderzoek laat zien dat als werkgevers via internet sollicitaties binnen krijgen, ze minder snel geneigd zijn hun vooroordelen te volgen. Als allochtone vrouw heb je trouwens juist een stapje voor op je mannelijke tegenhanger, een interessante ommekeer van hoe de arbeidsmarkt normaal gesproken werkt.”

Stel, je zoekt werk en komt uit een groep waartegen nogal wat vooroordelen bestaan. Kun je dan zelf iets doen om de kans dat je gediscrimineerd wordt te verkleinen?

“Wel wat, maar niet heel veel. Het werkt, zoals gezegd, in je voordeel als je solliciteert via internet. Daarnaast kun je zorgen dat je in ieder geval niet zelf bestaande vooroordelen bevestigt, zoals ‘ze komen altijd te laat’. Je kunt in het gesprek ook het onderwerp benoemen: ‘Ik zie dat u twijfelt. U denkt misschien dat ik vanwege mijn achtergrond niet goed in uw team pas, maar ik kan u verzekeren dat u daar niet bang voor hoeft te zijn ….’ Je moet je wel afvragen of je zoiets wel wilt zeggen en dan dien je het ook nog met de nodige lef te zeggen, want anders werkt het niet. Mocht je onverhoopt een discriminerende werkgever treffen, weet dan dat je niet machteloos hoeft toe te kijken. Je kunt altijd aangifte doen, al moet ik erbij zeggen dat het bewijzen van discriminatie een hele klus kan zijn.”

Ben je zelf wel eens gediscrimineerd?

“Ja. Om een voorbeeld te geven: toen ik met een Nederlandse collega terugkeerde van een werkbezoek aan Curaçao werd ik op Schiphol staande gehouden bij een drugscontrole – terwijl zij zo door mocht lopen. Toen ik daar wat van zei, antwoordden de douane-beambten dat ze steekproefsgewijs mensen aanhouden. Maar ik werd, zeker toen ik jonger was, er wel erg vaak ‘toevallig’ uitgepikt.”

“Overigens hebben we het nu steeds over negatieve zaken, maar er is in onze multiculturele samenleving ook veel positiefs te ontdekken. Op buurtniveau zijn er bijvoorbeeld steeds meer initiatieven om bewoners van verschillende afkomst samen te brengen.”

Bedoel je van die culturele markten, waarbij bijvoorbeeld de Marokkanen Marokkaans eten serveren en de Surinamers Surinaams? Drukt dat mensen juist niet in een hokje? Je zult maar van gemengde afkomst zijn, achter welke tafel moet je dan gaan staan?

“Nee, de projecten die ik bedoel brengen buurtbewoners van verschillende achtergronden samen op basis van een gedeelde identiteit of activiteit. Denk aan koffie-ochtenden voor jonge moeders, Repair Cafés en initiatieven om oudere buurtbewoners te verwennen met lekker eten. Door zo samen te werken leren mensen van verschillende achtergronden elkaar beter kennen in een ongedwongen sfeer. Nu het aantal interetnische vriendschappen en interacties afneemt in Nederland zijn dergelijke initiatieven nog eens extra belangrijk.”

“Waarom dan precies? In de VS heb je in Los Angeles een heel deel waar vooral Iraniërs wonen en dan zijn er natuurlijk nog de Chinatowns en andere zelfverkozen etnische gemeenschappen. Prima toch?

“Goed punt en natuurlijk kun en mag je mensen nooit dwingen vriendschappen te sluiten met mensen van buiten hun eigen groep. Tegelijkertijd is volgens de zogenaamde contacthypothese van psycholoog Gordon Allport veelvuldig contact tussen bevolkingsgroepen een belangrijk middel om wederzijds onbegrip en misverstanden uit de weg te ruimen en zo conflicten tussen hen te voorkomen. Een belangrijke voorwaarde daarvoor is overigens wel dat de mensen tussen wie dit contact plaatsvindt aan elkaar gelijk zijn. Om even in extremen te spreken: meester-slaaf contacten ten tijde van de slavernij hadden natuurlijk niet dat effect.”

Harmonie of Conflict?

Volgens de contact-hypothese leidt onderling contact tot meer begrip, maar volgens de conflict-hypothese kweekt verhoogd contact tussen mensen met verschillende etnische achtergronden juist vijandigheid en irritatie. Dat komt omdat contact leggen met ‘de Ander’ niet altijd even soepeltjes verloopt, waardoor de negatieve beeldvorming over leden van een andere groep juist bevestigd kunnen worden. Hierna worden vervolgens alle leden van de andere groep negatiever beoordeeld. De Amerikaanse politicoloog Putnam betoogt dat beide theorieën niet kloppen: volgens zijn constrict-hypothese leidt meer contact slechts tot meer terugtrekking in eigen vertrouwde omgeving. Veel sociale wetenschappers blijven van mening dat inter-etnische contacten wel degelijk de harmonie in een samenleving bevorderen, maar dat de kwaliteit van die contacten daarbij cruciaal is. Zo moet er voldoende tijd zijn om elkaar te leren kennen en dienen de omstandigheden zo te zijn dat beide partijen zich op hun gemak voelen.

Over de slavernij gesproken, Zwarte Piet wordt steeds vaker aangevallen als een overblijfsel uit die tijd waarin Afrikanen werden uitgebeeld als ‘mindere mensen’. Is dat terecht?

“Jazeker. Met zijn dikke lippen, afrokapsel en grote oorbellen, is Zwarte Piet een karikatuur van een donker iemand. Daarbij is hij de knecht van de sint. Dit maakt hem tot een treurig overblijfsel van een racistisch verleden. Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat Nederlanders die dol zijn op Zwarte Piet allemaal racistisch zijn – voor veel mensen staat hij simpelweg voor leuke jeugdherinneringen. Maar het feit dat zijn bestaan racistische beeldvorming bevestigt en mensen kwetst zou voldoende moeten zijn om hem aan te passen. Ik juich dan ook de opmars van Kleurpiet toe. Kleurpieten laten kinderen op een leuke manier zien dat diversiteit een normaal onderdeel van de maatschappij is, en dat, ongeacht ons uiterlijk, we allemaal gelijk zijn aan elkaar.”

Kleurpiet.

Flickr.com

We hebben Nederland nu op allerlei manieren langs de racistische meetlat gelegd. Welk cijfer geeft u ons land als samenleving waarin iedereen gelijk behandeld wordt?

“Een zes. We zijn op de goede weg, maar moeten ook nog veel verbeteren.”

ReactiesReageer