Studenten van de Hogeschool Utrecht bouwden een zelfvoorzienend huis, gemaakt van gerecyclede en herbruikbare materialen. Binnenkort opent het prototype van dit huis zijn deuren op de Uithof in Utrecht. NEMO Kennislink nam alvast een kijkje.
Het huis valt niet meteen op, zo tussen de hoge gebouwen van de Hogeschool Utrecht. Het lijkt op een houten bungalow die je op een vakantiepark tegen zou kunnen komen. Maar het Selficient-huis is wel het enige huis op de Uithof dat bijna volledig bestaat uit recyclebare materialen en dat je bovendien, door de modulaire bouwwijze, gemakkelijk aan kunt passen. In dit duurzame huis kun je in theorie je hele leven blijven wonen, of je nou een groot of klein gezin hebt.
Als het aan de ontwikkelaars van het Selficient-huis ligt, hoef je in de toekomst niet meer te verhuizen. De oud-studenten van de Hogeschool Utrecht, Thijs Morel en Robin Stuiver, ontwierpen en bouwden samen met een groep medestudenten dit duurzame, modulaire en circulaire huis voor een Amerikaanse duurzaamheidscompetitie, de Solar Decathlon 2017. Inmiddels zijn ze afgestudeerd, is samen met Hans Stuiver, de vader van Robin, hun bedrijf Selficient B.V. opgericht, waarbinnen ze het prototype verder willen uitwerken tot een echt product.
Draaiboek schrijven
Voor de Solar Decathlon werken teams van over de hele wereld aan innovatieve en zelfvoorzienende huizen. “Oorspronkelijk wilde de Hogeschool Utrecht alleen weten of het mogelijk was om mee te doen aan de Solar Decathlon”, vertelt Morel. “We zouden alleen een draaiboek schrijven, maar we overtroffen de verwachtingen en schreven ons in als team Selficient.” Een jury beoordeelt de huizen in tien verschillende deelcompetities, zoals energie en waterverbruik, maar ook communicatie. De teams mogen zelf kiezen op welke van deze competities ze zich richten. “Wij besloten op alle punten mee te doen en een allround-huis te bouwen”, zegt Robin Stuiver. “Daarvoor hadden we wel veel mensen nodig. We begonnen met twintig vooral technische studenten, maar op ons hoogtepunt werkten er wel zeventig studenten mee, ook vanuit andere opleidingen zoals rechten, communicatie en logistiek.”
Het ontwerp van de studenten leunt op wat zij noemen ‘de nieuwe baksteen’. “De baksteen zelf is altijd rechthoekig, maar je kunt er veel verschillende vormen mee bouwen”, ligt Morel toe. “Zo’n soort bouwsteen wilden wij ook gebruiken, maar dan wel duurzaam.” Uiteindelijk kwamen ze uit bij hout en ontwikkelden ze panelen van OSB-hout, dat bestaat uit gerecyclede houtsnippers. “De panelen zijn zo’n 30 centimeter diep. Aan beide kanten zit een houten plank, met daartussen snippers oud papier voor de isolatie”, vertelt Robin Stuiver. “Al deze panelen zetten we tegen een houten frame.” In het huis zie je de opbouw uit verschillende panelen duidelijk terug in de muren en het plafond. Hier hebben de studenten bewust voor gekozen, aldus Morel: “Het geeft een wat industriële look, maar we willen het in de toekomst nog wel wat mooier afwerken.”
Negen dagen
Hoe makkelijk het systeem met de panelen werkt, bleek wel tijdens de finale van de Solar Decathlon in Denver (Verenigde Staten). Hier zette de groep van 35 Utrechtse studenten dit huis in negen dagen volledig in elkaar. Het team wist uiteindelijk meerdere prijzen in de wacht te slepen, waaronder de publieksprijs en een tweede prijs voor marktpotentieel. “Ik ben trots op ons team”, vertelt Robin Stuiver. “Wij en een ander team waren de enigen die geen aannemers hadden ingehuurd. Dat mocht volgens de regels wel, maar het pastte niet in ons budget.”
Inmiddels bouwt de Hogeschool Utrecht het huis weer op, ditmaal op de Uithof. “We willen het Denver House, zoals we het huis nu noemen, gebruiken als locatie voor onderzoek en onderwijs”, vertelt Rogier Laterveer, lector bouwkunde aan de Hogeschool Utrecht. “En het laat zien wat wij als hogeschool doen op het gebied van duurzaamheid. Mogelijk gaan er zelfs mensen in wonen als testgebruikers.”
En dat lijkt ook prima mogelijk. Het huis heeft een open woonkamer met een ingebouwde keuken, een ruime slaapkamer en een moderne badkamer. Genoeg ruimte voor een student of een stel zonder kinderen. Alle ruimtes zijn erg licht door de grote ramen. Een bewuste keuze, zegt Morel: “In dit huis leef je met de zon mee. De slaapkamer ligt op het oosten, de woonkamer en keuken op het zuiden en westen. Dit scheelt energie voor licht en verwarming.”
Slim huis
Zodra we de deur binnenstappen activeren sensoren het slimme systeem dat onder andere het licht en de verwarming in het huis regelt. “Je kunt alles van tevoren instellen”, vertelt Robin Stuiver. “Als je thuiskomt staat de verwarming al even aan, zijn de juiste lichten aan en draait als je wilt zelfs al een muziekje.” De lichten gaan ook automatisch uit als het systeem ziet dat je niet meer in een kamer bent. Alle energie komt van de zonnepanelen op het huis en een accu om ongebruikte energie op te slaan. De vloerverwarming krijgt warmte uit een warmtepomp. Deze grote systemen staan allemaal in een technische module buiten het huis. Morel: “Je kunt er makkelijk bij en als je een nieuw systeem wilt invoegen, hoef je niet het halve huis te verbouwen.”
De toekomstige bewoners zullen mogelijk wel aan de badkamer moeten wennen, want daar vind je geen wc-papier. Robin Stuiver: “We hebben gekozen voor een wc die na gebruik je schoonspoelt en weer droog föhnt. Dat blijkt minder water te kosten dan het wegspoelen van wc-papier.” Ook de douche bespaart water: deze hergebruikt water en verbruikt daardoor geen 40, maar slechts 1,5 liter water per minuut.
Verbeteringen
Voor Selficient B.V. het huis op de markt gaat brengen moet er nog wel het een en ander gebeuren. “We willen het prototype uitgebreid testen”, zegt Morel. “En we willen een model maken met twee slaapkamers en een woonkamer, zodat je er met meer mensen kunt wonen. Ook een extra verdieping zou handig zijn.” Ook de Hogeschool Utrecht werkt verder aan het concept met een team voor de Solar Decathlon 2020. “We kijken nu naar de mogelijkheden om alle materialen biobased te maken”, vertelt Laterveer. De partijen blijven wel met elkaar in contact. Robin Stuiver: “We kunnen alleen maar van elkaar leren.”
De laatste stop om het huis echt aantrekkelijk te maken is een aantrekkelijke prijs. “Voor het huis dat er nu staat kregen we veel sponsoring, dus moeten we nog kijken hoe duur het uiteindelijk gaat uitvallen. Maar we verwachten dat in ieder geval de bouwkosten naar beneden kunnen door meer standaardpanelen te maken”, zegt Morel. “Ook helpt het als de schaal omhoog gaat. Dat scheelt in productiekosten.” Maar zelfs al is het huis uiteindelijk iets duurder, dan ziet Robin Stuiver nog steeds veel kansen: “Nederland moet de komende jaren ontzettend veel huizen bouwen, het liefst zo duurzaam mogelijk. Wij onderscheiden ons wat dat betreft echt van de concurrenten.” Het huis moet zijn duurzame en flexibele imago nog wel bewijzen, maar daar maakt Morel zich geen zorgen over: “We bouwen het huis nu voor de derde keer en nog steeds met dezelfde materialen. Dat is niet alleen recyclen, maar gewoon één-op-één-hergebruik.”