In grote algensoorten (kelp genaamd) aan de westkust van de VS is dit jaar nog geen bovengemiddelde radioactiviteit aangetroffen. Een verhoogd stralingsniveau werd echter wel verwácht als gevolg van de ramp met de kerncentrale bij Fukushima, in 2011. Dat is goed nieuws, want kelp geldt als ‘detector’ van radioactieve stoffen.
Direct na de ramp in Fukushima – een gevolg van een tsunami in combinatie met menselijk falen – werd er in diverse algensoorten wél een verhoogde radioactiviteit gemeten. Amerikaanse onderzoekers hebben daarom het project ‘Kelp Watch 2014’ opgezet. Kelp is een grote bruine alg waarvan vier soorten bestaan, en die onder meer voorkomt aan de Amerikaanse westkust.
Golfstroom
Vanaf het meest zuidelijke puntje van Californië tot aan de Kodiak Eilanden in Alaska, werden kelpmonsters genomen. Vooral in de monsters uit Alaska verwachtten de onderzoekers bovengemiddelde radioactiviteit. Daar komt de Noord-Pacifische golfstroom uit het westen (en Japan) namelijk aan bij het Amerikaanse continent. De biologen waren vooral gespitst op de radio-isotoop Cesium-134, die kenmerkend is voor de Fukushima-centrale. Cesium-137 in het oceaanwater kan ook afkomstig zijn van kernproeven uit het verleden. Behalve via de golfstroom komen radio-isotopen uit Azië ook via luchtstromingen op het Amerikaanse continent terecht.
Op circa veertig locaties werden in de periode tussen 24 februari en 14 maart van dit jaar twee kelpsoorten bemonsterd. Het ging om onder meer de kelpsoort Macrocystis pyrifera (Giant Kelp). Op Hawaii en Guam, waar geen kelp groeit, werden aanvullende monsters van andere (kleine) bruine algensoorten genomen. Ook daarin werd geen verhoogde radioactiviteit gemeten.
Nog twee metingen dit jaar
De resultaten werden vergeleken met de daar van nature aanwezige achtergrondstraling, die het gevolg is van de aanwezigheid van uranium en thorium in de bodem. In juli 2014 zal de tweede kelpmeting plaatsvinden, gevolg door nog een derde later dit jaar. De resultaten zullen worden vergeleken met de eerdere uitkomsten.
Aanvankelijk begon het Amerikaanse project Kelp Watch 2014 met dertig locaties, maar al snel werd het uitgebreid met locaties verder weg, zoals in Chili. Zo ver weg is de invloed van Fukushima op de reuzenalg ondenkbaar, aldus de onderzoekers. De Chileense kelpvelden gelden dan ook als referentielocatie.
Jodium en cesium
Direct na de ramp met de kernreactor bij Fukushima werd in kelp langs de Amerikaanse westkust 250 maal de normale hoeveelheid van de radio-isotoop van jodium (I-131) gemeten. Deze isotoop vervalt snel, en na een maand werd al geen verhoogde radio-activiteit meer gemeten.
Daarentegen blijven radio-isotopen van Cs-134 en Cs-137, met een halfwaardetijd van respectievelijk twee en dertig jaar, langere tijd in het milieu, waar zij schade kunnen aanrichten aan organismen. Radio-isotopen van jodium en cesium worden beschouwd als de elementen met de belangrijkste radioactieve impact op wereldschaal als gevolg van de Fukushima-ramp.
Enkele maanden geleden maakten onderzoekers van de American Geophysical Union bekend dat in oceaanwater aan de Canadese kust, nabij Vancouver, radioisotopen van cesium afkomstig van Fukushima waren gemeten. De concentratie was echter niet hoger dan de geldende drinkwaternorm voor cesium. Door de enorme watermassa in de Stille Oceaan verdunnen de radioisotopen sterk. Schade voor het milieu en de economie, zoals de visserij, zal daarom waarschijnlijk vooral een probleem in de Japanse kustwateren zijn.